Samenvatting (digitale) informatiesystemen + Afkortingen + Examenvragen

Digitale informatiesystemen
Hoofdstuk 1
QR: Quick Response
BOM: Bill-of-Material
BLOB: Binary Large OBject
XML: eXtensible Markup Language
XSD: XML Schema Definition
HR XML: Human Resources-XML
XBRL: eXtensible Business Reporting Language
BPMN: Business Process Modeling Notation
WFMS: WorkFlow Management System
BPR: Business Process Re-engineering
TPS: Transaction Processing Systems
ECS: Enterprise Collaboration Systems
OAS: Office Automation Systems
MIS: Management Information Systems
DSS: Decision Support System
KPIs: Key Performance Indicators
ERP: Enterprise Resource Planning


Hoofdstuk 2
GUI: Grafische User Interface
PC: Personal Computer
CPU: Central Processing Unit
ALU: Arithmetic-Logic Unit
USB: Universal Serial Bus
RAM: Random Access Memory
SSD: Solid State Disk
GPU: Graphics Processing Unit
iGP: integrated Graphics Processor
ASCII: American national Standard Code for Information Interchange

,EBCDIC: Extended Binary Coded Decimal Interchange Code
OS: Operating System
CLI: Command Line Interface
DNS: Domain Name System
TCP/IP: Transmission Control Protocol/Internet Protocol
HTTP: HyperText Transfer Protocol
HTML: HyperText Markup Language
IoT: Internet of Things
IaaS: Infrastructure bs a Service
PaaS: Platform as a Service
SaaS: Software as a Service
CRM: Customer Relationship Management


Hoofdstuk 3
COBOL: COmmon Business Orientated Language
SEQUEL: Structured English QUEry Language
SGL: Structured Query Language
DBMS: DataBase Management System
MRP: Material Requirements Planning
MRP II: Manufacturing Resource Planning
UML: Unified Modeling Language
API: Application Programming Interface
SOAP: Simple Object Access Protocol
WSDL: Web Services Definition Language
UDDI: Universal Description, Discovery and Integration
SOA: Service-Orientated Architecture
REST: REpresentational State Transfer
URIs: Uniform Resource Identifiers
JSON: JavaScript Object Notation
ESB: Enterprise Service Bus

,Hoofdstuk 4
UP: Unified Proces
ER: Entity Relationship
UML: Unified Modeling Language
CASE: Computer Aided Software Engineering


Hoofdstuk 5
BI: Business Intelligence
ETL: Extraction Transformation and Load
OLAP: OnLine Analytical Processing
CRM: Customer Relationship Management
PKI: Public Key Infrastructure
SPoF: Single Point of Failure
DLT: Distributed Ledger Technology


SQL
DDL: Data Definition Language
DML: Data Manipulation Language
DQL: Data Query Language

, Digitale informatiesystemen
Inleiding

- Beleidsinformatica: hybride gebied tussen bedrijfskunde/economie en ICT/informatica
- 2 perspectieven:
1. Klassiek perfectief: ondersteundende rol ICT (vooral de secundaire activiteiten
waren geautomatiseerd)
• Deelgebieden beleidsinformatica:
A. Bouwen van informatiesystemen => functioneel-constructieve kloof:
functionele (wat, bedrijfskundig)) en constructieve (hoe, ICT) laag met
constructen/primitieven en 3 stappen in het bouwproces van systemen:
(project management, systeemanalyse, systeemontwerp)
B. Management-aspecten => 2 vakgebieden (IT governance en IT audit) met
2 IT-perspectieven (kostengebaseerd en innovatie)
C. Brug tussen deze twee gebieden => kloof tussen bedrijfskundigen en
technici beperken
2. Innoverend perspectief: vertrokken vanuit de ICT (ook de primaire activiteiten, de
kerk van de organisatie, werd geautomatiseerd/digitaal)
• Andere problematieken bij het bouwen van innovatieve informatiesystemen:
D. Andere manieren van ontwerpen/programmeren
E. Experimentele fase met prototype en daarna grootschalige productie
(schalen)
• Andere problematieken bij het integreren van het prototype
• Andere problematieken bij de managementaspecten (risico’s, waarde ontwikkeling,
impact concurrentie)