1
ZELFSTUDIEVRAGENLIJST: FREUD
-Bewuste: we leven er elke dag in we zijn er wel van bewust (taal)
-Voorbewuste: wat we probleemloos bewust kunnen maken (taal)
-Onbewuste: absoluut onbewust, kan nooit tot bewustzijn komen
1. Leg uit: Es (Freud).
= uit lichamelijke organisatie afkomstige driften: alles wat overgeërfd, bij de
geboorte meegebracht, constitutioneel vastgelegd is.
Het is ons oorspronkelijke ‘zelf’ met onbewuste inhouden. Primair samengesteld
uit een bundel driften, die allemaal rechtstreeks op bevrediging zijn gericht. Die
drift vormt een onpersoonlijke en anonieme kracht = es.
Es is een vat vol driften, wat onze driftmatigheid bevat. Es betekent in
het Duits gewoon ‘het’. Als hij het in het Latijn bespreekt ‘id’. Dus het Es
betekent echt het ‘het’, het is iets onbepaald. Es = driften, maar es is
niet gelijk aan onbewuste. In ons zit er iets dat ons drijft, doet ons
handeen en ons gedragen. Het zit in ons, maar we hebben er geen greep
op. Cfr ijsberg: dit zit allemaal onder water en drijft het topje van de
ijsberg.
-Het onbewuste= het es (dus de driften) en het verdrongene
-Drift <-> behoefte: als we dorst hebben moeten we drinken, deze
behoefte is duidelijk gekoppeld aan een bepaalde bevrediging. Dit is niet
zo bij de drift, de drift kan op tal van manieren bevredigd worden.
2. Leg uit: Über-ich (Freud).
Wordt gevormd door tijdens de opvoeding de in de samenleving heersende
normen en waarden te verinnerlijken. Het is een controle-instantie: het
onderwerpt het driftleven van het Es en het denken en handelen van het Ik aan
geboden en verboden.
Tussen bewuste/voorbewust en onbewuste. Er zijn dus ook bepaalde
normen en waarden waarvan we niet weten dat ze zo bepalend zijn in
ons leven.
3. Leg uit: Ich (Freud).
Moet het über-ich en het es met elkaar verzoenen.
Dit is het bewuste en het voorbewuste
Verhouding es-ich-uberich
-We moeten een kind voorstellen als het ‘es’
o = ongedifferentieerde eenheid van es en ich
o Één groot val vol driften (es) die zoeken naar bevrediging in
realiteit
o Maar realiteit leent zich niet altijd naar onze driften: wrijving
tussen driftmatigheid en realiteit -> voortdurende frustratie
zorgt voor schorslaag op driftmatigheid
-‘ik’ gaat dus bemiddelen tussen realiteit en driftmatigheid:
beslissen wanneer driftmatigheid bevredigd kan worden
o Nieuwe instantie in het ik door opvoeding: uber-ich
-Uber-ich: verinnerlijking van normen en waarden van onze
opvoeders. Dit zorgt ook voor een grote bron van ziektebeelden.
FW10morfol - 24/09/21
ZELFSTUDIEVRAGENLIJST: FREUD
-Bewuste: we leven er elke dag in we zijn er wel van bewust (taal)
-Voorbewuste: wat we probleemloos bewust kunnen maken (taal)
-Onbewuste: absoluut onbewust, kan nooit tot bewustzijn komen
1. Leg uit: Es (Freud).
= uit lichamelijke organisatie afkomstige driften: alles wat overgeërfd, bij de
geboorte meegebracht, constitutioneel vastgelegd is.
Het is ons oorspronkelijke ‘zelf’ met onbewuste inhouden. Primair samengesteld
uit een bundel driften, die allemaal rechtstreeks op bevrediging zijn gericht. Die
drift vormt een onpersoonlijke en anonieme kracht = es.
Es is een vat vol driften, wat onze driftmatigheid bevat. Es betekent in
het Duits gewoon ‘het’. Als hij het in het Latijn bespreekt ‘id’. Dus het Es
betekent echt het ‘het’, het is iets onbepaald. Es = driften, maar es is
niet gelijk aan onbewuste. In ons zit er iets dat ons drijft, doet ons
handeen en ons gedragen. Het zit in ons, maar we hebben er geen greep
op. Cfr ijsberg: dit zit allemaal onder water en drijft het topje van de
ijsberg.
-Het onbewuste= het es (dus de driften) en het verdrongene
-Drift <-> behoefte: als we dorst hebben moeten we drinken, deze
behoefte is duidelijk gekoppeld aan een bepaalde bevrediging. Dit is niet
zo bij de drift, de drift kan op tal van manieren bevredigd worden.
2. Leg uit: Über-ich (Freud).
Wordt gevormd door tijdens de opvoeding de in de samenleving heersende
normen en waarden te verinnerlijken. Het is een controle-instantie: het
onderwerpt het driftleven van het Es en het denken en handelen van het Ik aan
geboden en verboden.
Tussen bewuste/voorbewust en onbewuste. Er zijn dus ook bepaalde
normen en waarden waarvan we niet weten dat ze zo bepalend zijn in
ons leven.
3. Leg uit: Ich (Freud).
Moet het über-ich en het es met elkaar verzoenen.
Dit is het bewuste en het voorbewuste
Verhouding es-ich-uberich
-We moeten een kind voorstellen als het ‘es’
o = ongedifferentieerde eenheid van es en ich
o Één groot val vol driften (es) die zoeken naar bevrediging in
realiteit
o Maar realiteit leent zich niet altijd naar onze driften: wrijving
tussen driftmatigheid en realiteit -> voortdurende frustratie
zorgt voor schorslaag op driftmatigheid
-‘ik’ gaat dus bemiddelen tussen realiteit en driftmatigheid:
beslissen wanneer driftmatigheid bevredigd kan worden
o Nieuwe instantie in het ik door opvoeding: uber-ich
-Uber-ich: verinnerlijking van normen en waarden van onze
opvoeders. Dit zorgt ook voor een grote bron van ziektebeelden.
FW10morfol - 24/09/21