‘ENERGIEVERLIES’ VS. ‘WET VAN BEHOUD VAN
ENERGIE’
ENERGIE EN ENERGIE-OMZETTINGEN
Energie is nodig om arbeid te kunnen verrichten. Er wordt mechanische arbeid verricht als een kracht een
verplaatsing van een voorwerp veroorzaakt.
W = F . △x (met W = N.m = J)
△E = W (met E = J)
1 Joule
Hoeveelheid arbeid die nodig is om 1J arbeid te verrichten
Die nodig is om voorwerp met kracht van 1 Newton over 1 meter te verplaatsen
James Prescott Joule
1 Nm
voedingsmiddelen : 1 kJ
Voorbeelden :
Een rijdende auto : wrijvingskracht moet overwonnen worden,
er wordt een verplaatsing veroorzaakt -> er wordt arbeid verricht
De energie die nodig is om de arbeid te verrichten is afkomstig van de brandstof.
Een fietser: wrijvingskracht moet overwonnen worden,
er wordt een verplaatsing veroorzaakt -> er wordt arbeid verricht
De energie die nodig is, is afkomstig van de fietsen (vanuit biochemische omzettingen in de spieren die
kunnen plaatsvinden bij inname van voedingsmiddelen)
Een opstijgende raket: zwaartekracht moet overwonnen worden,
er wordt verplaatsing veroorzaakt -> energie = brandstof
ENERGIEVORMEN
Mechanische energie
Kinetische energie/bewegingsenergie (bv. auto, fiets)
m. v 2
Ek =
2
Potentiële energie (bv. satellieten)
Ep = m . g . h (-> g = zwaarteveldsterkte = 9,81 N/kg)
Elektrische energie (bv. tram)
Chemische energie (bv. energie die vrijkomt bij explosieve reactie airbag)
Stralingsenergie (bv. satellieten halen hun energie uit zonnestraling)
Thermische energie/warmte-energie (bv. zonnecollectoren)
ENERGIE’
ENERGIE EN ENERGIE-OMZETTINGEN
Energie is nodig om arbeid te kunnen verrichten. Er wordt mechanische arbeid verricht als een kracht een
verplaatsing van een voorwerp veroorzaakt.
W = F . △x (met W = N.m = J)
△E = W (met E = J)
1 Joule
Hoeveelheid arbeid die nodig is om 1J arbeid te verrichten
Die nodig is om voorwerp met kracht van 1 Newton over 1 meter te verplaatsen
James Prescott Joule
1 Nm
voedingsmiddelen : 1 kJ
Voorbeelden :
Een rijdende auto : wrijvingskracht moet overwonnen worden,
er wordt een verplaatsing veroorzaakt -> er wordt arbeid verricht
De energie die nodig is om de arbeid te verrichten is afkomstig van de brandstof.
Een fietser: wrijvingskracht moet overwonnen worden,
er wordt een verplaatsing veroorzaakt -> er wordt arbeid verricht
De energie die nodig is, is afkomstig van de fietsen (vanuit biochemische omzettingen in de spieren die
kunnen plaatsvinden bij inname van voedingsmiddelen)
Een opstijgende raket: zwaartekracht moet overwonnen worden,
er wordt verplaatsing veroorzaakt -> energie = brandstof
ENERGIEVORMEN
Mechanische energie
Kinetische energie/bewegingsenergie (bv. auto, fiets)
m. v 2
Ek =
2
Potentiële energie (bv. satellieten)
Ep = m . g . h (-> g = zwaarteveldsterkte = 9,81 N/kg)
Elektrische energie (bv. tram)
Chemische energie (bv. energie die vrijkomt bij explosieve reactie airbag)
Stralingsenergie (bv. satellieten halen hun energie uit zonnestraling)
Thermische energie/warmte-energie (bv. zonnecollectoren)