1. Inleiding
P 9,10, 11,13, 15, 16 tekeningen!
Anatomie: bestudeert kenmerken lichaam zichtbaar blote oog
Uitwendige anatomie/ oppervlakte anatomie
o Algemene vorm & oppervlakte kenmerken
Regionale/ topografische anatomie
o Bepaald gebied
Systematische anatomie
o Studie per orgaanstelsel
o Zie verschillende stelsel bij hoofdstuk 3
Anatomische positie
o Houding mens waarop we anatomie bestuderen
o Links en rechts zoals voor de persoon
Anatomische doorsnedes
o Transversale/ axiale vlak
o Frontale/ coronale vlak
o Sagittale vlak + midsagitale snede mediane vlak
Lichaamsholten/caviteiten (p16)
o Functie: bieden bescherming aan organen die ze omsluiten
o Dorsale lichaamsholten: hersenen & ruggenmerg
o Ventrale lichaamsholten: thoracale & abdominale holte
Holten begrensd door fijn sereus membraan
Viscerale serosa: begrensd organen
Pariëtale serosa: begrensd holten (niet op organen)
Uitleg ballon
Vuist (orgaan) in ballon drukken
Deel ballon tegen vuist (visceraal)
Deel ballon niet tegen vuist (pariëtaal)
Deel tussen twee vliezen: holte
Thoracale holten
Hartzakje: pericard
Longzakje/ longvliezen: pleurae
Abdominale holten
Buikvlies: peritoneum
Intraperitoneale organen (maag, darmen, milt, lever): liggen in
peritoneum
Retro-peritoneale organen (nieren, pancreas): niet in contact
peritoneum
Peritoneum bedekt deels blaas & baarmoeder want continu met
bekken/ pelviene caviteit
o Bijkomende caviteiten (verbinding buitenwereld)
Orale caviteit
Digestieve caviteit (slokdarm tot rectum)
1
, Nasale & sinusale caviteit (neusholte & bijneusholten)
Orbitale caviteit (oogkas)
Middenoor caviteit
Synoviale caviteiten (in gewrichten + geen contact buitenwereld)
Vesicale caviteit (blaas)
Uterine/ vaginale caviteit
2. Klinische anatomie & onderzoek, beeldvorming en
chirurgisch onderzoek
Klinisch onderzoek: geheel kijken, voelen/palperen, luisteren stethoscoop/ausculteren &
bekloppen/ percuteren
Beeldvormig/ technisch onderzoek: wanneer organen door ligging moeilijk klinisch
onderzoeken
o Niet invasief (radiologische onderzoeken)
o Minimaal invasief (endoscopisch onderzoek)
o Invasief (chirurgisch onderzoek)
1. Niet invasief onderzoek
Niet in lichaam
1. Conventionele radiologie
X-stralen nodig voor beeldvorming
Stralen niet door botten wit op foto
Stralen door organen: weke delen zwart op foto
2 dimensioneel
Slik-act
o Seriële radiologie met contrast
o Via contraststof
o Organen stof aanwezig = wit zo fout zoeken
o Bv. slikprobleem: stof komt bv in luchtpijp
2. CT scan
X-stralen in spiraal rond patiënt (vnl. beeldvorming botten)
Patiënt tss stralenbron & sensor
Beeldvorming: axiaal
o Reeks plaatsjes gemaakt (plakjes salami) transversale foto
3. Magnetische resonantie imaging/ MRI-scan
Beelvorming weke delen
Geen x-stralen
Detecteert hoeveelheid waterstof in bepaald weefsel
Magnetisch veld (afgesloten tunnel)
Magneet aangezet waterstofatoompjes richten volgens magnetisch veld
Korte puls radiogolven waterstofatomen verstoren + waterstofkernen geven radiogolfje
sensor opvangen vertalen in beeld
Kan gebruik contraststof
4. Nucleaire beeldtechnieken: PET & SPECT
Gebruik radioactieve stofjes (tracers)
2
, SPECT: tracers gammastralen vrijgeven
PET: tracers positronen vrijlaten ontstaan gammastralen
Beelden door ophoping radioactieve straling in bepaalde organen
Geeft functionele informatie weer
Metabolische processen weergeven
Bv. uitzaaiingen kanker weergeven
o Heel veel suiker op die plek radioactieve stofjes daar naartoe beeld
5. Echografie
Hoge frequentie geluidsgolven naar organen stralen gereflecteerd beeld
6. Samenvatting
RX CT MRI PET/SPECT Echo
Aantal details + +++ +++ + ++
Schadelijke + ++ 0 ++ 0
stralen
Contrast (+) + + 0 0
Tracer 0 0 0 + 0
Kosten + ++ ++ ++ +
Pijnlijk 0 0 0 0 0
2. Minimaal invasief onderzoek
Half in lichaam
Endoscopie: geheel onderzoek, arts kijk-instrument inwendig onderzoek verricht (kijken)
Otoscopie: oren
Nasoscopie: neus
Faryngo- & laryngoscopie: farynx & larynx
Bronchoscopie: luchtwegen
Gastroscopie: maag
3. Invasief onderzoek
Volledig in lichaam + chirurgie
3. Algemene anatomie van orgaansystemen
1. Huid (integumentum)
P 28, dia p2, p30, p31
Functies
o Waterdicht omhulsel
o Bescherming tegen chemische, microbiologische & fysische agressie
o Helpt in standhouden homeostase (verlies water & behoud temperatuur)
o Bevat sensoriële zenuwen (pijn, druk, warmte sensatie)
o Metabolische functie: plaats zonlicht cholesterol omzet vitamine D
2 lagen
o Epidermis (epitheelcellen)
Opp laag, beschermingsschild
3