Samenvatting Geriatrie
1. De geriatrische patiënt
=/ oudere patiënt Patiënt met toenemende kwetsbaarheid (meestal vrouwelijk)
1.1. Verminderde homeostase
= verminderd vermogen om bij verstoringen te compenseren
somatisch, psychisch en/of sociaal kwetsbaar
Zaken die verbeteren bij ouder worden:
- De geheugenfunctie van het immuunsysteem
- Coping gedrag
- Oordeelsvermogen
1.2. Cascade breakdown
= een kettingreactie
Stoornissen kunnen elkaar in de hand werken
Deze kan optreden van een fysische naar het psychische en sociaal vlak
1.3. Veel complicaties
Verhoogde kwetsbaarheid verkrijgen van complicaties die bijdragen tot
ernst van de ziekte of letale afloop.
1.4. Trage reconvalescentie
Herstel van bepaalde ziekte = traag en onvolledig
1.5. Andere presentatie van ziekten
De symptomen zijn atypisch. Urineweginfectie ouderen krijgen geen
koorts, maar geraakt incontinent + delier
De veranderingen van symmtomatologie bij ouderen:
- Symptoomverandering (vb. urineweginfectie)
- Symptoomverschuiving (meerdere oorzaak voor klacht, vb. duizeligheid)
- Symptoomomkering (vb. Bij gebruik van sedativa geen rust, maar
paroxysmale reactie met onrust en agitatie)
- Symptoomvermeerdering (vb. bij pt met collumfractuur verergerd door al
bestaande artrose van het heupgewricht)
1.6. Multipathologie
Geriatrische patiënten hebben meestal meerdere aandoeningen tegelijk op
fysisch, psychisch en/of sociaal vlak.
1.7. De geriatrische trias: somato-psycho-sociale verwevenheid
Bij ouderen zien we vaker psychische gevolgen bij somatische problematiek.
Functiestoornissen bestaan dus zowel lichamelijk, psychisch en sociaal
(geriatrische trias)
, 1.8. Leeftijdspecifieke ziekten
2 groepen ouderdomsziekten:
- Ziekten die sluipend op jonge leeftijf beginnen en in ouderdom het meest
uitgesproken ziektebeeld vertonen (artrose, ostheoporose)
- Ziekten die zich vooral bij ouderen mensen manifersteren (ziekte van
Alzheimer, dementie, ziekte van Parkinson)
1.9. Gewijzigde farmacokinetiek en farmacodynamiek
Deze leiden tot hogere plasmaspiegels. Dit komt door een te trage
uitscheiding en dit kan leiden tot intoxicataties.
2. De geriatrische reuzen
2.1. Gestoorde mobiliteit en stabiliteit
2.1.1. Duizeligheid
6 factoren:
- Chronische duizeligheid (>6 maanden)
- Frequentie: minstens dagelijks
- Duur van de duizeligheid (< 1 min)
- Het hebben van angst en/of depressieve stoornis
- Het gebruik van sedativa
- Het hebben van een povere functionele mobiliteit
Door de factoren te indentificeren behandeling starten
Duizeligheid op 2 manieren:
- Draaiduizeligheid (vertigo): berust op afwijkingen van he labyrint of
hersenstam (ziekte van Ménière)
- Liftduizeligheid: Geriatrische veel belangrijker en door meer dan 1
factor wordt teweeggebracht.
Oorzaken van duizeligheid
- Cardiale stoornissen (hartritmestoornissen, longembolie)
bloeddrukdaling van het hartminuutvolume. De duizeligheid gaat
gepaard met hoofdpijn en schockverschijnselen zoals bleek zien,
transpireren, kouwelijkheid en oligurie
- Vasculaire stoornissen
a. Vertebrobasilaire insufficiëntie: hoofd abrupt opzij wordt
gedraaid of ver achterober gebogen (vertebrale arteriën worden
tegen spondylotische botuitwassen van de halswervels afgeklemd
verminderde hersendoorbloeding)
b. Drop attack (plots duizelig en valt door krachteloze benen, geen
bewustzijnverlies, na dit kan de oudere zonder restverschijnselen
terug normaal lopen, maar dit kan natuurlijk ernstiger)
c. TIA (Als deze plaatsvindt in het gebied van de a. basilaris)
d. Orthostatische hypotensie
Behandeling duizeligheid:
- Oorzaak moet aangepakt wordenn alarmsymptomen opsporen:
a. Misselijkheid en braken
b. Oorsuizen
c. Gehoorsverlies
1. De geriatrische patiënt
=/ oudere patiënt Patiënt met toenemende kwetsbaarheid (meestal vrouwelijk)
1.1. Verminderde homeostase
= verminderd vermogen om bij verstoringen te compenseren
somatisch, psychisch en/of sociaal kwetsbaar
Zaken die verbeteren bij ouder worden:
- De geheugenfunctie van het immuunsysteem
- Coping gedrag
- Oordeelsvermogen
1.2. Cascade breakdown
= een kettingreactie
Stoornissen kunnen elkaar in de hand werken
Deze kan optreden van een fysische naar het psychische en sociaal vlak
1.3. Veel complicaties
Verhoogde kwetsbaarheid verkrijgen van complicaties die bijdragen tot
ernst van de ziekte of letale afloop.
