1) Geef de algemene structuur van een fosfolipiede en bespreek de asymmetrie in
lipiede compositie van het celmembraan : hoe wordt dit gegenereerd en wat zijn
de implicaties.
Hoofdstuk 3 :
1) Bespreek de biomoleculaire reactie van ligand-receptor interactie, inclusief
concentratie-effect curve en betekenis/impact KD waarde en Hill-nummer.
2) Geef de algemene structuur van een G-protein gekoppelde receptor en bespreek
de 3 belangrijkste ga-protein effector modulatie mechanismen van G-protein
gekoppelde receptors. Geef eveneens 1 voorbeeld waarbij gbg-protein bij
betrokken is (dit is dus ga-protein onafhankelijke signaling).
3) Bespreek de 5 klassen van katalytische (catalytic) receptors.
Hoofdstuk 5 :
1) Bespreek simpele diffusie overheen plasmamembraan versus gefaciliteerde
diffusie, inclusief formule voor simpele diffusie en carrièr gemedieerde diffusie. Als
vb carrier gemedieerde diffusie, geef de 3 belangrijkste transporters/pompen die
de intracellulaire (Ca) laag houden in rust en bespreek kort mechanisme van
regulatie.
2) Bespreek electro-chemische drijvende kracht voor diffusie en geef Nernst
vergelijking (wat berekenen we met deze formule).
3) Primaire-actief transport : bespreek de cyclus van de Na/K-ATPase pomp en geef in
enkele zinnen de contributie van de pomp bij het Gibbs-Donnan evenwicht.
4) Bespreek secundair actief transport en geef Na-glucose transporter en
mechanisme voor transepitheel transport van glucose vanuit lumen (darm) als
voorbeeld.
Hoofdstuk 6 :
1) Bespreek onderliggend moleculaire mechanisme voor het genereren van een
membraanpotentiaal (inclusief GHK spanningvergelijking). Verklaar waarom relatie
extracellulaire (K) en membraanpotentiaal niet lineair is.
2) Geef het plasmamembraan weer als een simpel elektrisch circuit en bespreek
(inclusief rol/effect capaciteit).
3) Bespreek de ionaire stroom doorheen een kanaal en een populatie kanalen aan de
hand van de wet van Ohm. Vermeld eveneens de criteria voor de klassering
(classificatie) van ionenkanalen.
Hoofdstuk 7 :
1) Bespreek de actiepotentiaal : ionaire basis, drempelwaarde, overschoot, after-
hyperpolarization, absolute/relatieve refractaire periode.
2) Geef de algemene topologie van spanningsgevoelige K/Na kanaal en bespreek
hodgkin huxley model voor K en Na stroom en de predictie van een actiepotentiaal.
3) Geef mechanisme voor hart ritme contrôle : bespreek conductie-spanningsrelatie
bij inward rectifier K+ kanalen en conductie-spanningsrelatie bij HCN kanalen (i.e.
Regulatie door cAMP concentratie).
4) Bespreek de rol van myelinisatie bij actie potentiaal propagatie en de
onderliggende wetmatigheden (= kabeltheorie voor AP propagatie).
Hoofdstuk 8 :
1) Neuro musculaire junctie ; bespreek de pre-synaptische processen die resulteren in
signaal transductie (incl. Mechanisme van neurotransmitter accumulatie in vesikels,
maar details vesikel fusie niet) en hoe signaaltransductie wordt beëindigd.
2) Neuromusculaire junctie ; bespreek de nicotine ACh receptor en « end-plate
potential » (inclusief origine van miniature end plate potentials) + « end-plate
current ».
Hoofdstuk 9 :
1) Bespreek de cross-bridge cyclus en mechanisme van regulatie in skelet spieren (dus
wat is Ca2+ sensor en Ca2+-modulatie mechanisme).
2) Bespreek mechanisme van EC (excitatie-contractie) koppeling (intracellulaire Ca2+
regulatie) in skelet- vs hart-spieren.
3) Geef mechanisme voor « graded » response in spiercontractie van skelet spieren en
bespreek onderliggende basis voor snelle en trage respons van grote en kleine
motorunits. Bespreek kort mechanisme voor toename contractie in hartspieren.