1
ANTI-ATHEROOMDIEET
INDICATIE
Dyslipidemie (te hoog LDL/TG, te laag LDL)
HVZ
DYSLIPIDEMIE
Vetten (TG, fosfolipiden, cholesterol) zijn onoplosbaar in water, daarom worden
ze in het bloed getransporteerd na binding aan eiwitten (apoproteïnen) waardoor
lipoproteïnen ontstaan.
Chylomicronen Vet uit voeding → lever, vet- & spierweefsel
VLDL Lever → vet- & spierweefsel
LDL Lever → perifere weefsels
HDL Perifere weefsels → lever
Risicofactoren voor HVZ:
Beïnvloedbare risicofactoren Niet beïnvloedbare risicofactoren
Roken, alcohol Familiale aanleg
Voeding, beweging Leeftijd
Stress Diabetes type 1
Obesitas (abdominaal vet,
hypertensie)
Hoge bloedconcentratie
homocysteïne
Streefwaarden bloedlipiden:
Totaal cholesterol <190 mg/dl
LDL <100 mg/dl (matig/laag CVR)
<70 mg/dl (hoog CVR)
<55 mg/dl (zeer hoog CVR)
HDL >40 mg/dl (man)
>50 mg/dl (vrouw)
TG <150 mg/dl
Non-HDL <130 mg/dl (matig/laag)
<100 mg/dl (hoog)
<85 mg/dl (zeer hoog)
INVLOED VOEDING OP BLOEDLIPIDEN
Totale hoeveelheid vet
Reductie vetinname tot 30-35 en% kan bijdragen tot daling
serumcholesterolgehalte. Hogere inname zorgt voor verhoogde opname VVZ en
kan TG doen stijgen.
, 2
Verzadigde vetzuren
Vetzuren ketenlengte ≤10 C-atomen + stearinezuur zijn niet
cholesterolverhogend. Maar meeste vetten die stearinezuur bevatten, bevatten
ook andere VVZ.
Atherogene VZ (laurinezuur, myristinezuur, palmitinezuur) verhogen LDL, maar
verlagen HDL niet. Belangrijkste bron atherogene VZ is melkvet en in mindere
mate vlees.
Dierlijke vetten (behalve visvetten) zijn rijk aan VVZ. Ook cacaoboter, palmolie
en kokosvet bevatten VVZ.
Onverzadigde transvetzuren
Transvetzuren ontstaan bij partiële hydrogenatie van plantaardige oliën om ze
vaster/smeerbaarder te maken en minder gevoelig voor oxidatie.
Bronnen transvetzuren:
Volle melkproducten
Rund- en schapenvlees
Geharde plantaardige vetstoffen
Producten hiermee bereid (bv. koekjes, gebak, hartige snacks)
Transvetzuren zijn schadelijker dan atherogene VZ: ze verhogen LDL + verlagen
HDL.
Enkelvoudige onverzadigde vetzuren (EOVZ)
Verlagen LDL zonder HDL te verlagen + verminderen oxidatieproces van LDL
(geoxideerde LDL zet zich makkelijker vast aan de bloedvatwand). Belangrijkste
EOVZ: oliezuur.
Bronnen EOVZ:
Olijfolie
Arachide-olie
Olijven
Avocado
Noten & pinda’s
Meervoudig onverzadigde vetzuren (MOVZ)
Ω6
Doen LDL dalen, maar LDL-oxidatie neemt toe. Bij hoge inname kan HDL ook
dalen.
Belangrijkste ω6: linolzuur
Bronnen ω6:
Zonnebloemolie
Maïsolie
Druivenpitolie
Okkernoten
ANTI-ATHEROOMDIEET
INDICATIE
Dyslipidemie (te hoog LDL/TG, te laag LDL)
HVZ
DYSLIPIDEMIE
Vetten (TG, fosfolipiden, cholesterol) zijn onoplosbaar in water, daarom worden
ze in het bloed getransporteerd na binding aan eiwitten (apoproteïnen) waardoor
lipoproteïnen ontstaan.
Chylomicronen Vet uit voeding → lever, vet- & spierweefsel
VLDL Lever → vet- & spierweefsel
LDL Lever → perifere weefsels
HDL Perifere weefsels → lever
Risicofactoren voor HVZ:
Beïnvloedbare risicofactoren Niet beïnvloedbare risicofactoren
Roken, alcohol Familiale aanleg
Voeding, beweging Leeftijd
Stress Diabetes type 1
Obesitas (abdominaal vet,
hypertensie)
Hoge bloedconcentratie
homocysteïne
Streefwaarden bloedlipiden:
Totaal cholesterol <190 mg/dl
LDL <100 mg/dl (matig/laag CVR)
<70 mg/dl (hoog CVR)
<55 mg/dl (zeer hoog CVR)
HDL >40 mg/dl (man)
>50 mg/dl (vrouw)
TG <150 mg/dl
Non-HDL <130 mg/dl (matig/laag)
<100 mg/dl (hoog)
<85 mg/dl (zeer hoog)
INVLOED VOEDING OP BLOEDLIPIDEN
Totale hoeveelheid vet
Reductie vetinname tot 30-35 en% kan bijdragen tot daling
serumcholesterolgehalte. Hogere inname zorgt voor verhoogde opname VVZ en
kan TG doen stijgen.
, 2
Verzadigde vetzuren
Vetzuren ketenlengte ≤10 C-atomen + stearinezuur zijn niet
cholesterolverhogend. Maar meeste vetten die stearinezuur bevatten, bevatten
ook andere VVZ.
Atherogene VZ (laurinezuur, myristinezuur, palmitinezuur) verhogen LDL, maar
verlagen HDL niet. Belangrijkste bron atherogene VZ is melkvet en in mindere
mate vlees.
Dierlijke vetten (behalve visvetten) zijn rijk aan VVZ. Ook cacaoboter, palmolie
en kokosvet bevatten VVZ.
Onverzadigde transvetzuren
Transvetzuren ontstaan bij partiële hydrogenatie van plantaardige oliën om ze
vaster/smeerbaarder te maken en minder gevoelig voor oxidatie.
Bronnen transvetzuren:
Volle melkproducten
Rund- en schapenvlees
Geharde plantaardige vetstoffen
Producten hiermee bereid (bv. koekjes, gebak, hartige snacks)
Transvetzuren zijn schadelijker dan atherogene VZ: ze verhogen LDL + verlagen
HDL.
Enkelvoudige onverzadigde vetzuren (EOVZ)
Verlagen LDL zonder HDL te verlagen + verminderen oxidatieproces van LDL
(geoxideerde LDL zet zich makkelijker vast aan de bloedvatwand). Belangrijkste
EOVZ: oliezuur.
Bronnen EOVZ:
Olijfolie
Arachide-olie
Olijven
Avocado
Noten & pinda’s
Meervoudig onverzadigde vetzuren (MOVZ)
Ω6
Doen LDL dalen, maar LDL-oxidatie neemt toe. Bij hoge inname kan HDL ook
dalen.
Belangrijkste ω6: linolzuur
Bronnen ω6:
Zonnebloemolie
Maïsolie
Druivenpitolie
Okkernoten