Wateroverlast
Paragraaf 1: rivieren
Rivieren hebben stroomgebieden. De waterscheiding is de grens tussen stroomgebieden.
Het gebied van de hoofdrivier met alle zijtakken noem je het stroomstelsel. De bovenloop,
middenloop en benedenloop vormen samen het lengteprofiel. Er zijn 3 soorten rivieren:
Regenrivier
Gletsjerrivier
Gemengde rivier
De watertoevoer noem je het regiem. De tijd die water van een bui nodig heeft om in de
rivier te komen noemen we de vertragingstijd. Het hoogteverschil tussen twee plaatsen heet
het verval. Per km noemen we het verhang. Het neerslagregiem (schommelingen) verandert
door:
Meer neerslag
Neerslag valt onregelmatiger
Door verstening van oppervlak neemt de vertragingstijd toe. Om veilig binnendijks te kunnen
wonen moet je niet alleen maar dijkverzwaring toepassen. Ook de afname van
waterbergend vermogen neemt af door bv. Ontbossing. In Nederland is sprake van
bodemdaling. De zeespiegel stijgt snel en bij doodtij staat het water extra laag en bij hoogtij
staat het extra hoog. Doordat veel estuaria de vorm van een trechter hebben, kan bij
hoogwater het water worden opgestuwd in de rivier en dit kan tot overlast leiden.
Paragraaf 2: de kust
Langs de Nederlandse kust vinden we drie gebieden:
De waddenzeekust, hier zijn zeedijken.
De Noord- en Zuid-Hollandse kust, dit is een duinenkust.
De Zeeuwse kust, dit was ooit een estuarium, maar bestaat nu uit primaire keringen
en andere keringen (secundaire). Daardoor veiliger als vroeger.
We hebben zachte kust en harde kust. Harde kust zijn zeedijken, boulevards, ed. Zachte kust
zijn dijken, zandplaten, ed. De kustgebieden veranderen steeds, dit heet dynamiek. Door
wind, getijden en stromingen wordt het zand steeds verplaatst. Er worden strandwallen
gemaakt om duinen en waddengebied te vormen. Het water in de Noordzee komt via twee
getijdenstromingen binnen: via het nauw van Calais en via Schotland. Bij vloed stroomt het
water van zuid naar noord en bij eb andersom. Lang geleden probeerden mensen zich al te
beschermen tegen water door terpen. De afgelopen 150 jaar zijn er verschillende projecten
geweest:
De afsluiting van de Zuiderzee
De Honds Bossche Zeewering
Paragraaf 1: rivieren
Rivieren hebben stroomgebieden. De waterscheiding is de grens tussen stroomgebieden.
Het gebied van de hoofdrivier met alle zijtakken noem je het stroomstelsel. De bovenloop,
middenloop en benedenloop vormen samen het lengteprofiel. Er zijn 3 soorten rivieren:
Regenrivier
Gletsjerrivier
Gemengde rivier
De watertoevoer noem je het regiem. De tijd die water van een bui nodig heeft om in de
rivier te komen noemen we de vertragingstijd. Het hoogteverschil tussen twee plaatsen heet
het verval. Per km noemen we het verhang. Het neerslagregiem (schommelingen) verandert
door:
Meer neerslag
Neerslag valt onregelmatiger
Door verstening van oppervlak neemt de vertragingstijd toe. Om veilig binnendijks te kunnen
wonen moet je niet alleen maar dijkverzwaring toepassen. Ook de afname van
waterbergend vermogen neemt af door bv. Ontbossing. In Nederland is sprake van
bodemdaling. De zeespiegel stijgt snel en bij doodtij staat het water extra laag en bij hoogtij
staat het extra hoog. Doordat veel estuaria de vorm van een trechter hebben, kan bij
hoogwater het water worden opgestuwd in de rivier en dit kan tot overlast leiden.
Paragraaf 2: de kust
Langs de Nederlandse kust vinden we drie gebieden:
De waddenzeekust, hier zijn zeedijken.
De Noord- en Zuid-Hollandse kust, dit is een duinenkust.
De Zeeuwse kust, dit was ooit een estuarium, maar bestaat nu uit primaire keringen
en andere keringen (secundaire). Daardoor veiliger als vroeger.
We hebben zachte kust en harde kust. Harde kust zijn zeedijken, boulevards, ed. Zachte kust
zijn dijken, zandplaten, ed. De kustgebieden veranderen steeds, dit heet dynamiek. Door
wind, getijden en stromingen wordt het zand steeds verplaatst. Er worden strandwallen
gemaakt om duinen en waddengebied te vormen. Het water in de Noordzee komt via twee
getijdenstromingen binnen: via het nauw van Calais en via Schotland. Bij vloed stroomt het
water van zuid naar noord en bij eb andersom. Lang geleden probeerden mensen zich al te
beschermen tegen water door terpen. De afgelopen 150 jaar zijn er verschillende projecten
geweest:
De afsluiting van de Zuiderzee
De Honds Bossche Zeewering