1.4. Trage reconvalescentie
Herstel van bepaalde ziekte = traag en onvolledig
1.5. Andere presentatie van ziekten
De symptomen zijn atypisch. Urineweginfectie ouderen krijgen geen
koorts, maar geraakt incontinent + delier
De veranderingen van symmtomatologie bij ouderen:
- Symptoomverandering (vb. urineweginfectie)
- Symptoomverschuiving (meerdere oorzaak voor klacht, vb. duizeligheid)
- Symptoomomkering (vb. Bij gebruik van sedativa geen rust, maar
paroxysmale reactie met onrust en agitatie)
- Symptoomvermeerdering (vb. bij pt met collumfractuur verergerd door al
bestaande artrose van het heupgewricht)
1.6. Multipathologie
Geriatrische patiënten hebben meestal meerdere aandoeningen tegelijk op
fysisch, psychisch en/of sociaal vlak.
1.7. De geriatrische trias: somato-psycho-sociale verwevenheid
Bij ouderen zien we vaker psychische gevolgen bij somatische problematiek.
Functiestoornissen bestaan dus zowel lichamelijk, psychisch en sociaal
(geriatrische trias)
, 1.8. Leeftijdspecifieke ziekten
2 groepen ouderdomsziekten:
- Ziekten die sluipend op jonge leeftijf beginnen en in ouderdom het meest
uitgesproken ziektebeeld vertonen (artrose, ostheoporose)
- Ziekten die zich vooral bij ouderen mensen manifersteren (ziekte van
Alzheimer, dementie, ziekte van Parkinson)
1.9. Gewijzigde farmacokinetiek en farmacodynamiek
Deze leiden tot hogere plasmaspiegels. Dit komt door een te trage
uitscheiding en dit kan leiden tot intoxicataties.
2. De geriatrische reuzen
2.1. Gestoorde mobiliteit en stabiliteit
2.1.1. Duizeligheid
6 factoren:
- Chronische duizeligheid (>6 maanden)
- Frequentie: minstens dagelijks
- Duur van de duizeligheid (< 1 min)
- Het hebben van angst en/of depressieve stoornis
- Het gebruik van sedativa
- Het hebben van een povere functionele mobiliteit
Door de factoren te indentificeren behandeling starten
Duizeligheid op 2 manieren:
- Draaiduizeligheid (vertigo): berust op afwijkingen van he labyrint of
hersenstam (ziekte van Ménière)
- Liftduizeligheid: Geriatrische veel belangrijker en door meer dan 1
factor wordt teweeggebracht.
Oorzaken van duizeligheid
- Cardiale stoornissen (hartritmestoornissen, longembolie)
bloeddrukdaling van het hartminuutvolume. De duizeligheid gaat
gepaard met hoofdpijn en schockverschijnselen zoals bleek zien,
transpireren, kouwelijkheid en oligurie
- Vasculaire stoornissen
a. Vertebrobasilaire insufficiëntie: hoofd abrupt opzij wordt
gedraaid of ver achterober gebogen (vertebrale arteriën worden
tegen spondylotische botuitwassen van de halswervels afgeklemd
verminderde hersendoorbloeding)
b. Drop attack (plots duizelig en valt door krachteloze benen, geen
bewustzijnverlies, na dit kan de oudere zonder restverschijnselen
terug normaal lopen, maar dit kan natuurlijk ernstiger)
c. TIA (Als deze plaatsvindt in het gebied van de a. basilaris)
d. Orthostatische hypotensie
Behandeling duizeligheid:
- Oorzaak moet aangepakt wordenn alarmsymptomen opsporen:
a. Misselijkheid en braken
b. Oorsuizen
c. Gehoorsverlies