ANATOMIE & FYSIOLOGIE
HET HORMOONSTELSEL (ENDOCRIEN)
INLEIDING
Hormonen dragen bij tot homeostase van milieu intérieur (samen met het autonoom
zenuwstelsel (AZS).
AZS:
- gericht op snelle kortdurende veranderingen van m.i.
Endocrien stelsel:
- langzamere maar meer nauwkeurige aanpassingen aan m.i. op langere termijn
Endocriene (hormonale) klieren:
= liggen verspreid over het hele lichaam
Groepen cellen die hormonen afscheiden naar milieu intérieur.
- Inwendige secretie: hormonen = chemische boodschapper-stoffen/signaalstoffen
Celgroepen zijn omgeven door uitgebreid netwerk van capillairen:
- hormonen diffunderen naar bloedbaan
- Via bloed naar doelorganen en doelweefsels
HORMONALE KLIEREN
Hypofyse Hersenaanhangsel
Epifyse Pijn appelklier
Glandula thyroïdea Schildklier
Glandula parathryoïdea Bijschildklier
Thymus Zwezerik
Glandula supra renalis Bijnier
Eilandjes van Langerhans Pancreas
Ovaria Eierstokken
Testes teelbalen
Structuur hormonen:
3 groepen:
1. Aminozuurderivaten:
(nor)adrenaline
schildklierhormonen
melatonine
2. Peptidehormonen:
= ketens van aminozuren
insuline, oxytocine, groeihormoon, prolactine
3. Vet derivaten:
, = onoplosbaar in water
Steroïden bv. testosteron
Eicosanoïden bv. Prostaglandinen
Doelcellen:
=Cellen in de periferie die op een specifiek hormoon kunnen reageren
Hormoonreceptor:
Een eiwit in celmembraan of in het cytoplasma of de celkern waaraan een bepaald
hormoon zich bindt om zijn werking op een doelcel in gang te zetten.
Hormoon-receptor-binding is te vergelijken met het sleutel-slot mechanisme
Soorten hormoonreceptoren:
Extracellulaire receptoren = gelegen in het celmembraan, doel van :
– Adrenaline, noradrenaline
Buitenste opp.
– Peptidehormonen
Buitenste opp.
– Eicosandoïden
Binnenste opp.
= werkt door middel van 2de signaalstof = second
messenger
Gevolg = activering van kinase verandering in :
– Enzym activiteit
– Membraandoorlaatbaarheid
Intracellulaire receptoren = liggen in cytoplasma of celkern, doel van :
– Steroïden en schildklierhormoon
* Werkt via wijzigen in de genexpressie = eiwitsynthese
*Schildklierhormonen = uitwerking op mitochondriën
Overzicht hormoonstelsel:
= Afgifte en vervoeren van hormonen
Hormonen komen rechtstreeks in de haarvaatjes
Breed verspreid in de bloedstroom
- Meeste hormonen circuleren vrij in een oplossing
- Steroïden en schildklierhormonen binden zich aan bloedeiwitten voor vervoer
Hormonen worden geïnactiveerd door
- Zich aan celreceptoren te binden
- Verwijdering door lever, nieren
- Afbraak door extracellulaire enzymen
Belangrijk:
, Hormonen coördineren cellen gedurende langere tijd (in vergelijking met
zenuwstelsel: snel maar kort).
Ze circuleren in het bloed en binden zich aan specifieke receptoren op of in
doelcellen.
Ze wijzigen de doorlaatbaarheid van de membraan, activeren of inactiveren
belangrijke enzymen of wijzigen de genetische activiteit.
REGULERING VAN HORMOONAFGIFTE
Humorale prikkels Veranderingen in samenstelling van extra cellulaire
vloeistof
– Vb. concentratie Ca in bloed = regulatie afgifte
rechtstreeks van het parathyroïdaal hormoon en van
calcitonine
Hormonale prikkels Vb. Thyroïd stimulerend hormoon = veroorzaakt afgifte
schildklierhormonen
Neurale prikkels Vb. afgifte adrenaline = door de bijnieren bij prikkeling door
sympathisch zenuwvezels
Hormoonspiegels in bloed:
Hormoonspiegels variëren tussen bepaalde grenzen, waarbij de hormoonsecretie
meestal wordt gecontroleerd door negatieve feedbacksystemen:
- Prikkel hormoonsecretie vermindering prikkel door effect van hormoon
hormoonsecretie daalt door directe of indirecte negatieve feedback
Direct Humorale prikkels die hormoonproductie rechtstreeks beïnvloeden
– Vb. glucose = directe invloed op insuline productie
Indirect Hormonale prikkels die zelf secretie van andere hormonen beïnvloeden, die op
hun beurt doelorgaan beïnvloeden
Soms: hormoonsecretie o.i.v. positief feedback-systeem:
HET HORMOONSTELSEL (ENDOCRIEN)
INLEIDING
Hormonen dragen bij tot homeostase van milieu intérieur (samen met het autonoom
zenuwstelsel (AZS).
AZS:
- gericht op snelle kortdurende veranderingen van m.i.
Endocrien stelsel:
- langzamere maar meer nauwkeurige aanpassingen aan m.i. op langere termijn
Endocriene (hormonale) klieren:
= liggen verspreid over het hele lichaam
Groepen cellen die hormonen afscheiden naar milieu intérieur.
- Inwendige secretie: hormonen = chemische boodschapper-stoffen/signaalstoffen
Celgroepen zijn omgeven door uitgebreid netwerk van capillairen:
- hormonen diffunderen naar bloedbaan
- Via bloed naar doelorganen en doelweefsels
HORMONALE KLIEREN
Hypofyse Hersenaanhangsel
Epifyse Pijn appelklier
Glandula thyroïdea Schildklier
Glandula parathryoïdea Bijschildklier
Thymus Zwezerik
Glandula supra renalis Bijnier
Eilandjes van Langerhans Pancreas
Ovaria Eierstokken
Testes teelbalen
Structuur hormonen:
3 groepen:
1. Aminozuurderivaten:
(nor)adrenaline
schildklierhormonen
melatonine
2. Peptidehormonen:
= ketens van aminozuren
insuline, oxytocine, groeihormoon, prolactine
3. Vet derivaten:
, = onoplosbaar in water
Steroïden bv. testosteron
Eicosanoïden bv. Prostaglandinen
Doelcellen:
=Cellen in de periferie die op een specifiek hormoon kunnen reageren
Hormoonreceptor:
Een eiwit in celmembraan of in het cytoplasma of de celkern waaraan een bepaald
hormoon zich bindt om zijn werking op een doelcel in gang te zetten.
Hormoon-receptor-binding is te vergelijken met het sleutel-slot mechanisme
Soorten hormoonreceptoren:
Extracellulaire receptoren = gelegen in het celmembraan, doel van :
– Adrenaline, noradrenaline
Buitenste opp.
– Peptidehormonen
Buitenste opp.
– Eicosandoïden
Binnenste opp.
= werkt door middel van 2de signaalstof = second
messenger
Gevolg = activering van kinase verandering in :
– Enzym activiteit
– Membraandoorlaatbaarheid
Intracellulaire receptoren = liggen in cytoplasma of celkern, doel van :
– Steroïden en schildklierhormoon
* Werkt via wijzigen in de genexpressie = eiwitsynthese
*Schildklierhormonen = uitwerking op mitochondriën
Overzicht hormoonstelsel:
= Afgifte en vervoeren van hormonen
Hormonen komen rechtstreeks in de haarvaatjes
Breed verspreid in de bloedstroom
- Meeste hormonen circuleren vrij in een oplossing
- Steroïden en schildklierhormonen binden zich aan bloedeiwitten voor vervoer
Hormonen worden geïnactiveerd door
- Zich aan celreceptoren te binden
- Verwijdering door lever, nieren
- Afbraak door extracellulaire enzymen
Belangrijk:
, Hormonen coördineren cellen gedurende langere tijd (in vergelijking met
zenuwstelsel: snel maar kort).
Ze circuleren in het bloed en binden zich aan specifieke receptoren op of in
doelcellen.
Ze wijzigen de doorlaatbaarheid van de membraan, activeren of inactiveren
belangrijke enzymen of wijzigen de genetische activiteit.
REGULERING VAN HORMOONAFGIFTE
Humorale prikkels Veranderingen in samenstelling van extra cellulaire
vloeistof
– Vb. concentratie Ca in bloed = regulatie afgifte
rechtstreeks van het parathyroïdaal hormoon en van
calcitonine
Hormonale prikkels Vb. Thyroïd stimulerend hormoon = veroorzaakt afgifte
schildklierhormonen
Neurale prikkels Vb. afgifte adrenaline = door de bijnieren bij prikkeling door
sympathisch zenuwvezels
Hormoonspiegels in bloed:
Hormoonspiegels variëren tussen bepaalde grenzen, waarbij de hormoonsecretie
meestal wordt gecontroleerd door negatieve feedbacksystemen:
- Prikkel hormoonsecretie vermindering prikkel door effect van hormoon
hormoonsecretie daalt door directe of indirecte negatieve feedback
Direct Humorale prikkels die hormoonproductie rechtstreeks beïnvloeden
– Vb. glucose = directe invloed op insuline productie
Indirect Hormonale prikkels die zelf secretie van andere hormonen beïnvloeden, die op
hun beurt doelorgaan beïnvloeden
Soms: hormoonsecretie o.i.v. positief feedback-systeem: