Vreemdelingenrechtelijk Besluit I (regulier)
Toetsing van:
Project Migratie
HBR-2-PR-20-MI-TOETS-02-Kans 1-PER 3
1
, IND Directie Regulier Verblijf en Nederlanderschap
Immigratie- en Naturalisatiedienst
Rijnstraat 8
2515 XP Den Haag
John Zwart
De Ruijterkade 115
1011 AB Amsterdam
Den Haag, 1 februari 2021
Betreft: besluit op aanvraag verblijfsvergunning regulier
Geachte heer Zwart,
Op 5 januari 2021 is uw aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd met een beroep
op gezinshereniging in zijn volledigheid ontvangen bij de IND. De IND heeft besloten om de aanvraag
voor een verblijfsvergunning voor u af te wijzen. Hoe de IND is gekomen tot dit besluit leest u
hieronder.
Onderwerp van het besluit
De aanvraag betreft een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd, zoals vermeld in artikel 14
Vreemdelingenwet 2000. Op grond van dit artikel zijn wij bevoegd om deze aanvraag in te willigen, af
te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen.
De aanvraag is voor de vreemdeling met de volgende gegevens: John Zwart, 35 jaar, Zuid-Afrikaanse
nationaliteit. Op grond van artikel 1 Vreemdelingenwet 2000 wordt u aangemerkt als vreemdeling,
omdat u niet in bezit bent van de Nederlandse nationaliteit.
In begeleidend schrijven heeft de moeder van uw kind de aanvraag ingediend en treedt zij op als
referent in de zin van artikel 2a lid 1 sub a Vreemdelingenwet 2000. Hierbij gaat het om de volgende
gegevens: Samantha de Jong, 32 jaar, Nederlandse nationaliteit. Mevrouw De Jong wordt hierna
vermeld als ‘betrokkene’.
Relevante feiten
In de door betrokkene ingediende aanvraag op 20 januari 2021 heeft zij de volgende relevante feiten
met ons gedeeld.
U heeft vanaf 2016 ongehuwd en niet-geregistreerd samengewoond met betrokkene waarbij jullie
verbleven in verschillende landen. In 2017 is uit deze relatie uw zoon Nelson geboren. U zag
2
Toetsing van:
Project Migratie
HBR-2-PR-20-MI-TOETS-02-Kans 1-PER 3
1
, IND Directie Regulier Verblijf en Nederlanderschap
Immigratie- en Naturalisatiedienst
Rijnstraat 8
2515 XP Den Haag
John Zwart
De Ruijterkade 115
1011 AB Amsterdam
Den Haag, 1 februari 2021
Betreft: besluit op aanvraag verblijfsvergunning regulier
Geachte heer Zwart,
Op 5 januari 2021 is uw aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd met een beroep
op gezinshereniging in zijn volledigheid ontvangen bij de IND. De IND heeft besloten om de aanvraag
voor een verblijfsvergunning voor u af te wijzen. Hoe de IND is gekomen tot dit besluit leest u
hieronder.
Onderwerp van het besluit
De aanvraag betreft een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd, zoals vermeld in artikel 14
Vreemdelingenwet 2000. Op grond van dit artikel zijn wij bevoegd om deze aanvraag in te willigen, af
te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen.
De aanvraag is voor de vreemdeling met de volgende gegevens: John Zwart, 35 jaar, Zuid-Afrikaanse
nationaliteit. Op grond van artikel 1 Vreemdelingenwet 2000 wordt u aangemerkt als vreemdeling,
omdat u niet in bezit bent van de Nederlandse nationaliteit.
In begeleidend schrijven heeft de moeder van uw kind de aanvraag ingediend en treedt zij op als
referent in de zin van artikel 2a lid 1 sub a Vreemdelingenwet 2000. Hierbij gaat het om de volgende
gegevens: Samantha de Jong, 32 jaar, Nederlandse nationaliteit. Mevrouw De Jong wordt hierna
vermeld als ‘betrokkene’.
Relevante feiten
In de door betrokkene ingediende aanvraag op 20 januari 2021 heeft zij de volgende relevante feiten
met ons gedeeld.
U heeft vanaf 2016 ongehuwd en niet-geregistreerd samengewoond met betrokkene waarbij jullie
verbleven in verschillende landen. In 2017 is uit deze relatie uw zoon Nelson geboren. U zag
2