1.1 Wat is psychologie?
De psycholoog in elk van ons iedereen bestudeert de mensen en hun
gedrag. Woorden als depressie en bewustzijn veel gebruikt.
(psychobabble)
Het is de wetenschappelijke studie van het gedrag en de mentale
activiteiten. Denk aan huis-, tuin-, en keukenpsychologie (boeken)
1. 2 Intuïtieve mensenkennis
De inzichten die ontstaan uit talrijke ervaringen met anderen en onszelf.
Uit het spontaan zoeken naar inzicht is iedere wetenschap geboren.
Daarvoor gebruiken we ons gezond verstand en buikgevoel.
Onze inzichten zijn vaak gebaseerd op gebeurtenissen, bvb slechte
ervaring met een collega dus een slecht gevoel bij hem hebben. Dit
beperkt onze objectiviteit.
Toevallige indrukken: Hoe iemand lijkt, draagt en praat. Deze indrukken
zijn subjectief en kunnen misleidend zijn.
Omdat intuïtieve psychologie niet systematisch is, leidt dit vaak tot
verkeerde inschattingen.
We maken brede uitspraken o.b.v. beperkte info,
deze generalisaties zijn simplistisch en kunnen schadelijk zijn.
1. 3 Wetenschappelijke psychologie
Objectieve vaststellingen die door iedereen herhaald en gecontroleerd
kunnen worden. Dit vermijd dat onze uitspraken te gekleurd zijn.
objectiviteitsbeginsel: feiten boven mening zonder persoonlijke
belangen
Intersubjectiviteit: samen overeenstemming bereiken over wat waar
of geldig is. Kennis is dus door meerdere personen bepaald.
Systematische observatie:
Veel intuïtieve inzichten zijn ontstaan op basis van een beperkt aantal
waarnemingen. Om dit te vermijden moeten wetenschappers
representatieve steekproeven verrichten.
Gecontroleerde situatie
Het volstaat niet om dingen objectief en systematisch te registreren.
Observaties moeten dus in een gecontroleerde situatie plaatsvinden zodat
storende factoren uitgeschakeld worden.
, Zoeken naar diepere samenhang
Vb: correlatie tussen geboortes en aantal ooievaars (gewoon veel op
dat moment = niet representatief)
Inkaderen in een bredere theorie
Een theorie is een netwerk van relaties, waarvan aangegeven wordt
hoe verschillende gebeurtenissen met elkaar in verband staan.
1.4 Verre voorgeschiedenis
Klassieke Griekse filosofen: Socrates, Plato, Aristoteles
Emoties kunnen ons denken verstoren, vb: woede
Waarnemingen zijn altijd interpretaties iedereen creëert zijn eigen
wereld zoals het glas is halfleeg of halfvol
Onderscheid ratio(hoofd koel houden bij situatie) en emotie.
Verband tussen geest en lichaam, we linken liefde aan het hart. Dit idee
komt van de Grieken.
1.5 Meer directe voorgeschiedenis
Middeleeuwen:
- Theocentrisme geest en ziel los van natuurwetten
- God heeft mens naar zijn evenbeeld geschapen
- Geest is onoplosbaar mysterie
Ontwikkeling in filosofie
Descartes: empirisme (zintuiglijke waarneming) en rationalisme (logisch
denken). Legde belang voor methodische twijfel maar niet twijfelen aan
het feit dat je twijfelt; ik denk dus ik ben. Dualisme (ziel en lichaam apart)
Ontwikkeling binnen natuurwetten
Periodiek systeem Ernst Weber, Buitenwereld komt binnen via
zintuigen. Renaissance aan alles twijfelen
1.6 Psychologie als wetenschap van bewustzijn
Wundt Structuralisme = zoekt bouwstenen en basisstructuren van
bewuste waarneming. Te vergelijken met het periodiek systeem.
Leipzig: eerste laboratorium voor wetenschappelijke psychologie, hij wou
een overzicht van wat psychisch gezien bestaat en van alles wat wij
kunnen.
Sensaties = geluiden, geuren. Beelden, herinneringen, gevoelens.
Experimentele methode het uitlokken van een stimuli (prikkel), dit lokt
een psychische reactie uit. Vb: balletje voor een hond is een stimuli.
