, Revalidatiepsychologie:
Les 1: Inleiding revalidatie:
Mentale training & observatieleren:
Wanneer men zich iets moet voorstellen versus wanneer men het object
echt ziet, in beide gevallen zijn dezelfde hersengebieden actief
o Vb: een man ligt in coma (is niet fysiek responsief) wordt gevraagd
om zich zijn huis voor te stellen. Hierbij ziet men dat er bepaalde
hersengebieden in werking schieten: persoon is mentaal wel nog
responsief
Neuromodulatie: apparatuur die hersenen helpt extra te stimuleren
(TDCs)
Spiegeltherapie & fantoomsensaties:
Gekend bij mensen met fantoompijn
Spiegel geeft reflectie van een ledemaat
Fantoomsensatie na amputatie
o Aanraking/ prikkels/ sensatie: geprojecteerd naar tegenovergestelde
hersenhelft
o Vb: man wordt in gezicht aangeraakt en voelt aanraking in
geamputeerde arm
Men leert men de patiënt het nog werkende ledemaat tegenover een
spiegel te zetten waardoor het brein de patiënt bedriegt visuele
feedback lijkt het fantoom terug tot leven te brengen in het hoofd
toename van de activiteit in de somatosensorische cortex
Door deze therapie neemt de fantoompijn doorgaans af
,Examenvraag:
- Wat bedoelen we met mentale training/ spiegeltherapie en geef een
voorbeeld?
Les 2: ICF-model:
Stoornis:
Daaruit 3 soorten gevolgen:
1) Anatomisch niveau (stoornis): probleem in spatiale aandacht bv.
neglect
2) Activiteit niveau (beperkingen): niet meer weten hoe te koken,
lopen,..
3) Participatie niveau (participatieproblemen): meisje met
botaandoening die niet lang kan zitten of staan zonder pijn te lijden:
jobmoeilijkheden
1. Anatomisch niveau:
Welke functies
Sensorimotoriek: Hemiplegie, Hemianesthesie, hemianopsie
, Aandacht: niet-spatiaal, spatiaal
Geheugen, Perceptie
Praxis, taal
emotionele communicatie
emotionele en uitvoerende gedragscontrole / executieve
intellectuele functies, persoonlijkheid, sociaal gedrag
2. Activiteit & participatie niveau (problemen/ beperkingen):
Welke functies vallen onder activiteit niveau:
Leren, toepassen kennis
Communicatie
Zelfverzorging
Huishouden
Mobiliteit
Samengevat ICF:
Wat? Een classificatie voor het beschrijven van het functioneren van mensen
inclusief factoren die op dat functioneren van invloed zijn. De ICF beschrijft hoe
mensen omgaan met hun gezondheidstoestand
Voorbeeld:
Les 1: Inleiding revalidatie:
Mentale training & observatieleren:
Wanneer men zich iets moet voorstellen versus wanneer men het object
echt ziet, in beide gevallen zijn dezelfde hersengebieden actief
o Vb: een man ligt in coma (is niet fysiek responsief) wordt gevraagd
om zich zijn huis voor te stellen. Hierbij ziet men dat er bepaalde
hersengebieden in werking schieten: persoon is mentaal wel nog
responsief
Neuromodulatie: apparatuur die hersenen helpt extra te stimuleren
(TDCs)
Spiegeltherapie & fantoomsensaties:
Gekend bij mensen met fantoompijn
Spiegel geeft reflectie van een ledemaat
Fantoomsensatie na amputatie
o Aanraking/ prikkels/ sensatie: geprojecteerd naar tegenovergestelde
hersenhelft
o Vb: man wordt in gezicht aangeraakt en voelt aanraking in
geamputeerde arm
Men leert men de patiënt het nog werkende ledemaat tegenover een
spiegel te zetten waardoor het brein de patiënt bedriegt visuele
feedback lijkt het fantoom terug tot leven te brengen in het hoofd
toename van de activiteit in de somatosensorische cortex
Door deze therapie neemt de fantoompijn doorgaans af
,Examenvraag:
- Wat bedoelen we met mentale training/ spiegeltherapie en geef een
voorbeeld?
Les 2: ICF-model:
Stoornis:
Daaruit 3 soorten gevolgen:
1) Anatomisch niveau (stoornis): probleem in spatiale aandacht bv.
neglect
2) Activiteit niveau (beperkingen): niet meer weten hoe te koken,
lopen,..
3) Participatie niveau (participatieproblemen): meisje met
botaandoening die niet lang kan zitten of staan zonder pijn te lijden:
jobmoeilijkheden
1. Anatomisch niveau:
Welke functies
Sensorimotoriek: Hemiplegie, Hemianesthesie, hemianopsie
, Aandacht: niet-spatiaal, spatiaal
Geheugen, Perceptie
Praxis, taal
emotionele communicatie
emotionele en uitvoerende gedragscontrole / executieve
intellectuele functies, persoonlijkheid, sociaal gedrag
2. Activiteit & participatie niveau (problemen/ beperkingen):
Welke functies vallen onder activiteit niveau:
Leren, toepassen kennis
Communicatie
Zelfverzorging
Huishouden
Mobiliteit
Samengevat ICF:
Wat? Een classificatie voor het beschrijven van het functioneren van mensen
inclusief factoren die op dat functioneren van invloed zijn. De ICF beschrijft hoe
mensen omgaan met hun gezondheidstoestand
Voorbeeld: