P-lijn: methodologie Prof. Guy Brusselle
Les 1: Onderzoeksvraag
1. Onderzoekstypen
Beschrijvend Verklarend
Explorerend: Uitspraken over de mate Welke variabelen hebben de
Verzamelen van informatie waarin en de manier waarop meeste invloeden
een verschijnsel zich voordoet
Toetsend: Kennis over een verschijnsel Toetsen van specifieke
Toetsen van hypothesen binnen een bepaalde populatie hypothesen
of een ander tijdstip
• Je start altijd met beschrijvend explorerend onderzoek à toetsend verklarend onderzoek
2. Waarom klinisch wetenschappelijk onderzoek?
Klinisch wetenschappelijk onderzoek
Evidence-based Medicine
• We willen geneeskunde baseren op evidente (= materiaal waaraan men hypothese toetst)
• Niveau van evidentie wordt bepaald door het soort studie dat men doet
1
,P-lijn: methodologie Prof. Guy Brusselle
3. Onderzoeksvraag
Memo-technisch woord: FINER criteria
F Feasible: haalbaar Bv: asbestblootstelling à het duurt 20-30 jaar vooraleer je
er ziek van wordt à te lang!!
I Interesting
N Novel: vernieuwend
E Ethical: ethisch verantwoord Als er reeds een goede veilige actieve behandeling is, dan is
een nieuwe studie doen waarbij je de patiënten
randomiseert (één krijgt placebo) niet ethisch verantwoord
R Relevant
4. Betekenis van de studie
• Voorkomen van:
o Duplicatie van het onderzoek à literatuuronderzoek
o Onnodige fouten
• Literatuurstudie is ook belangrijk om te leren uit de fouten die andere onderzoekers in hun
studies hebben gemaakt
• Een stapsgewijze zoekstrategie:
2
, P-lijn: methodologie Prof. Guy Brusselle
5. Design van de studie
• Observatie (observationele studie) à puur toekijken, observeren
o Cross-sectionele studie
ü bv. Vragenlijst
ü Op één tijdstip een studie doen
ü Verbanden zoeken, MAAR geen conclusies trekken want een tijdsas ontbreekt
(geen causaal verband)
o Cohorte studie:
ü iemand lang volgen/longitudinaal volgen
ð Prospectief
ð Retrospectief
ü Is een waardevolle studie
o Case-control studie
ü Cases met ziekte vergelijken met gezonde patiënten
• Interventie (interventionele/experimentele studie) à minder onderhevig aan systematische
fouten (bias)
o RCT: Randomized Controlled Trial
ü Ad random patiënten toewijzen aan de ene of andere behandeling (je kan altijd
vergelijken)
o Pragmatic trial
ü Focust op de correlatie tussen behandelingen en resultaten in de praktijk i.p.v.
focussen op oorzakelijke verklaringen
3
Les 1: Onderzoeksvraag
1. Onderzoekstypen
Beschrijvend Verklarend
Explorerend: Uitspraken over de mate Welke variabelen hebben de
Verzamelen van informatie waarin en de manier waarop meeste invloeden
een verschijnsel zich voordoet
Toetsend: Kennis over een verschijnsel Toetsen van specifieke
Toetsen van hypothesen binnen een bepaalde populatie hypothesen
of een ander tijdstip
• Je start altijd met beschrijvend explorerend onderzoek à toetsend verklarend onderzoek
2. Waarom klinisch wetenschappelijk onderzoek?
Klinisch wetenschappelijk onderzoek
Evidence-based Medicine
• We willen geneeskunde baseren op evidente (= materiaal waaraan men hypothese toetst)
• Niveau van evidentie wordt bepaald door het soort studie dat men doet
1
,P-lijn: methodologie Prof. Guy Brusselle
3. Onderzoeksvraag
Memo-technisch woord: FINER criteria
F Feasible: haalbaar Bv: asbestblootstelling à het duurt 20-30 jaar vooraleer je
er ziek van wordt à te lang!!
I Interesting
N Novel: vernieuwend
E Ethical: ethisch verantwoord Als er reeds een goede veilige actieve behandeling is, dan is
een nieuwe studie doen waarbij je de patiënten
randomiseert (één krijgt placebo) niet ethisch verantwoord
R Relevant
4. Betekenis van de studie
• Voorkomen van:
o Duplicatie van het onderzoek à literatuuronderzoek
o Onnodige fouten
• Literatuurstudie is ook belangrijk om te leren uit de fouten die andere onderzoekers in hun
studies hebben gemaakt
• Een stapsgewijze zoekstrategie:
2
, P-lijn: methodologie Prof. Guy Brusselle
5. Design van de studie
• Observatie (observationele studie) à puur toekijken, observeren
o Cross-sectionele studie
ü bv. Vragenlijst
ü Op één tijdstip een studie doen
ü Verbanden zoeken, MAAR geen conclusies trekken want een tijdsas ontbreekt
(geen causaal verband)
o Cohorte studie:
ü iemand lang volgen/longitudinaal volgen
ð Prospectief
ð Retrospectief
ü Is een waardevolle studie
o Case-control studie
ü Cases met ziekte vergelijken met gezonde patiënten
• Interventie (interventionele/experimentele studie) à minder onderhevig aan systematische
fouten (bias)
o RCT: Randomized Controlled Trial
ü Ad random patiënten toewijzen aan de ene of andere behandeling (je kan altijd
vergelijken)
o Pragmatic trial
ü Focust op de correlatie tussen behandelingen en resultaten in de praktijk i.p.v.
focussen op oorzakelijke verklaringen
3