100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting RZL

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
30
Geüpload op
22-07-2021
Geschreven in
2017/2018

In het document is een allesomvattende samenvatting van hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5 en 6 gebaseerd op het handboek "weerbarstig geloof", geschreven door Hans Geybels en diens lessen.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
22 juli 2021
Aantal pagina's
30
Geschreven in
2017/2018
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 1: Bestaat God?
1. Godsbewijzen
‘Godservaring’ is al zo oud als de mensheid, zelfs muurschilderingen kunnen religieus geïnterpreteerd
worden. Bestaat God?  wetenschappelijk is het onmogelijk te bewijzen, en volgens het Christendom
is die vraag irrelevant. In het Christendom staat duidelijk beschreven dat je niet het goede moet doen
voor God, maar omwille van het goede. Maw, je moet niet het goede doen omdat je bang hebt voor
het oordeel van God. Dus ook als er ooit bewezen zou worden dat God niet bestaat, dan nog moeten
christeren nog goed leven, ookal zal er geen vagevuur komen. Desalniettemin gelooft elke Christen in
het bestaan van God.
Doorheen de geschiedenis zijn er meerdere ‘bewijzen’ bijeengezocht om het bestaan van God te
bewijzen. Het ontologische (zijnsleer) bewijs van het bestaan van God  God is iets waarboven niets
groters kan gedacht worden. Binnen de zijnsleer is het bekend dat ‘zijn’ altijd groter is dan ‘niet zijn’.
Opdat God het allergrootste is, moet het wel zijn. Als het niet bestaat, dan kan het onmogelijk ‘het
grootste’ zijn. (eigenlijk absurde redenering viscieus  ‘iets waarboven niets groter kan gedacht
worden’ is iets dat sowieso bestaat, want ‘zijn’ is een voorwaarde om groter te zijn dan iets dat wel
‘zijn’ is zoals de mens bijvoorbeeld. Als God niet bestaat, dan komt het sowieso al achter alles wat
bestaat in de rij en dan klopt de definitie niet meer).
Op deze leer komt kritiek van Gaunilo. Hij toont de absurditeit vd redenering aan door het door te
trekken naar andere disciplines. Bv. Bart is ontdekkingsreiziger en keert terug en beweert dat hij het
perfecte eiland gezien heeft. Hij kan zeggen (volgens ontologie): hoe jij het perfecte eiland voorstelt
in jouw hoofd is sowieso minder perfect dan het eiland waar ik ben geweest, want dat van mij
bestaat en dat van jou is maar een idee. Ontologie zegt dat iets dat bestaat sowieso grootser is dan
iets dat niet bestaat, bijgevolg is het eiland dat ik heb gezien (en dus bestaat) sowieso groter en
perfecter dan hetgene dat jij in je gedachte hebt.
Daarna kwam Thomas Van Aquino die de ontologische theorie aan de kant schoof. Hij meent dat het
onmogelijk is om het bestaan van God te bewijzen, maar volgens hem zijn er 5 ‘wegen’ die ons op
het spoor zetten van het bestaan van God:
 Het argument van de onbewogen beweger of de allereerste beweger: Alles in de kosmos is
voortdurend in beweging, maar ooit moet er een eerste beweger geweest zijn die alles heeft
laten bewegen. Die beweger is volgens hem onbewogen en genaamd God.
 Het argument van de onveroorzaakte veroorzaker of de eerste oorzaak: Een variant van het
argument hierboven. ‘Nothing can come from nothing’  God is de onveroorzaakte
veroorzaker. Thomas noemt deze God, maar zegt niet dat God persé die veroorzaker is.
 Het contingentie- en noodzaakargument: contingent betekent niet-noodzakelijk. Alles in
onze kosmos is contingent. Maw alles had even goed niet kunnen bestaan, en NIETS zal
eeuwig blijven bestaan. Het universum is niet noodzakelijk, maar het bestaat wel. Maar er
moet toch iets zijn dat feitelijk bestaat, noodzakelijk is. Dat iets is onafhankelijk van al de rest
om te kunnen bestaan.
 Het gradatie-argument: in het universum bestaan dingen in diverse graden van perfectie. Het
bestaan van perfectie is noodzakelijk om de rest daartegenover te relativeren. Als we niet
weten hoe een perfecte cirkel eruit ziet, dan konden we geen gradaties van cirkels van slecht
naar goed zetten. God moet bestaan, omdat hij dient als referentiepunt van perfectie. De
kritiek die hierop komt is dat er geen ultiem referentiepunt bestaat. Om te kunnen beweren
dat alles relatief is tov elkaar is er geen God nodig.
 Het teleologisch bewijs: De kosmos steekt zo wonderlijk in elkaar dat het ondenkbaar is dat
alles toevallig en contingent is. Als je nader gaat bekijken hoe een oog in elkaar zit, dat is zo

