Samenvatting LES 5 BOEKHOUDRECHT

LES 5: BOEKHOUDEN
Vrijdag 12 maart

HOOFDSTUK 8

Extra info:
Een eindejaarspremie/bonus is een wettelijke verplichting (staat in uw contract met uw
werknemer). Dit betekent dat je deze moet boeken op het einde van het jaar.

Een performance gerelateerde bonus daarentegen, waarvan nog niet zeker is dat deze wordt
uitbetaald, valt dan onder de voorzieningen. Als zeker is dat deze bereikt is, da wordt deze
geboekt onder schuld. Als deze bonus gerelateerd is aan een bepaald doel (bv of het
medicament dat je creëert op de markt mag komen), dan ben je niet zeker of dit binnen het
boekjaar lukt. Deze bonus wordt dan maar uitgereikt op het moment dat de doelstelling is
bereikt (als het doel niet is bereikt op 31/12, dan hoef je daar ook geen bonus voor toe te
kennen).

Nu gaan we verder met de slides van de les van 5 maart;

2. IMMATERIELE VASTE ACTIVA

VOORUITBETALINGEN




(2)  het product is hier al geleverd (dus we hebben het ontvangen)
(1)  betekent gwn dat er een voorschot is betaald

(gaat hier over voorschotten die ik betaal  komen op het actief)
Dit betekent dat we op een aankoop een voorschot geven en dat voorschot wordt geboekt door
enerzijds van uw bankrekening 2.000 af te trekken (1) (dit betekent crediteren) en dit gaan we
boeken op een rekening vooruitbetalingen (1) zodanig dat het duidelijk is in de boekhouding dat
het nog niet iets is dat we effectief hebben ontvangen. Dit is in het vooruitzicht dat we dit
volledig gaan verwerven. Het gaat hier over een octrooi en dat octrooi krijgen we definitief
toegekend wat ook betekent dat we een saldo gaan betalen dus nog eens extra 3.000 saldo (2)
en dan zullen we hetgeen dat we in de tweede schijf betaald hebben (dus deze 3000)
vermeerderen met het voorschot op de rekening ‘vooruitbetalingen’ dat we betaald hebben en
deze 2 waarden gaan we overboeken naar de rekening ‘octrooien aanschaffingswaarde’.
Het principe is dat wanneer we een voorschot betalen op een actief (in dit geval een vast
immaterieel actief), dan gaan we dit ook gaan boeken in de rubriek ‘immateriële vaste activa’.

,Als ik een voorschot betaald op een machine zal het geboekt worden in de ‘materiële vaste
activa’, betaal ik een voorschot op aandelen dan zal dit geboekt worden in de ‘financiële vaste
activa’, betaal ik een voorschot op voorraden dan zal dit geboekt worden onder de ‘voorraden’
 het voorschot volgt dus de rubriek waarvoor het voorschot is betaald, maar het wordt wel op
een aparte rekening gezet omdat het juridisch een andere betekenis heeft dan iets dat je krijgt.

AANSCHAFFINGSWAARDE

Voor welke waarde gaan we boeken? Het principe is daar dat men boekt aan
aanschaffingswaarde.

Aanschaffingswaarde:
- Aanschaffingsprijs
 In eerste instantie kun je immaterieel vast activa verwerven uit een aankoop en dan
spreken we over aankoopprijs + bijkomende kosten (vb leveringskosten)
 In tweede instantie kan ik ook een immaterieel vast actief verkrijgen door te gaan ruilen.
Door iets wat ik bezit te gaan ruilen met iets dat iemand anders bezit. Men vertrekt dan
van de marktwaarde van het in ruil overgedragen bestanddeel (als ik 2 dingen ruil, dan
moet ik hetgeen (vast actief) dat op mijn balans stond, daarvan de marktwaarde
gebruiken als nieuwe aanschaffingsprijs. Als je dat gegeven niet hebt, dan moet je de
marktwaarde gebruiken van het door in ruil verkregen actief. Je MOET EERST gaan kijken
wat je hebt overgedragen (marktwaarde) en PAS als je dit NIET kunt bepalen dan moet je
gaan kijken naar de marktwaarde van het door ruil verkregen actief
- Dan hebben we ook nog de vervaardigingsprijs  het kan nl zijn dat je het zelf maakt (vb een
softwarebedrijf dat eigen software ontwikkelt voor eigen gebruik)
 Het is dan zo dat men niet meer dan de kosten (bv personeelskost, machinekost, ...) die
daaraan verbonden moet registreren. Het totaal van die kosten mag je dan beschouwen
als aanschaffingswaarde
 Echter is er de beperking dat je ook moet proberen een raming te maken van de
gebruikswaarde voor de onderneming
o Dus stel dat je 1 werknemer een heel jaar een zeer ingewikkeld
softwareprogramma hebt laten schrijven en je neemt de kost van 1 jaar
werknemer en zegt dat dit dan de vervaardigingskost is van dit
softwareprogramma MAAR als dit softwareprogrammageen echte goede
toepassing kent of je kan er niets mee doen (aka het heeft geen gebruikswaarde)
dan kun je het niet zomaar als kost gaan boeken  de kosten mogen NIET hoger
zijn dan een voorzichtige raming van de gebruikswaarde voor de onderneming
- Inbrengwaarde
 Daar spreken we van bij een inbreng in natura
 Kapitaal kan gevormd worden door inbreng in geld (inbreng in natura) (je gaat naar de
notaris en je zegt dat je op een geblokkeerde bankrekening geld hebt gestort en
daarmee nu het kapitaal vormt) of je hebt een lijst van activa (bv bestaande software of
een octrooi of een merk die je hebt gekocht) en je wilt dit inbrengen in de vennootschap
(hier wordt dan een waarde op geplakt die gecontroleerd wordt door een
bedrijfsrevisor). De waarde die bepaald is bij de inbreng IN NATURA noemen we de
inbrengwaarde (en dit noemen we dus ook een aanschaffingswaarde)
 een aanschaffingswaarde is dus heel breed gedefinieerd

, VB AANSCHAFFINGSPRIJS




Ik had 150.000 euro op mijn bankrekening staan en ik koop een octrooi aan voor 100.000 euro.
Dit betekent dat ik een factuur krijg van 121.000 euro (nl 100.000 voor het octrooi + BTW). Dit
betekent dus dat ik 121.000 euro betaal (1). Daarvan mag ik 100.000 boeken (1) op de
aanschaffingswaarde. En de 21.000 heb ik betaald aan mijn leverancier en die mag ik
terugvorderen. Dit betekent dat ik dit ga boeken op een actief rekening die hoort onder de
vlottende activa ‘terug te vorderen btw’. Als je die BTW terugkrijgt zal die 21.000 EUR gaan staan
bij credit ipv debit en zal op de bankrekening (kredietinstellingen) bij debit 21.000 staan. Het feit
dat je die 21.000 EUR hebt gekregen zal de passiefbalans niet meer beïnvloeden (blijft zoals die
hier staat).

Je mag alleen die btw terugvorderen als je een BTW belastingsplichtige bent. Ben je dit niet, dan
kan je dit niet. Een BTW-belastingsplichtige is iemand die een activiteit heeft waarbij de omzet
van deze activiteit wordt aangerekend aan de klant met BTW (zie ook de oefeningen van vorige
week).