HOOFDSTUK 1: MICROSCOPISCHE BASIS VAN DE
NEUROANATOMIE
1. Inleiding
- Neuron = zenuwcel
Voortgeleiden van impulsen
Grote kwetsbaarheid bij deprivatie van zuurstof
Belangrijk voor vele vitale functies
Onmogelijk om zicht te vermenigvuldigen
Neurologische aandoeningen = onomkeerbaar of ongeneeslijk
- Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel: hersenen + ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel: 12 paren craniale zenuwen + ganglia + overige zenuwen in
lichaam
Ganglia = collecties van cellichamen
2. Opbouw neuron
- Elk neuron bestaat uit:
1. Cellichaam
2. Grote kern
In deze kern nucleolus
3. Nissl-granulen
4. Dendrieten
Ontvangen impulsen en geleiden impulsen naar cellichaam
5. Axon = lange uitloper vanuit cellichaam
Vervoeren van impuls naar andere neuronen, spieren of klieren
- Synaps = plaats waar het axon van het ene neuron contact maakt met de dendriet van ene
ander neuron
- Neurotransmitters = chemische mediatoren die zorgen voor transmissie van impuls
Vb. acetylcholine, dopamine, adrenaline…
- Myeline = vettige witte substantie rond de neuronen
o Noodzakelijk voor geleiding van de impulsen
Bij jonge kinderen nog niet aanwezig (kunnen niet stappen)
Multiple sclerose = afbraak myeline sensibele en motorische stoornissen
o Myelinisatie door de Schwann cellen (perifeer ZS)
Schede van Schwann/neurolemma = laag myeline
- Knopen van Ranvier = plaatsen waar geen myeline rond de axonen zit
2.1. Soorten neuronen
1. Motorisch (efferent)
Zenuwimpulsen sturen naar spieren/klieren
2. Sensorisch (afferent)
Sensorische zenuwimpulsen aanvoeren
2.2. Het centraal zenuwstelsel
- Grijze stof: zenuwcellichamen
1
, - Witte stof: axonen
- Steuncellen/gliacellen (3 types)
1. Astrocyten
Kwetsbare neuronen samenhouden
Bloedhersenbarrière opbouwen
2. Microglia
Fagocyteren (‘opruimers’)
3. Oligedendroglia
Productie myeline in hersenen en ruggenmerg
- Ependymale cellen
Aflijnen van canalis centralis (ruggenmerg) en ventrikels in de hersenen
Verschijnen het eerst bij embryonale ontwikkeling
- Zenuw bestaat uit bundels (fascikels)
Fascikels bestaan uit honderden
axonen
3. Hersenen
3.1. Telencephalon
Anatomie: 2 delen
1. Hersenhemisferen
2. Basale ganglia
Basale ganglia
- Grove motorische activiteit
- Diep in hemisferen gelegen
Hersenhemisferen
- Gescheiden door fissura longitudinalis medialis
- Bevat windingen = gyri
- Gyri gescheiden door groeven = sulci
Fissuur = diepe sulcus
- Belangrijke groeven
Sulcus centralis en fissura lateralis
Verdelen elke hersensfeer in 4 kwabben
Hersenkwabben
1. Lobus frontalis
2. Lobus parietalis
3. Lobus temporalis
4. Lobus occipitalis
5. Lobus limbicus
6. Lobus insularis
- Lobus parietalis en occipitalis gescheiden door denkbeeldige lijn vanuit fissura parieto
occipitalis
- Gyrus precentralis = gyrus net voor de sulcus centralis (motorisch centrum)
- polus frontalis = frontale pool op de lobus frontalis (zetel van persoonlijkheid)
2
,Onderkant hersenen
- Gyrus orbitalis
Bedekt door reukzenuwen (nervi olfactori)
- Nervi optici
Visuele impulsen leiden van oog naar hersenen
- Chiasma = samenkomst van beide optische zenuwen
- Tracti optici = vervolg van chiasma
- Gyrus hippocampalis
Doorsnede hesenen (horizontaal)
Grijze stof = substantia grisea
- Cortex
Buitenste grijze laag
Cellichamen
- Subcorticale kernen = nuclei basales
Nucleus caudatus
Putamen Corpus striatum
Globus pallidus
- Operculum = cerebrale cortex van lobus frontalis, temporalis en parietalis rondom fissura
lateralis
Witte stof = substantia alba
- Gemyeliniseerde axonen
- Soorten vezels
1. Commisurale vezels = axonen die van de ene hersenhelft naar de andere gaan
In corpus callosum
2. Associatieve vezels = axonen die van kwab naar kwab of gyrus naar gyrus lopen
In dezelfde hemisfeer!
3. Projectievezels = axonen die van hemisferen naar ruggenmerg lopen
Komen vaakst voor in capsula interna
- Insula = binnenwaartse plooi van de hemisferen
‘Vijfde hersenkwab ‘
Geen gekende functie
- Limbische hersenkwab
‘Zesde hersenkwab’
Bestaat uit: gyrus parahippocampalis, gyrus cingulatis en gyrus dentatus
3.2. Diencephalon
Anatomie: 5 delen
1. Thalamus
Schakelcentrum hersenen
2. Hypothalamus
Regulatie temperatuur, emotie, autonome ZS
3. Mediale en laterale corpus geniculatum
4. Subthalamische nucleus
5. Corpus pineale
3
, 3.3. Mesencephalon
Anatomie
- Onderdeel hersenstam
Hersenstam = mesencephalon + pons + medulla oblongata
- Tectum = gebied boven aquaduct van Sylvius
Bestaat uit 4 ronde structuren: corpora quadrigemina
Colliculi superiores/inferiores
- Tegmentum = gebied onder aquaduct van Sylvius
Passage belangrijke zenuwbanen
Nucelus ruber
Nervus oculomotorius (III) + kern
Nervus trochlearis (IV) + kern
- Crus cerebri = dikke zenuwbundel aan basis mesencephalon
- Substantia nigra
Cerebrale pedunkel = substantia nigra + crus cerebri + tegmentum
3.4. Pons en cerebellum
Anatomie cerebellum
- Cerebellum onder occipitale kwab
Evenwicht
Spiertonus
Coördinatie spieractiviteit
- 2 hemisferen + vermis cerebelli
- Vezelbundels tussen cerebellum en hersenstam
1. Penduculus cerebrallis superior = brachium conjunctivum
2. Penduculus cerebrallis medius = brachium pontis
3. Penduculus cerebrallis inferior = corpus restiforme
Anatomie pons
- 4de ventrikel = scheiding pons-cerebellum
- Zenuwbanen
N. trigeminus (V)
N. abducens (VI)
N. facialis (VII)
3.5. Medulla oblongata
Anatomie
- Gaat over in de medulla spinalis thv foramen magnum
- Zenuwbanen
N. hypoglossus
Respiratoire en cardiale centra
3.6. Medulla spinalis (ruggenmerg)
- Ruggenmerg gaat van foramen magnum tot L2
- Geleidingsbaan tussen perifere/spinale zenuwen en hersenen
- Perifere zenuwen door 31 spinale zenuwen verbonden met ruggenmerg
Doorsnede
- Grijze stof (vlindervorm)
4