SAMENVATTING BLOK 1.5
SENSORIEK, PRECEPTIE, GNOSIS:
SENSORIEK
SOMATOSENSORIEK
- = Alle informatie uit oppervlakkige en dieper gelegen structuren die bijdragen aan de bewustwording
van het lichaam, zowel in rust als tijdens beweging in de ruimte.
o Leidt tot bewustwording v onze lichamelijkheid
o Is deel v sensorische systeem dat zich bezig houdt met bewuste waarneming v aanraking,
druk, pijn, temperatuur, positie, bew, vibratie die voorkomen uit spieren/gewrichten/
huid/fascia
- Tot somatosensoriek behoren:
o Sensibiliteit van de huid en subcutane structuren (Somesthesie) = Het gevoel, het bewust zijn
van het lichaam
o Houdings- en bewegingsgevoel (= Statesthesie en kinesthesie)
Sensoren in spieren, pezen en gewrichten Propriosensoren
SOORTEN/INDELING SENSOREN
- Indeling sensoren
o exterosensoren: prikkels uit de buitenwereld
vb info komt binnen via zintuigen en tast
o interosensoren: veranderingen in het lichaam
vb bloeddruk
o propriosensoren: info geven oer veranderingen van houding van het lichaam
vb info die uit spieren, gewrichten, pezen komen
- indeling sensoren op prikkelniveau
o Mechanosensoren = Sensoren die gevoelig zijn aan prikkels van mechanische aard
o Thermosensoren = Sensoren die gevoelig zijn aan koude en warmte
o Nocisensoren = Sensoren die gevoelig zijn aan beschadigd weefsel (pijnsensoren)
o Osmosensoren = meten osmotische druk v weefsels
o Chemosensoren
o Fotosensoren = ligt op netvlies v oog
- Bouw en ligging bepalen functie v mechanosensoren
o Lichaampjes van Merkel: Vooral aan vingertoppen
o Lichaampjes van Meissner: Voor in niet-behandelde huid
, o Haarfolikelsensoren: Registreren bewegingen van haar
o Lichaampjes van Ruffini: Gevoelig voor spanning
o Lichaampjes van Pacini: Registreren drukverandering
o Lichaampjes van Krause
o Nocisensoren
RECEPTIEVE VELDEN
- Plaats waar veel sensoren verbonden zijn met 1 sensorische zenuwvezel
- Zo heeft elke vezel een kleiner of groter receptief veld
- De receptieve velden overlappen elkaar ten delen
o Hoe kleiner en hoe meer receptieve veld meer discriminatie (Vb. hand)
o Hoe groter en hoe minder receptief veld minder discriminatie (Vb. voet)
o Vb.: hand voet: daarom kunnen we beter met handen schrijven dan met voeten
- Soorten receptieve velden
o Sclerotomen
Ruggenmerg segment in verbinding met zenuw
o Myotomen
Spiergroepen in verbinding met zenuw
o Dermatomen
Huidarealen in verbinding met zenuw
- De grootte van de receptieve velden is medebepaald voor de nauwkeurigheid waarmee 2 nabijgelegen
prikkels op de huid als 2 afzonderlijke stimuli kunnen worden herkend = discriminatievermogen
(bepaald of je 2 prikkels kan onderscheiden)
o Vb.: vingers zijn gevoeliger dan rug
STEREOGNOSIE
- = ruimtelijk herkennen ve voorwerp dat men in de hand houdt zonder het te zien
- Hierbij komt vrijwel alle, zowel somesthetische, statesthetische als kinesthetische gevoelsaspecten aan
de orde.
o De aard van het oppervlak herkent men gnostisch, met de tastzin & scherpte herkent men
vitaal & (mogelijk zelfs nocisensorisch)
o Temperatuurzin van de huis herkent het soort materiaal (hout, steen, metaal, rubber) door
het warmtegeleidingsvermogen van het materiaal
o Drukzin in de huis draagt ook bij bij herkenning van soort materiaal
o Gewrichtszin (propriosensorisch info vd spieren), door de stand van de gewrichten, schat men
de grootte van het voorwerp
o Propriosensorische info uit spieren zorgt ervoor dat je een indruk krijgt van het gewicht van
het voorwerp
SENSORIEK, PRECEPTIE, GNOSIS:
SENSORIEK
SOMATOSENSORIEK
- = Alle informatie uit oppervlakkige en dieper gelegen structuren die bijdragen aan de bewustwording
van het lichaam, zowel in rust als tijdens beweging in de ruimte.