, complex dat dit toch geen toeval kan zijn. Er had even goed niks kunnen zijn, maar waarom is
er dan wél iets? Dit wordt ook wel de theorie van de horlogemaker genoemd. Dit meent dat
de wereld zo perfect in elkaar steekt, dat het eigenlijk niet mogelijk is dat het er ALTIJD al
geweest is. Als je valt over een rots (totaal geen ingewikkeld object), dan ga je ervan uit dat
deze er altijd al geweest is. Als je daarentegen een horloge ziet, dan weet je dat dit er NIET
altijd al geweest is, maar dat een horlogemaker dit in elkaar heeft gestoken. Ook het
universum is er niet altijd al geweest, iemand moet dat gemaakt hebben zoals een horloge.
De oerknal zegt hoe het universum ontstaan is na de knal, maar wat er aanzette tot die knal
weet niemand.
Morele godsbewijs  als je ervan overtuigd bent dat God niet bestaat, dan gaan al die personen toch
immoreel gedrag vertonen, want dat is efficiënter. God straft niet achteraf, dus jezelf opofferen voor
iemand of belasting betalen is gewoon dom, want je komt hier en nu beter uit door dat allemaal niet
te doen en achteraf na het leven bestaat toch niet. God is een noodzakelijke stok achter de deur voor
moraliteit. Het tegenargument is dat wij mensen gewoon zelf morele systemen verzinnen
(rechtsspraak) zonder referentie aan God om moreel gedrag van mensen te stimuleren.
Vanaf de zeventiende eeuw (eeuw van verlichting/kritiek op de kerk via eerste protestanten/...) werd
het bewijzen van het bestaan van God onmogelijk gemaakt, doordat alles empirische waarneembaar
en verifieerbaar moest zijn. God is empirisch niet waarneembaar, wat het bewijzen van zijn bestaan
onmogelijk maakt. Dit wordt door wetenschappers, die in God geloven ontweken door te zeggen dat
de wetenschappelijke definities niet van toepassing zijn op God.
2. Een kwestie van geloof
Wetenschappelijke criteria kunnen niet op alles toegepast worden zegt Newman. Niet gans het
dagelijks leven kan wetenschappelijk verklaard worden. Het beroep dat je uitoefent en liefde zijn
zaken die ontsnappen aan logica. Geloven is geen zuivere rationaliteit, maar heeft te maken met
instemming. Geloof is een product van de menselijke rede, het staat er niet haaks op. Mensen
combineren rationaliteit (efficiëntie) met redelijkheid (moraliteit). Dat geloven een menselijke
eigenschap is, zien we door het feit dat mensen voortdurend geloven in niet rationele zaken.
Illative sense= eigenschap vd menselijke geest die voor instemming zorgt in concrete gevallen,
Newman noemt het reasoning faculty.
Je zal in het leven bepaalde situaties tegenkomen die onmogelijk rationeel op te lossen zijn, voor die
beslissingen maakt de mens automatisch gebruik van zijn illative sense. Een mens MAG in iets
geloven dat niet absoluut kan bewezen worden. Dat wil niet zeggen dat dat geloof irrationeel is, maw
niet logisch. Een mens gelooft in zaken om een reden, wanneer naar het proces wordt gekeken
waarop die geloofspunten verworven werden kan je ontdekken waarom je gelooft.
Toepassing: Je bent de eigenaar van een bedrijf, en krijgt klachten van een werknemer die meent dat
een andere werknemer (persoon X) niet te vertrouwen is. Je neemt deze klacht op, maar er is nog
steeds (rationeel gezien) de mogelijkheid dat de werknemer die jou kwam inlichten zelf niet te
vertrouwen is. Als later nog een andere werknemer en de ploegbaas jouw komen inlichten is het
rationeel gezien nog altijd mogelijk dat persoon X wel te vertrouwen is, maar elke werkgever zal in
die situatie beslissen om persoon X op zijn plaats te zetten.
Er zijn verschillende gradaties in geloof: atheïst (gelooft niet), agnost (weet het niet, een deel van
hen zijn zoekers naar duidelijkheid, anderen kan het niet schelen), deïsten (God bestaat, maar alle
info die erover bestaat is vals, we weten NIKS over God) en areligieuzen (religie kan hun niet
schelen).
3. Waarom instemmen of niet?

