Gastles: Vrijheid van meningsuiting
Het ontstaan van de vrijheid van meningsuiting:
Het ontstaan van de vrijheid van meningsuiting heeft haar oorsprong in het Verlichtingsdenken
• Engeland in het midden van de 17de eeuw
• Frankrijk in het midden van 18de eeuw
Wie eiste of vroeg om de vrijheid van meningsuiting?
• De stedelijke burgerij
o Omdat er in de toenmalige maatschappij (standenmaatschappij) de vrijheid van
meningsuiting verboden was. Men werd daarvoor vervolg - opgesloten en gestraft,
mogelijks zelfs de doodstraf. Deze vervolging was in opdracht van enerzijds de
Katholieke kerk en anderzijds de toenmalige absolute vorst, een koning.
De verlichtingsdenkers werden voor het gerecht gedaagd, voor de beroepsrechters
(waren benoemd voor het leven door de vorst, Koning). De koning benoemde
uiteraard louter en alleen deze rechters die koningsgezind waren.
Wat is het verlichtingsdenken?
• Een levensbeschouwing die aan de basis ligt van het huidige Westerse denken.
Het natuurlijk recht op individuele vrijheid voor iedere burger
Daaruit vloeide volgende fundamentele rechten voort:
• De vrijheid van godsdienst, gedachte en geweten.
• De vrijheid van meningsuiting.
• De drukpersvrijheid.
o Vroeger verliepen alle nieuwsfeiten via de drukpers, vandaar deze term. Er was nog
geen sprake van een online gegeven.
Hoe deze rechten beschermen/waarborgen?
• Als grondrechten vastleggen in een grondwet.
o Belgische grondwet werd opgesteld in 1831, de stedelijke burgerij had hier een
belangrijke impact op.
o Grondwet = basisideologie van de Staat.
▪ Indien men een artikel wil wijzigen of toevoegen moet 2/3 van het
parlement het daarmee eens zijn. Hierdoor worden de grondrechten
beschermd.
▪ Grondrechten moeten ook nageleefd worden door de overheid.
• Naleving grondrechten/grondwet gerechtelijk afdwingbaar maken:
o Rechtsinstanties die deze vrijheden gerechtelijk afdwingbaar maken
▪ Hof van Assisen
Bevoegd voor drukpersmisdrijven (bepaald in 1831) → Om de partijdigheid
van beroepsrechters in te perken, er is immers ook een volksjury aanwezig.
▪ Grondwettelijk Hof
Later opgericht, niet in 1831.
De rechters (12) van het Grondwettelijk Hof toetsen of gestemde wetten,
decreten en besluiten overeenkomstig zijn met de grondwet. Indien niet
overeenkomstig vernietigd het Grondwettelijk Hof deze.
, De vier doelstellingen/grondslagen van de vrijheid van meningsuiting:
Deze doelstellingen zijn van cruciaal belang indien je een debat aangaat over de vrijheid van
meningsuiting.
• Waarborgen van de democratie
o Één van de belangrijkste kenmerken van de democratie is het pluralisme1. Er zijn
meerdere opinies toegelaten in de maatschappij.
o Tolerantie van deze verschillende opinies is cruciaal.
• Persoonlijke ontwikkeling/ontplooiing individu
o Je kan je als mens ontplooien, verrijken omdat je kan deelnemen aan debatten en je
eigen mening kan en mag verwoorden.
• Draagt bij tot achterhalen waarheid
o “factchecking” → Indien sommige beleidsmakers de waarheid verdraaien, liegen,…
kan men de waarheid achterhalen door de vrijheid van meningsuiting.
• Voorkomen onderdrukking "foute" of "gevaarlijke" opinies= tegengaan frustraties
o M.a.w. een foute of gevaarlijke mening mag worden geuit.
o Indien men deze meningen zouden onderdrukken dan zou dit kunnen leiden dat
gevaarlijk gedrag (vernielingen, antistemmen,…).
De toepassing van de vrijheid van meningsuiting
• Aanvankelijk
o De nagenoeg absolute vrijheid van meningsuiting
▪ Er was nagenoeg geen enkele beperking op de vrijheid van meningsuiting
m.u.v. majesteitsschennis (spot en belediging van de Vorst in het openbaar).
▪ Ook aanzetten tot haat en geweld was toegestaan.
o De problematische toepassing van de vrijheid van meningsuiting tijdens het
interbellum2.
▪ Veel democratieën (met gevolg ook de vrijheid van meningsuiting) worden
afgeschaft, door voornamelijk nationalist-socialisten, communisten of
fascisten.
▪ Ze gingen uit van een totalitaire staat
→ Alle macht is gecentraliseerd bij één partij maar bijgevolg ook maar één
krant, één leider, één vakbond,…
▪ Er werd in deze periode heel erg veel aangezet tot haat en geweld.
Voornamelijk tegen Joodse mensen tijdens deze periode.
• De toepassing tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw en de 21ste eeuw:
o Het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (1950) wordt ondertekend.
▪ Mensen schokken of beledigen mocht. Men wou hier absoluut in deze
periode geen beperkingen opleggen.
▪ Later wordt ook het Europees Hof van de Rechten van de Mens opgericht.
→ Dit Hof zorgt ervoor dat de Rechten van de Mens afdwingbaar zijn.
1
Pluralisme is een systeem dat stelt dat de werkelijkheid bestaat uit een veelheid aan principes en niet herleid
kan worden tot één enkel principe.
2
Een interbellum is een periode tussen twee oorlogen.
