Samenvatting aardrijkskunde:
1.1:
Een ontwikkeld land of niet? Je kijkt naar 2 dingen:
1. Welvaart
2. Welzijn
1, Meten van Welvaart:
Bruto binnenlands product per hoofd ( heeft nadelen! )
Samenstelling van de beroepsbevolking
Beroepsbevolking= mensen werkzaam in landbouw, industrie of diensten.
Algemene regels:
Hoe meer mensen werkzaam in de landbouw, hoe minder ontwikkeld een
land.
Hoe armer een land, hoe meer mensen werkzaam in de landbouw.
Hoe hoger het ontwikkelingspijl, hoe minder mensen werkzaam in de
landbouw en hoe meer in de formele dienstensector.
4 nadelen van gebruik BBP/per hoofd:
1. Dollar niet overal evenveel waard > koopkracht.
2. Inkomsten informele sector, ruilhandel en zelfvoorziening in de
landbouw tellen officieel niet mee.
3. Welvaart soms ongelijk verdeeld tussen inwoners in een land (sociale
ongelijkheid) (mensen).
4. Welvaart soms ongelijk verdeeld tussen gebieden in een land (regionale
ongelijkheid) (gebieden).
Meten van welzijn door VN-ontwikkelingsindex = welzijnsindex
Deze index kijkt naar 6 belangrijke indicatoren:
Inkomen
Alfabetiseringsgraad
Levensverwachting
En :
, Toegang tot schoondrinkwater, onderwijs en gezondheidszorg.
Voldoende voedsel
Beschikbaarheid telefoon en computer.
1.2:
Migratie= Het verhuizen van de ene woonplek naar de andere woonplek.
In armere landen: Trek van platteland naar stad = Urbanisatie
In rijkere landen: Zowel van stad naar platteland= Suburbanisatie als trek
van platteland naar stad = Re-Urbanisatie!
De 4 normen van migratie:
1. Arbeidsmigratie: verhuizen voor werk.
2. Seizoensmigratie: verhuizen voor werk in een bepaald seizoen (oogst).
3. Cirkelmigratie: verhuizen (voor werk), je gaat op een later moment
weer terug naar huis.
4. Volgmigratie: de ene persoon verhuist (voor werk), de andere persoon
gaat daarna verhuizen. VB: vader verhuist, gezin volgt na een paar
maanden. Meestal definitief.
Naast nadelen heeft migratie voor een vertrekgebied ook een voordeel,
migranten maken vaak (veel) geld over naar het thuisland.
Bevolkingsdichtheid: gemiddeld aantal inwoners per km2.
1.1:
Een ontwikkeld land of niet? Je kijkt naar 2 dingen:
1. Welvaart
2. Welzijn
1, Meten van Welvaart:
Bruto binnenlands product per hoofd ( heeft nadelen! )
Samenstelling van de beroepsbevolking
Beroepsbevolking= mensen werkzaam in landbouw, industrie of diensten.
Algemene regels:
Hoe meer mensen werkzaam in de landbouw, hoe minder ontwikkeld een
land.
Hoe armer een land, hoe meer mensen werkzaam in de landbouw.
Hoe hoger het ontwikkelingspijl, hoe minder mensen werkzaam in de
landbouw en hoe meer in de formele dienstensector.
4 nadelen van gebruik BBP/per hoofd:
1. Dollar niet overal evenveel waard > koopkracht.
2. Inkomsten informele sector, ruilhandel en zelfvoorziening in de
landbouw tellen officieel niet mee.
3. Welvaart soms ongelijk verdeeld tussen inwoners in een land (sociale
ongelijkheid) (mensen).
4. Welvaart soms ongelijk verdeeld tussen gebieden in een land (regionale
ongelijkheid) (gebieden).
Meten van welzijn door VN-ontwikkelingsindex = welzijnsindex
Deze index kijkt naar 6 belangrijke indicatoren:
Inkomen
Alfabetiseringsgraad
Levensverwachting
En :
, Toegang tot schoondrinkwater, onderwijs en gezondheidszorg.
Voldoende voedsel
Beschikbaarheid telefoon en computer.
1.2:
Migratie= Het verhuizen van de ene woonplek naar de andere woonplek.
In armere landen: Trek van platteland naar stad = Urbanisatie
In rijkere landen: Zowel van stad naar platteland= Suburbanisatie als trek
van platteland naar stad = Re-Urbanisatie!
De 4 normen van migratie:
1. Arbeidsmigratie: verhuizen voor werk.
2. Seizoensmigratie: verhuizen voor werk in een bepaald seizoen (oogst).
3. Cirkelmigratie: verhuizen (voor werk), je gaat op een later moment
weer terug naar huis.
4. Volgmigratie: de ene persoon verhuist (voor werk), de andere persoon
gaat daarna verhuizen. VB: vader verhuist, gezin volgt na een paar
maanden. Meestal definitief.
Naast nadelen heeft migratie voor een vertrekgebied ook een voordeel,
migranten maken vaak (veel) geld over naar het thuisland.
Bevolkingsdichtheid: gemiddeld aantal inwoners per km2.