Infectiepreventie
Hoofdstuk 1: Ziekenhuishygiëne
100 duizend miljard microben op het lichaam
7.3% zorginfectie oplopen in België
1.1 Hygiëne:
Hygiëne:
= de zorg voor het in stand houden van de gezondheid.
Gezondheid: (World health organisation)
= een toestand van optimaal lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn
Binnen context ziekenhuishygiëne:
= hygiëne voor zover deze verband houdt met ziekten veroorzaakt door bacteriën
of andere micro-organismen
Hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen die ervoor zorgen dat
mensen en dieren gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden of
een besmettingsbron te isoleren.
Synoniem van hygiëne = gezondheidsleer
1.2. Ziekenhuishygiëne:
Ziekenhuishygiëne
= de wetenschap die bestudeert hoe de gezondheid van de patiënten die in het
ziekenhuis verblijven, gevrijwaard kan worden
o Preventie van hospitalisme
o Preventie van bijkomende schade t.g.v. ziekenhuisopname
1 Infectiepreventie: ziekenhuishygiëne + ziekenhuisinfecties
, Ziekenhuishygiëne is van toepassing op het hele werkveld van de
verpleegkundige:
o Intramuraal = binnen de muren (van het ziekenhuis)
o Extramuraal = buiten de muren (van het ziekenhuis bv. Huisarts,
thuishulp,…)
Hospitalisme
= bijkomende of secundaire schade leiden door het verblijf of in aansluiting van
het verblijf
o Sociaal vlak
o Psychisch vlak:
o Fysiek vlak: zwaartepunt: preventie en controle van ziekenhuisinfecties
Infecties die niet bestonden op het ogenblik van de opname, maar
verworven tijdens het verblijf
Hospitalisme maakt onderscheiden tussen:
Psychosociaal hospitalisme
Fysiek infectieus hospitalisme:
Fysiek niet-infectieus hospitalisme
Infectiemaatregelen:
Isolatiemaatregelen
Uitvoeren van aseptische technieken
Voorzorgsmaatregelen bij reinigen, ontsmetten en sterilisatie
…
1.3. Hospitalisme:
Bij hospitalisme kan er het volgende opduiken:
Psychosociale schade
Fysieke schade
2 Infectiepreventie: ziekenhuishygiëne + ziekenhuisinfecties
Hoofdstuk 1: Ziekenhuishygiëne
100 duizend miljard microben op het lichaam
7.3% zorginfectie oplopen in België
1.1 Hygiëne:
Hygiëne:
= de zorg voor het in stand houden van de gezondheid.
Gezondheid: (World health organisation)
= een toestand van optimaal lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn
Binnen context ziekenhuishygiëne:
= hygiëne voor zover deze verband houdt met ziekten veroorzaakt door bacteriën
of andere micro-organismen
Hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen die ervoor zorgen dat
mensen en dieren gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden of
een besmettingsbron te isoleren.
Synoniem van hygiëne = gezondheidsleer
1.2. Ziekenhuishygiëne:
Ziekenhuishygiëne
= de wetenschap die bestudeert hoe de gezondheid van de patiënten die in het
ziekenhuis verblijven, gevrijwaard kan worden
o Preventie van hospitalisme
o Preventie van bijkomende schade t.g.v. ziekenhuisopname
1 Infectiepreventie: ziekenhuishygiëne + ziekenhuisinfecties
, Ziekenhuishygiëne is van toepassing op het hele werkveld van de
verpleegkundige:
o Intramuraal = binnen de muren (van het ziekenhuis)
o Extramuraal = buiten de muren (van het ziekenhuis bv. Huisarts,
thuishulp,…)
Hospitalisme
= bijkomende of secundaire schade leiden door het verblijf of in aansluiting van
het verblijf
o Sociaal vlak
o Psychisch vlak:
o Fysiek vlak: zwaartepunt: preventie en controle van ziekenhuisinfecties
Infecties die niet bestonden op het ogenblik van de opname, maar
verworven tijdens het verblijf
Hospitalisme maakt onderscheiden tussen:
Psychosociaal hospitalisme
Fysiek infectieus hospitalisme:
Fysiek niet-infectieus hospitalisme
Infectiemaatregelen:
Isolatiemaatregelen
Uitvoeren van aseptische technieken
Voorzorgsmaatregelen bij reinigen, ontsmetten en sterilisatie
…
1.3. Hospitalisme:
Bij hospitalisme kan er het volgende opduiken:
Psychosociale schade
Fysieke schade
2 Infectiepreventie: ziekenhuishygiëne + ziekenhuisinfecties