Communicatieve en digitale
vaardigheden
1. Spelling van werkwoorden
1.1 Hoe vind je de persoonsvorm
1.1.1 Wat geeft de persoonsvorm aan?
- In welke tijd de zin staat
- In welk getal de zin staat
1.1.2 Hoe kan je de persoonsvorm vinden?
- De zin in een andere tijd zetten
- De zin in een ander getal zetten
- Het 1ste woord in de vraag
1.2 Twee of meer persoonsvormen
1.2.1 Een zin met 1 persoonsvorm
- Enkelvoudig
1.2.2 Een zin met twee of meer persoonsvormen
- Samengestelde zin
o Hoofdzin
o Bijzin
1.3 Stam van het wekwoord
1.3.1 De 3 regels
- Infinitief min -en
- Infinitief -n
- Uitzonderingen
1.4 ‘Je’ achter de persoonsvorm
1.4.1 De ‘je’ achter de persoonsvorm regel
- Je achter de pv = niet stam +T
- Je achter pv kan vervangen worden door jij = stam +T
in 2de en 3de persoon enkelvoud
o Meewerkend voorwerp
o Lijdend voorwerp
o Wederkerend voornaamwoord
o Bezittelijk voornaamwoord
,1.5 Gebiedende wijs
1.5.1 Schrijfwijzen van de gebiedende wijs
- Stam
1.5.2 Gebruik van de gebiedende wijs
- Advies
- Wens
- Gebod
- Bevel
1.5.3 Gebiedende wijs met u als OND
- +T
1.6 Tegenwoordige tijd
1.6.1 Hoofdregel
- Stam +t
o 2de persoon enk
o 3de persoon enk
- Infinitief
o Meervoud
1.7 Verleden tijd zwak
1.7.1 Hoofdregel
- ’t Kofschip x
o Te
o Ten
- Niet ’t kofschip x
o De
o Den
1.8 Verleden tijd zwak, met valse -f of -s
1.8.1 Hoofdregel
- Eind -Z s
- Eind -V s
1.9 Verleden tijd sterk
1.9.1 Onregelmatige vervoeging
,
,
vaardigheden
1. Spelling van werkwoorden
1.1 Hoe vind je de persoonsvorm
1.1.1 Wat geeft de persoonsvorm aan?
- In welke tijd de zin staat
- In welk getal de zin staat
1.1.2 Hoe kan je de persoonsvorm vinden?
- De zin in een andere tijd zetten
- De zin in een ander getal zetten
- Het 1ste woord in de vraag
1.2 Twee of meer persoonsvormen
1.2.1 Een zin met 1 persoonsvorm
- Enkelvoudig
1.2.2 Een zin met twee of meer persoonsvormen
- Samengestelde zin
o Hoofdzin
o Bijzin
1.3 Stam van het wekwoord
1.3.1 De 3 regels
- Infinitief min -en
- Infinitief -n
- Uitzonderingen
1.4 ‘Je’ achter de persoonsvorm
1.4.1 De ‘je’ achter de persoonsvorm regel
- Je achter de pv = niet stam +T
- Je achter pv kan vervangen worden door jij = stam +T
in 2de en 3de persoon enkelvoud
o Meewerkend voorwerp
o Lijdend voorwerp
o Wederkerend voornaamwoord
o Bezittelijk voornaamwoord
,1.5 Gebiedende wijs
1.5.1 Schrijfwijzen van de gebiedende wijs
- Stam
1.5.2 Gebruik van de gebiedende wijs
- Advies
- Wens
- Gebod
- Bevel
1.5.3 Gebiedende wijs met u als OND
- +T
1.6 Tegenwoordige tijd
1.6.1 Hoofdregel
- Stam +t
o 2de persoon enk
o 3de persoon enk
- Infinitief
o Meervoud
1.7 Verleden tijd zwak
1.7.1 Hoofdregel
- ’t Kofschip x
o Te
o Ten
- Niet ’t kofschip x
o De
o Den
1.8 Verleden tijd zwak, met valse -f of -s
1.8.1 Hoofdregel
- Eind -Z s
- Eind -V s
1.9 Verleden tijd sterk
1.9.1 Onregelmatige vervoeging
,
,