Samenvatting 1V: dagelijkse zorg: Anatomie

De huid
Inhoud
- De huid
 Functies
 Bouw
o Opperhuid
o Lederhuid
o Onderhuidse laag
o Accessoire structuren
- Thermoregulatie
 Inleiding
 Lichaamstemperatuur
 Kerntemperatuur
 Warmteproductie
 Regulatie



Een inleiding tot de huid
De huid bestaat uit
- Huid
- Haren
- Nagels
- Verschillende klieren

De huid: een orgaan dat bestaat uit
- Uitwendig dekweefsel = opperhuid
(epidermis)
- Onderliggende bindweefsels =
lederhuid (dermis)
- Onderhuids laag (hypodermis)

Accessoire structuren van de huid
- Haren
- Nagels
- Exocriene klieren

Hypodermis is via bloedvaten, zenuwen en bindweefselvezels nauw vervlochten met de dermis

5 functies van de huid
1. Bescherming
 Bedekking en bescherming van onderliggende weefsels en organen tegen schokken,
chemische stoffen, infecties door micro-organismen, enz.
 Beperken van vochtverlies
2. Thermoregulatie
 Handhaven van de lichaamstemperatuur door het reguleren van warmte-
uitwisseling met omgevingstemperatuur

, 3. Vorming en opslag van voedingsstoffen
 In de epidermis wordt vit D3 gevormd
 D3 = bouwsteen van een hormoon dat calciumopname bevordert
 Opslag van vetten in het vetweefsel van de hypodermis
4. Zintuigfunctie
 Detectie van tast-, druk-, pijn-, en temperatuurprikkels
 Geven deze info door aan het zenuwstelsel
5. Uitscheiding en afscheiding
 Klieren in de huid scheiden zouten, water en organische afvalstoffen af
 Gespecialiseerde klieren scheiden melk uit

Bouw van de huid (cutis) -> bestaat uit 2 lagen
- Opperhuid (epidermis)
- Lederhuid (dermis)
- (onderhuid of hypodermis)

De epidermis
De epidermis bestaat uit -> Meerlagig plaveiselepitheel met verschillende lagen

Verschillende cellagen (strata)
Dikke huid
- Aangetroffen op handpalmen en voetzolen
- Bevat 5 lagen

Dunne huid
- Bedekt de rest van het lichaam
- Bestaat uit 4 lagen

Dun en dik -> betrekking op de dikte van de epidermis
Basaalmembraan ligt aan de basis

Vijf cellagen (strata) van basaalmembraan (epidermis laag) in de richting van uitwendig oppervlak
1. Kiemlaag (stratum basale)
2. Stratum spinosum (tussenlaag)
3. Granulosum (tussenlaag)
4. Lucidum (tussenlaag)
5. Hoornlaag (stratum corneum)

Het stratum basale/ kiemlaag
- Kiemlaag = stratum basale = stratum germinativum
- Basis epidermis – diepste epidermislaag
- Verbonden met het basaalmembraan via hemidesmosomen
- Basislaag heeft bepaalde uitstulpingen -> papilvormig of epidermiskammen
- Papilvormig of epidermiskammen
 Oppervlaktevergroting voor meer wrijving -> betere houvast
 Vingerafdrukken: patronen van de kammen op de vingertoppen