Introspectie: waarnemingen beschrijven bij het aanbieden van een
eenvoudige stimuli.
, Structuralisme bouwstenen van de denkwereld wat belangrijk is
We zien sommige dingen anders, zoals een kubus door de stimuli,
het beeld van de werkelijkheid is dus subjectief
1.7 Functionalisme
De zoektocht naar elementen van het bewustzijn is te abstract en
onbelangrijk. Niet meer zoeken naar structuur maar naar de werking van
ons bewustzijn.
Praktische vragen: Hoe kan een individu zich aanpassen aan nieuwe
situaties en concrete problemen?
Hierbij spreken we niet van bouwstenen maat van werking en
mogelijkheden.
Aanpassingsgedrag (Darwin)
We passen ons bvb aan, per cultuur
2. Invalshoeken
2.1 Behaviorisme
Menselijke psyche is niet direct waarneembaar innerlijk
Het enige waar je zeker van kunt zijn is het gedrag. Gedrag bestuderen die
je ziet en niet wat er achter zit.
Vb: de kat eet snel en niet de kat heeft honger
Behaviorisme houdt zich niet bezig met emoties.
Louter beschrijven van stimulus:
gedrag wordt gezien als reactie op een prikkel
- Directe oorzaak-gevolg relaties
- Leerprocessen
- Beloning en straf
Black box = brein is onzichtbaar
2.2 Gestaltpsychologie
Een geheel is niet te herleiden tot een eenvoudige optelling van de delen
waaruit het is opgebouwd.
Waarnemen is geen apart register van afzonderlijke indrukken.
Gestalten komen slechts tot stand wanneer er specifieke verhoudingen of
interacties aanwezig zijn tussen de samenstellende elementen.
Er wordt een totaal beeld opgebouwd (natuurlijke neiging)
We maken een geheel op ookal is dit er niet
Er zijn geen afzonderlijke indrukken
Hersenen zoeken automatisch patronen
Mensen registreren niet maar construeren de werkelijkheid
Brein is gemaakt om snel dingen te kunnen zien
, 2.3 Dieptepsychologie
Psychoanalyse van Freud
Gedrag bepaalt door energie van irrationele verlangens en driften.
Onbewuste agressieve en seksuele impulsen en psychische conflicten.
Geest is “psychische snelkookpan” vol onbewuste verlangens en
herinneringen aan traumatische gebeurtenissen.
Focus op diepere lagen van het psychisch functioneren
Vrije associatie (verdrongen onbewuste)= Alles opzeggen wat je
denkt
Psychodynamisch invalshoek
Drift bewuste – voorbewuste – onbewuste (es-ich-uber ich)
Onbewuste komt naar de oppervlak door versprekingen, dromen,…
- Es: lustprincipe = opzoeken van lust (geheel van driften)
Eros = levensdrift vs Thanatos = doodsdrift
- Ich (ego) = realiteitsprincipe (bewuste ik) tussen es en uber ich
- Uber ich ( super ego) = moraliteitsprincipe geweten en ik ideaal
Conflictmodel: om met conflicten tussen es en über-ich om te gaan
maakt ICH gebruik van verdedigings- of afweermechanismen
(verdringing, sublimatie, identificatie…)
2.4 Humanistische psychologie
Reactie op vorige stromingen : Kille, mechanische benadering
De mens is geen speelbal van zijn onbewuste en van de gebeurtenissen.
Mens = centraal. “psychologie van de derde weg”
Nadruk op belang van zelfbeeld, behoefte aan persoonlijke groei en zelf-
actualisatie. Vb: personal coach waarbij je beste van jezelf wilt zijn.
Creativiteit, ontplooiing, vriendschap, eigenwaarde, mogelijkheden,…
Humanistische invalshoek
Be all you can be (positieve psychologie)
Definitie van bestaan is heruitvinding
“I believe the definition of definition is reinvention. To not be like your
parents, to not be like your friends. To be yourself. To carve yourself out of
stone, completely” Centraal in hedendaagse psychologie = veerkracht
2.5 Cognitieve psychologie
= verstandelijk, ontwikkeling van het denken
Gedrag bepaalt door hoe we info verwerken
Brein als biologische computer een informatieverwerker