College 1: Breuken, procenten, kommagetallen en
verhoudingen
Directe instructie:
- Oriëntatie
- Presentatie
- Inoefening
- Individuele verwerking
- Periodieke terugblik
- Terugkoppeling
Realistisch rekenen: Vijf leerprincipes verbonden met vijf
onderwijsprincipes
1. De opvatting leren als construeren (actieve rol kind) met het
leggen van
concrete oriëntatiebasis (context) in het onderwijs.
2. De verschillende niveaus van leren op de lange termijn met het
verschaffen
van modellen, schema’s en symbolen.
3. Het reflectieve moment van leren met het maken van eigen
producties (ook
eigen oplossingsmanieren).
4. Leren als sociale activiteit met interactief onderwijs.
5. Het structuurkarakter van het leren met het verstrengelen van
leergangen.
1. Construeren en concretiseren:
- Verdeel op zoveel mogelijke manieren vijf repen eerlijk onder zes
kinderen
(hoeveel krijgt ieder?)
- Verdeel een cake/pannenkoek eerlijk in 2,3,4,5,6,7,8,9 stukken.
- Wat is meer: 1/5 of 2/10 of 1/6 pannenkoek?
- Betekenisvol onderwijs.
2. Niveaus en modellen:
,3. Reflectie en eigen producties:
4. Sociale context en interactie:
- Interactieve nabesprekingen
- Coöperatieve werkvormen
, 5. Structureren en verstrengelen:
Belangrijke punten binnen de
didactiek:
- Van concreet via model naar formeel:
1–¼=¾
- Van benoemde getallen (in concrete praktische situaties) naar
onbenoemde
getallen:
½ appel + ½ appel ½ + ½
- Onderwijs meer gericht op inzicht en minder op
beheersingsniveau.
- Uiteindelijke doel: kinderen ontwikkelen hun eigen relatienet.
Verhoudingen:
verhoudingen
Directe instructie:
- Oriëntatie
- Presentatie
- Inoefening
- Individuele verwerking
- Periodieke terugblik
- Terugkoppeling
Realistisch rekenen: Vijf leerprincipes verbonden met vijf
onderwijsprincipes
1. De opvatting leren als construeren (actieve rol kind) met het
leggen van
concrete oriëntatiebasis (context) in het onderwijs.
2. De verschillende niveaus van leren op de lange termijn met het
verschaffen
van modellen, schema’s en symbolen.
3. Het reflectieve moment van leren met het maken van eigen
producties (ook
eigen oplossingsmanieren).
4. Leren als sociale activiteit met interactief onderwijs.
5. Het structuurkarakter van het leren met het verstrengelen van
leergangen.
1. Construeren en concretiseren:
- Verdeel op zoveel mogelijke manieren vijf repen eerlijk onder zes
kinderen
(hoeveel krijgt ieder?)
- Verdeel een cake/pannenkoek eerlijk in 2,3,4,5,6,7,8,9 stukken.
- Wat is meer: 1/5 of 2/10 of 1/6 pannenkoek?
- Betekenisvol onderwijs.
2. Niveaus en modellen:
,3. Reflectie en eigen producties:
4. Sociale context en interactie:
- Interactieve nabesprekingen
- Coöperatieve werkvormen
, 5. Structureren en verstrengelen:
Belangrijke punten binnen de
didactiek:
- Van concreet via model naar formeel:
1–¼=¾
- Van benoemde getallen (in concrete praktische situaties) naar
onbenoemde
getallen:
½ appel + ½ appel ½ + ½
- Onderwijs meer gericht op inzicht en minder op
beheersingsniveau.
- Uiteindelijke doel: kinderen ontwikkelen hun eigen relatienet.
Verhoudingen: