Marketingplan
1. Je maakt strategische keuzes voor een farmaceutische onderneming en een gnm o.b.v. een kritische
analyse van de interne en externe omgeving.
2. Gegeven je strategische keuzes kun je een consistent, realistisch marketingplan voor een
geneesmiddel opstellen en onderbouwen.
3. Je kunt relevante bedrijfskundige calculaties maken. Je gebruikt MS Excel om geautomatiseerde
berekeningen uit te voeren en data overzichtelijk weer te geven in tabellen en grafieken.
4. Je verantwoordt en verdedigt mondeling de gemaakte keuzes.
Thema Primaire proces
Marketing
➔ Je kunt het begrip marketing omschrijven
Het betreft activiteiten en processen voor creëren, communiceren over, leveren en uitwisselen
van producten of diensten die waarde hebben voor klanten.
➔ Je kunt de p’s van de marketingmix benoemen
Product, plaats, prijs, promotie (personeel en politiek)
➔ Je kunt de stappen voor het maken van een marketingplan benoemen
1. Analyse van kansen en bedreigingen; in kaart brengen van interne en externe omgeving van
organisatie door gegevens te verzamelen.
2. Onderzoek en selectie van doelen; behalen van marketingdoelstellingen die bedrijf gesteld
heeft.
a. Omzet, marktaandeel, winst en naamsbekendheid
3. Definitie van marketingstrategie;
a. Bij bepalen van marketingstrategie kijkt bedrijf langs welke weg, op welke manier en
binnen welk tijdsbestek ze marktdoelstellingen wil bereiken (5 P´s)
4. Planning van marketingprogramma; er moet activiteitenplanning worden gemaakt.
5. Organisatie en implementatie van marketingprogramma; marketingprogramma moet worden
uitgevoerd in praktijk.
a. Er moeten mensen moeten worden aangenomen, budgetten geregeld, campagnes
opgezet → marketingstrategie moet worden geïmplementeerd.
6. Meting en evaluatie van resultaten en eventueel herdefiniëring van doelen;
marketingactiviteiten moeten constant worden getoetst om te kunnen bepalen of
marketingdoelstellingen zijn behaald.
➔ Je kunt benoemen welke onderdelen binnen de P uitgewerkt worden:
Doel(en), doelgroep(en), strategie, middelen, benodigdheden, planning, evaluatie.
Verkoop
➔ Je kunt het begrip Decision Making Unit (DMU) definiëren
Geeft aan wie de gebruiker, beslisser, beïnvloeder, koper en betaler is.
➔ Je kunt het belang van service aangeven
Onderdeel serviceverlening uit primaire proces betreft inspanningen om klant na aanschaf van
product of dienst tevreden te houden. Klanten beoordelen bedrijf in belangrijke mate op kwaliteit
van service. Klanten verwachten dat service adequaat, snel en professioneel wordt geleverd.
Thema Secundaire processen
Communicatie
➔ Je kunt aangeven wat het belang is van goede communicatie in een organisatie
Interne communicatie helpt om je organisatie bij elkaar te brengen en houden. Het verbindt
afdelingen en teams op de werkvloer en zorgt ervoor dat elke werknemer up-to-date is, op dezelfde
golflengte zit, en op hoogte is van wat er in en met het bedrijf gebeurt.
➔ Je kunt het begrip bedrijfsimago omschrijven
Het imago van een bedrijf is de emotie die het publiek toont op het moment dat de naam van het
bedrijf genoemd wordt. Je kan bijvoorbeeld denken dat mensen positief of negatief over een bedrijf
, denken, krijgen mensen een glimlach bij het noemen van een bedrijfsnaam of worden mensen
nerveus
➔ Je kunt aangeven waarom communicatie zowel tot het primaire als het secundaire proces kan horen
Voor een bedrijf kan primair zijn. Business gericht maar ook secundair.
➔ Je kunt de stappen voor het ontwikkelen van communicatiebeleid beschrijven
1. doelgroepanalyse: communicatiebeleid begint met het identificeren en analyseren van de
doelgroepen.
a. Dit betreft de interne en externe doelgroepen waarop het bedrijf de communicatie wil
richten: werknemers, ondernemingsraad, vakbonden, klanten in bep. klantsegmenten,
overheidsinstanties, de geldverstrekkers en de pers.
2. communicatiedoelstellingen: bij het formuleren van communicatiedoelstellingen is het handig
onderscheid te maken in algemene doelstellingen
a. zoals: wat is het serviceniveau? wat wil het bedrijf uitstralen (imago)? welke informatie
moet voor welke doelgroep beschikbaar zijn?