, Of een persoon gelooft of niet gelooft is grotendeels afhankelijk van diens levenservaring (wat heeft
hij allemaal meegemaakt, gezien in zijn leven). Volgende drie argumenten zijn het vaakst gebruikt als
reden om niet te geloven in Gods bestaan:
1) De kerk
De kerk is het instituut dat het Christendom verder draagt. Zij vertellen de verhalen voort. De kerk is
al meerdere keren in botsing gekomen met onze huidige moderne maatschappij, en dat brengt
schade aan aan het christendom.
 De kerk is te conservatief. De opvattingen over homoseksualiteit, voorbehoedsmiddelen
passen niet meer bij de huidige mentaliteit.
 De discrepantie tussen woorden en daden krijgt de kerk nu cash terugbetaalt. De kerk zit
tegen iedereen te prediken over het juiste doen, maar komt zelf regelmatig in de media met
pedofilie en bankschandalen. Zo worden ze ook verantwoordelijk geacht voor veel miserie in
de geschiedenis  jodenvervolging, kruistochten, godsdienstoorlogen, ....
2) De wetenschap
Vele mensen maken echt een keuze tussen wetenschap en geloof, en kiezen voor de wetenschap.
Om de werkelijkheid te verklaren wordt voor wetenschap gekozen omdat geloof grotendeels bestaat
uit mythes en sprookjes. Nu mensen slimmer en minder onwetend zijn sluit wetenschap veel meer
aan bij hoe wij de werkelijkheid zien, mensen worden dom bevonden als ze zeggen dat het
christendom de werkelijkheid beschrijft.
3) Het lijden
Als God liefdevol en almachtig is, waarom voorkomt hij dan niet ons lijden? Mensen die lijden
hebben het hier moeilijk mee en hebben geen geloof meer in een liefdevolle God.
Die drie elementen kunnen daarentegen ook gezien worden als een reden waarom je juist wel zou
geloven. Kerk  kijk ook eens naar alle wonderlijke zaken die de kerk presteert! Onderwijs,
gezondheidszorg en armenzorg in onze wereld worden versterkt door de kerk. Pater Damiaan,
moeder Theresa, ... waren ook kerkelijke figuren die al enorm veel mensen hebben aangezet tot
goede daden. Wetenschap  Een massa aan wetenschap kan een mens zo verbazen dat hij opnieuw
gaat geloven. Einstein ondervond hoe indrukwekkend wiskunde en fysica in elkaar zit, en werd
bijgevolg religieus. Lijden  Er zijn tal van voorbeelden van mensen die groeien in hun geloof wanneer
ze het moeilijk hebben. Ze gaan zich er niet aan irriteren (waarom help je mij nu niet??) maar vinden
er een plek van troost en steun. Daarnaast is het onmogelijk om een wereld zonder lijden te hebben.
Als er geen lijden zou zijn, dan zou alles perfect zijn, en dan zijn wij overbodig. De mens heeft niets
toe te voegen aan een perfecte wereld waardoor we totaal zinloos zouden zijn.
4. God of goden?
Allereerst zeiden christenen dat alle goden van andere geloven valse goden zijn. Alles wat niet
christendom was, was heidens en vals. Vanafde 19 e eeuw is besloten, dat dit niet het geval is. Alle
mensen die in andere continenten geboren waren, hadden nog nooit gehoord van het christendom
en het werd ondenkbaar dat dus al de rest van de wereld rechtstreeks naar de hel ging doorheen al
die jaren. Er zijn drie mogelijke manieren om met pluriformiteit (=diversiteit) om te gaan:
① Exclusivisme
Er is maar 1 juiste godsdienst (de eigen godsdienst) en iedereen ter wereld die zich niet bekeert zal in
de hel terechtkomen. De eigen religie is superieur. Exclusivisme kan aanleiding geven tot religieus
geweld. Maar doorheen de geschiedenis zijn oorlogen te snel bestempeld geweest als religieuze
oorlogen. In vele gevallen was religie slechts een katalysator (=heeft het proces versneld). Vaak
werden oorlogen religieus genoemd om de aandacht van economische of machtspolitieke redenen af
te wenden.
② Inclusivisme

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
robbesols22 Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
15
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
13
Documenten
0
Laatst verkocht
6 maanden geleden

2,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen