Celfysiologie Prof. Leybaert
Algemene fysiologie en celfysiologie DEEL 1
Inhoudsopgave
1. Vochtcompartimenten .................................................................................................................... 2
2. Membraantransport ....................................................................................................................... 4
3. Diffusie ............................................................................................................................................ 5
4. Osmose en celvolume regulatie ...................................................................................................... 9
5. Elektrodiffusie ............................................................................................................................... 13
6. Kanaaleiwitten .............................................................................................................................. 16
7. Transporteiwitten ......................................................................................................................... 23
8. Primair actief transport: verschillende families van transporteiwitten ........................................ 26
9. Secundair actief transport: co-transport en of uitwisselingstransport ......................................... 30
10. Het elektrisch equivalentieschema van de plasmamembraan ................................................. 37
11. Actiepotentialen ....................................................................................................................... 40
12. De neuromusculaire junctie ...................................................................................................... 49
13. Voorbeelden van GPCRs in het hart .......................................................................................... 56
1
,Celfysiologie Prof. Leybaert
1. Vochtcompartimenten
• Ons lichaam is opgebouwd uit verschillende
compartimenten
• We bestaan voor 60% uit water (body water) verdeeld als
volgt:
o 40% intracellulair vocht
o 15% interstitieel vocht
Extracellulair vocht
o 5% bloedplasma
• Niet alle lichaamscompartimenten hebben dezelfde vocht
samenstelling à verschilt van orgaan tot orgaan
• Kinderen en pasgeborenen hebben een grotere waterinhoud, maar ze verliezen echter ook meer
water door een hogere oppervlakte/volume verhouding (ze drogen sneller uit door groter
oppervlak)
• Vrouwen hebben procentueel minder water à meer vet
• Hersenen: 80-85% water
• Beenderen: 20-25% water
• Tanden: 8-10% water
• Hart: 75-80% water
• Spieren: 70-75% water
• Bloed: 85% water (incl. intracellulair vocht)
• Huid: 70-75% water
2
,Celfysiologie Prof. Leybaert
• De samenstelling van vochten:
• Intracellulair
o K+: 140-150 mM
o Lage Na+
o Véél eiwitten (neg.)
o Tegenanionen
• Extracellulair interstitieel:
o Na+: 135-145 mM
o Lage K+
o GEEN EIWITTEN!!!
• Extracellulair bloedplasma:
o Na+: 135-145 mM
RMP: -70 mV
o Lage K+
o WEL EIWITTEN
Enigste verschil tussen bloedplasma en interstitieel vocht is de aanwezigheid van eiwitten!
3
, Celfysiologie Prof. Leybaert
CO2 is het meest
2. Membraantransport toegankelijk
• Niet alle substanties kunnen doorheen de
plasmamembraan
Opm.: Plasmamembraan = dierlijke cellen
Celmembraan = plantaardige cellen
• Sommige van de substanties die niet doorheen de plasmamembraan kunnen, worden erover
gebracht via gespecialiseerde eiwitten
NIET
SPONTAAN!!!
4
Algemene fysiologie en celfysiologie DEEL 1
Inhoudsopgave
1. Vochtcompartimenten .................................................................................................................... 2
2. Membraantransport ....................................................................................................................... 4
3. Diffusie ............................................................................................................................................ 5
4. Osmose en celvolume regulatie ...................................................................................................... 9
5. Elektrodiffusie ............................................................................................................................... 13
6. Kanaaleiwitten .............................................................................................................................. 16
7. Transporteiwitten ......................................................................................................................... 23
8. Primair actief transport: verschillende families van transporteiwitten ........................................ 26
9. Secundair actief transport: co-transport en of uitwisselingstransport ......................................... 30
10. Het elektrisch equivalentieschema van de plasmamembraan ................................................. 37
11. Actiepotentialen ....................................................................................................................... 40
12. De neuromusculaire junctie ...................................................................................................... 49
13. Voorbeelden van GPCRs in het hart .......................................................................................... 56
1
,Celfysiologie Prof. Leybaert
1. Vochtcompartimenten
• Ons lichaam is opgebouwd uit verschillende
compartimenten
• We bestaan voor 60% uit water (body water) verdeeld als
volgt:
o 40% intracellulair vocht
o 15% interstitieel vocht
Extracellulair vocht
o 5% bloedplasma
• Niet alle lichaamscompartimenten hebben dezelfde vocht
samenstelling à verschilt van orgaan tot orgaan
• Kinderen en pasgeborenen hebben een grotere waterinhoud, maar ze verliezen echter ook meer
water door een hogere oppervlakte/volume verhouding (ze drogen sneller uit door groter
oppervlak)
• Vrouwen hebben procentueel minder water à meer vet
• Hersenen: 80-85% water
• Beenderen: 20-25% water
• Tanden: 8-10% water
• Hart: 75-80% water
• Spieren: 70-75% water
• Bloed: 85% water (incl. intracellulair vocht)
• Huid: 70-75% water
2
,Celfysiologie Prof. Leybaert
• De samenstelling van vochten:
• Intracellulair
o K+: 140-150 mM
o Lage Na+
o Véél eiwitten (neg.)
o Tegenanionen
• Extracellulair interstitieel:
o Na+: 135-145 mM
o Lage K+
o GEEN EIWITTEN!!!
• Extracellulair bloedplasma:
o Na+: 135-145 mM
RMP: -70 mV
o Lage K+
o WEL EIWITTEN
Enigste verschil tussen bloedplasma en interstitieel vocht is de aanwezigheid van eiwitten!
3
, Celfysiologie Prof. Leybaert
CO2 is het meest
2. Membraantransport toegankelijk
• Niet alle substanties kunnen doorheen de
plasmamembraan
Opm.: Plasmamembraan = dierlijke cellen
Celmembraan = plantaardige cellen
• Sommige van de substanties die niet doorheen de plasmamembraan kunnen, worden erover
gebracht via gespecialiseerde eiwitten
NIET
SPONTAAN!!!
4