3. communicatiestrategie: betreft de manier waarop een bedrijf ervoor zorgt dat de
communicatiedoelstellingen bereikt worden.
a. om een goede communicatiestrategie op te stellen, moet een bedrijf bepalen wat voor
soort communicatie het wil toepassen op welke doelgroep. Wil het bedrijf:
i. beïnvloeden van een doelgroep d.m.v. massacommunicatie (reclame), overtuigen
(lobbyen is een aanpak die bij deze basisstrategie voorkomt), dialoog aangaan
(soms wil een bedrijf een gesprek aangaan met zijn doelgroepen) of informatie
zenden wanneer een bedrijf zoveel mogelijk info presenteert en meningsvormen
overlaat.
4. communicatiemiddelen: wanneer een bedrijf een communicatiestrategie heeft, is het
belangrijk welke communicatiemiddelen het wil inzetten.
a. het is goed om als bedrijf te streven naar een vaste set van kanalen en middelen die
conform de doelstelling en de strategie kunnen worden ingezet → hierbij geldt dat de
kanalen elkaar moeten versterken en dat de boodschap is toegespitst op het in te zetten
kanaal. Het communiceren kan worden ingedeeld in:
i. direct print: brief, brochure, print, eigen magazine(s), tijdschriften en dagbladen.
ii. online: website, intranet, elektronische nieuwsbrief, zoekmachineoptimalisatie.
iii. telefoon/e-mail
iv. evenementen: eigen evenementen of aanhaken aan bestaande evenementen
v. persoonlijk: adviseurs, workshops, presentaties en klantensupport.
5. communicatiestijl: hierin wordt een aantal dimensies onderscheiden te weten:
a. taal: bepalen van het taalniveau van elke doelgroep.
i. een grote financiële instelling moet aan een laag opgeleid persoon en een
medewerker een financieel product kunnen uitleggen.
b. beeldtaal: bepalen van de beelden die het bedrijf wil gebruiken en de kleurstellingen.
c. huisstijl: consequent toepassen van een strak geregistreerde huisstijl zorgt voor een
professioneel en herkenbaar karakter.
6. evaluatie: om ervoor te zorgen dat de communicatie voldoet aan de uitgangspunten (die zijn
vastgesteld in de doelstelling en de strategie) moet een bedrijf de communicatie regelmatig
evalueren.
doelgroepanalyse → communicatiedoelstellingen → communicatiestrategie →
communicatiemiddelen → communicatiestijl → evaluatie
A. Doelgroepanalyse: op wie richt je communicatie zich? (interne en externe doelgroepen)
B. Communicatiedoelstellingen- en strategie: wat bereiken en hoe, door beïnvloeden, overtuigen,
dialoog aangaan, informatie zenden
C. Communicatiemiddelen: online, direct print, telefoon/e-mail, evenmenten/persoonlijk
1. Je maakt strategische keuzes voor een farmaceutische onderneming en een gnm o.b.v. een kritische
analyse van de interne en externe omgeving.
2. Gegeven je strategische keuzes kun je een consistent, realistisch marketingplan voor een
geneesmiddel opstellen en onderbouwen.
3. Je kunt relevante bedrijfskundige calculaties maken. Je gebruikt MS Excel om geautomatiseerde
berekeningen uit te voeren en data overzichtelijk weer te geven in tabellen en grafieken.
4. Je verantwoordt en verdedigt mondeling de gemaakte keuzes.
Thema Primaire proces
Marketing
➔ Je kunt het begrip marketing omschrijven
Het betreft activiteiten en processen voor creëren, communiceren over, leveren en uitwisselen
van producten of diensten die waarde hebben voor klanten.
➔ Je kunt de p’s van de marketingmix benoemen
Product, plaats, prijs, promotie (personeel en politiek)
➔ Je kunt de stappen voor het maken van een marketingplan benoemen
1. Analyse van kansen en bedreigingen; in kaart brengen van interne en externe omgeving van
organisatie door gegevens te verzamelen.
2. Onderzoek en selectie van doelen; behalen van marketingdoelstellingen die bedrijf gesteld
heeft.
a. Omzet, marktaandeel, winst en naamsbekendheid
3. Definitie van marketingstrategie;
a. Bij bepalen van marketingstrategie kijkt bedrijf langs welke weg, op welke manier en
binnen welk tijdsbestek ze marktdoelstellingen wil bereiken (5 P´s)
4. Planning van marketingprogramma; er moet activiteitenplanning worden gemaakt.
5. Organisatie en implementatie van marketingprogramma; marketingprogramma moet worden
uitgevoerd in praktijk.
a. Er moeten mensen moeten worden aangenomen, budgetten geregeld, campagnes
opgezet → marketingstrategie moet worden geïmplementeerd.
6. Meting en evaluatie van resultaten en eventueel herdefiniëring van doelen;
marketingactiviteiten moeten constant worden getoetst om te kunnen bepalen of
marketingdoelstellingen zijn behaald.
➔ Je kunt benoemen welke onderdelen binnen de P uitgewerkt worden:
Doel(en), doelgroep(en), strategie, middelen, benodigdheden, planning, evaluatie.
Verkoop
➔ Je kunt het begrip Decision Making Unit (DMU) definiëren
Geeft aan wie de gebruiker, beslisser, beïnvloeder, koper en betaler is.
➔ Je kunt het belang van service aangeven
Onderdeel serviceverlening uit primaire proces betreft inspanningen om klant na aanschaf van
product of dienst tevreden te houden. Klanten beoordelen bedrijf in belangrijke mate op kwaliteit
van service. Klanten verwachten dat service adequaat, snel en professioneel wordt geleverd.
Thema Secundaire processen
Communicatie
➔ Je kunt aangeven wat het belang is van goede communicatie in een organisatie
Interne communicatie helpt om je organisatie bij elkaar te brengen en houden. Het verbindt
afdelingen en teams op de werkvloer en zorgt ervoor dat elke werknemer up-to-date is, op dezelfde
golflengte zit, en op hoogte is van wat er in en met het bedrijf gebeurt.
➔ Je kunt het begrip bedrijfsimago omschrijven
Het imago van een bedrijf is de emotie die het publiek toont op het moment dat de naam van het
bedrijf genoemd wordt. Je kan bijvoorbeeld denken dat mensen positief of negatief over een bedrijf
, denken, krijgen mensen een glimlach bij het noemen van een bedrijfsnaam of worden mensen
nerveus
➔ Je kunt aangeven waarom communicatie zowel tot het primaire als het secundaire proces kan horen
Voor een bedrijf kan primair zijn. Business gericht maar ook secundair.
➔ Je kunt de stappen voor het ontwikkelen van communicatiebeleid beschrijven
1. doelgroepanalyse: communicatiebeleid begint met het identificeren en analyseren van de
doelgroepen.
a. Dit betreft de interne en externe doelgroepen waarop het bedrijf de communicatie wil
richten: werknemers, ondernemingsraad, vakbonden, klanten in bep. klantsegmenten,
overheidsinstanties, de geldverstrekkers en de pers.
2. communicatiedoelstellingen: bij het formuleren van communicatiedoelstellingen is het handig
onderscheid te maken in algemene doelstellingen
a. zoals: wat is het serviceniveau? wat wil het bedrijf uitstralen (imago)? welke informatie
moet voor welke doelgroep beschikbaar zijn?
3. communicatiestrategie: betreft de manier waarop een bedrijf ervoor zorgt dat de
communicatiedoelstellingen bereikt worden.
a. om een goede communicatiestrategie op te stellen, moet een bedrijf bepalen wat voor
soort communicatie het wil toepassen op welke doelgroep. Wil het bedrijf:
i. beïnvloeden van een doelgroep d.m.v. massacommunicatie (reclame), overtuigen
(lobbyen is een aanpak die bij deze basisstrategie voorkomt), dialoog aangaan
(soms wil een bedrijf een gesprek aangaan met zijn doelgroepen) of informatie
zenden wanneer een bedrijf zoveel mogelijk info presenteert en meningsvormen
overlaat.
4. communicatiemiddelen: wanneer een bedrijf een communicatiestrategie heeft, is het
belangrijk welke communicatiemiddelen het wil inzetten.
a. het is goed om als bedrijf te streven naar een vaste set van kanalen en middelen die
conform de doelstelling en de strategie kunnen worden ingezet → hierbij geldt dat de
kanalen elkaar moeten versterken en dat de boodschap is toegespitst op het in te zetten
kanaal. Het communiceren kan worden ingedeeld in:
i. direct print: brief, brochure, print, eigen magazine(s), tijdschriften en dagbladen.
ii. online: website, intranet, elektronische nieuwsbrief, zoekmachineoptimalisatie.
iii. telefoon/e-mail
iv. evenementen: eigen evenementen of aanhaken aan bestaande evenementen
v. persoonlijk: adviseurs, workshops, presentaties en klantensupport.
5. communicatiestijl: hierin wordt een aantal dimensies onderscheiden te weten:
a. taal: bepalen van het taalniveau van elke doelgroep.
i. een grote financiële instelling moet aan een laag opgeleid persoon en een
medewerker een financieel product kunnen uitleggen.
b. beeldtaal: bepalen van de beelden die het bedrijf wil gebruiken en de kleurstellingen.
c. huisstijl: consequent toepassen van een strak geregistreerde huisstijl zorgt voor een
professioneel en herkenbaar karakter.
6. evaluatie: om ervoor te zorgen dat de communicatie voldoet aan de uitgangspunten (die zijn
vastgesteld in de doelstelling en de strategie) moet een bedrijf de communicatie regelmatig
evalueren.
doelgroepanalyse → communicatiedoelstellingen → communicatiestrategie →
communicatiemiddelen → communicatiestijl → evaluatie
A. Doelgroepanalyse: op wie richt je communicatie zich? (interne en externe doelgroepen)
B. Communicatiedoelstellingen- en strategie: wat bereiken en hoe, door beïnvloeden, overtuigen,
dialoog aangaan, informatie zenden
C. Communicatiemiddelen: online, direct print, telefoon/e-mail, evenmenten/persoonlijk