o Leidt tot bewustwording v onze lichamelijkheid
o Is deel v sensorische systeem dat zich bezig houdt met bewuste waarneming v aanraking,
druk, pijn, temperatuur, positie, bew, vibratie die voorkomen uit spieren/gewrichten/
huid/fascia
- Tot somatosensoriek behoren:
o Sensibiliteit van de huid en subcutane structuren (Somesthesie) = Het gevoel, het bewust zijn
van het lichaam
o Houdings- en bewegingsgevoel (= Statesthesie en kinesthesie)
Sensoren in spieren, pezen en gewrichten Propriosensoren
SOORTEN/INDELING SENSOREN
- Indeling sensoren
o exterosensoren: prikkels uit de buitenwereld
vb info komt binnen via zintuigen en tast
o interosensoren: veranderingen in het lichaam
vb bloeddruk
o propriosensoren: info geven oer veranderingen van houding van het lichaam
vb info die uit spieren, gewrichten, pezen komen
- indeling sensoren op prikkelniveau
o Mechanosensoren = Sensoren die gevoelig zijn aan prikkels van mechanische aard
o Thermosensoren = Sensoren die gevoelig zijn aan koude en warmte
o Nocisensoren = Sensoren die gevoelig zijn aan beschadigd weefsel (pijnsensoren)
o Osmosensoren = meten osmotische druk v weefsels
o Chemosensoren
o Fotosensoren = ligt op netvlies v oog
- Bouw en ligging bepalen functie v mechanosensoren
o Lichaampjes van Merkel: Vooral aan vingertoppen
o Lichaampjes van Meissner: Voor in niet-behandelde huid
, o Haarfolikelsensoren: Registreren bewegingen van haar
o Lichaampjes van Ruffini: Gevoelig voor spanning
o Lichaampjes van Pacini: Registreren drukverandering
o Lichaampjes van Krause
o Nocisensoren
RECEPTIEVE VELDEN
- Plaats waar veel sensoren verbonden zijn met 1 sensorische zenuwvezel
- Zo heeft elke vezel een kleiner of groter receptief veld
- De receptieve velden overlappen elkaar ten delen
o Hoe kleiner en hoe meer receptieve veld meer discriminatie (Vb. hand)
o Hoe groter en hoe minder receptief veld minder discriminatie (Vb. voet)
o Vb.: hand voet: daarom kunnen we beter met handen schrijven dan met voeten
- Soorten receptieve velden
o Sclerotomen
Ruggenmerg segment in verbinding met zenuw
o Myotomen
Spiergroepen in verbinding met zenuw
o Dermatomen
Huidarealen in verbinding met zenuw
- De grootte van de receptieve velden is medebepaald voor de nauwkeurigheid waarmee 2 nabijgelegen
prikkels op de huid als 2 afzonderlijke stimuli kunnen worden herkend = discriminatievermogen
(bepaald of je 2 prikkels kan onderscheiden)
o Vb.: vingers zijn gevoeliger dan rug
STEREOGNOSIE
- = ruimtelijk herkennen ve voorwerp dat men in de hand houdt zonder het te zien
- Hierbij komt vrijwel alle, zowel somesthetische, statesthetische als kinesthetische gevoelsaspecten aan
de orde.
o De aard van het oppervlak herkent men gnostisch, met de tastzin & scherpte herkent men
vitaal & (mogelijk zelfs nocisensorisch)
o Temperatuurzin van de huis herkent het soort materiaal (hout, steen, metaal, rubber) door
het warmtegeleidingsvermogen van het materiaal
o Drukzin in de huis draagt ook bij bij herkenning van soort materiaal
o Gewrichtszin (propriosensorisch info vd spieren), door de stand van de gewrichten, schat men
de grootte van het voorwerp
o Propriosensorische info uit spieren zorgt ervoor dat je een indruk krijgt van het gewicht van
het voorwerp