Het ontstaan van de vrijheid van meningsuiting:
Het ontstaan van de vrijheid van meningsuiting heeft haar oorsprong in het Verlichtingsdenken
• Engeland in het midden van de 17de eeuw
• Frankrijk in het midden van 18de eeuw
Wie eiste of vroeg om de vrijheid van meningsuiting?
• De stedelijke burgerij
o Omdat er in de toenmalige maatschappij (standenmaatschappij) de vrijheid van
meningsuiting verboden was. Men werd daarvoor vervolg - opgesloten en gestraft,
mogelijks zelfs de doodstraf. Deze vervolging was in opdracht van enerzijds de
Katholieke kerk en anderzijds de toenmalige absolute vorst, een koning.
De verlichtingsdenkers werden voor het gerecht gedaagd, voor de beroepsrechters
(waren benoemd voor het leven door de vorst, Koning). De koning benoemde
uiteraard louter en alleen deze rechters die koningsgezind waren.
Wat is het verlichtingsdenken?
• Een levensbeschouwing die aan de basis ligt van het huidige Westerse denken.
Het natuurlijk recht op individuele vrijheid voor iedere burger
Daaruit vloeide volgende fundamentele rechten voort:
• De vrijheid van godsdienst, gedachte en geweten.
• De vrijheid van meningsuiting.
• De drukpersvrijheid.
o Vroeger verliepen alle nieuwsfeiten via de drukpers, vandaar deze term. Er was nog
geen sprake van een online gegeven.
Hoe deze rechten beschermen/waarborgen?
• Als grondrechten vastleggen in een grondwet.
o Belgische grondwet werd opgesteld in 1831, de stedelijke burgerij had hier een
belangrijke impact op.
o Grondwet = basisideologie van de Staat.
▪ Indien men een artikel wil wijzigen of toevoegen moet 2/3 van het
parlement het daarmee eens zijn. Hierdoor worden de grondrechten
beschermd.
▪ Grondrechten moeten ook nageleefd worden door de overheid.
• Naleving grondrechten/grondwet gerechtelijk afdwingbaar maken:
o Rechtsinstanties die deze vrijheden gerechtelijk afdwingbaar maken
▪ Hof van Assisen
Bevoegd voor drukpersmisdrijven (bepaald in 1831) → Om de partijdigheid
van beroepsrechters in te perken, er is immers ook een volksjury aanwezig.
▪ Grondwettelijk Hof
Later opgericht, niet in 1831.
De rechters (12) van het Grondwettelijk Hof toetsen of gestemde wetten,
decreten en besluiten overeenkomstig zijn met de grondwet. Indien niet
overeenkomstig vernietigd het Grondwettelijk Hof deze.
, De vier doelstellingen/grondslagen van de vrijheid van meningsuiting:
Deze doelstellingen zijn van cruciaal belang indien je een debat aangaat over de vrijheid van
meningsuiting.
• Waarborgen van de democratie
o Één van de belangrijkste kenmerken van de democratie is het pluralisme1. Er zijn
meerdere opinies toegelaten in de maatschappij.
o Tolerantie van deze verschillende opinies is cruciaal.
• Persoonlijke ontwikkeling/ontplooiing individu
o Je kan je als mens ontplooien, verrijken omdat je kan deelnemen aan debatten en je
eigen mening kan en mag verwoorden.
• Draagt bij tot achterhalen waarheid
o “factchecking” → Indien sommige beleidsmakers de waarheid verdraaien, liegen,…
kan men de waarheid achterhalen door de vrijheid van meningsuiting.
• Voorkomen onderdrukking "foute" of "gevaarlijke" opinies= tegengaan frustraties
o M.a.w. een foute of gevaarlijke mening mag worden geuit.
o Indien men deze meningen zouden onderdrukken dan zou dit kunnen leiden dat
gevaarlijk gedrag (vernielingen, antistemmen,…).
De toepassing van de vrijheid van meningsuiting
• Aanvankelijk
o De nagenoeg absolute vrijheid van meningsuiting
▪ Er was nagenoeg geen enkele beperking op de vrijheid van meningsuiting
m.u.v. majesteitsschennis (spot en belediging van de Vorst in het openbaar).
▪ Ook aanzetten tot haat en geweld was toegestaan.
o De problematische toepassing van de vrijheid van meningsuiting tijdens het
interbellum2.
▪ Veel democratieën (met gevolg ook de vrijheid van meningsuiting) worden
afgeschaft, door voornamelijk nationalist-socialisten, communisten of
fascisten.
▪ Ze gingen uit van een totalitaire staat
→ Alle macht is gecentraliseerd bij één partij maar bijgevolg ook maar één
krant, één leider, één vakbond,…
▪ Er werd in deze periode heel erg veel aangezet tot haat en geweld.
Voornamelijk tegen Joodse mensen tijdens deze periode.
• De toepassing tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw en de 21ste eeuw:
o Het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (1950) wordt ondertekend.
▪ Mensen schokken of beledigen mocht. Men wou hier absoluut in deze
periode geen beperkingen opleggen.
▪ Later wordt ook het Europees Hof van de Rechten van de Mens opgericht.
→ Dit Hof zorgt ervoor dat de Rechten van de Mens afdwingbaar zijn.
1
Pluralisme is een systeem dat stelt dat de werkelijkheid bestaat uit een veelheid aan principes en niet herleid
kan worden tot één enkel principe.
2
Een interbellum is een periode tussen twee oorlogen.