1 Inleiding............................................................................................................... 3
2 Marginaliteit in de sociologische literatuur..........................................................3
3 Rondleiding in de sociologische perspectieven...................................................4
3.1 Theoretische perspectieven..........................................................................4
3.3 Belangrijke evoluties..................................................................................... 5
4 Sociale problemen............................................................................................... 7
4.1 Relatie tussen individuele en sociale kwesties..............................................7
4.2 2 benaderingswijzen..................................................................................... 8
4.2.1 De objectieve benadering.......................................................................8
4.2.2 De subjectieve of constructieve benadering...........................................9
4.2.3 Fouten bij sociale problemen................................................................10
4.3 Erkenning een sociaal probleem.................................................................11
4.3.1 Richard Hensel meent dat een probleem sociaal is;.............................11
4.3.2 12 factoren............................................................................................ 11
4.3.3 De natural History Hypothese...............................................................12
4.4 Historische bepaaldheid van het begrip sociaal probleem..........................15
4.4.1 Toenemende differentiaties van sociale problemen..............................15
5 Afwijkend gedrag en deviantie..........................................................................18
5.1 Het begrip afwijkend gedrag in de sociologische literatuur.........................18
5.2 Afwijkend gedrag: 2 definities.....................................................................18
5.3 Institutionele typologieën............................................................................20
5.4 Afwijkend gedrag als moreel feit.................................................................20
5.4.1 De relativiteit van het afwijkend gedrag...............................................20
5.4.2 De functionaliteit van afwijkend gedrag................................................21
5.5 Beste perspectief?....................................................................................... 22
6 Sociologische perspectieven op sociale problemen, afwijkend gedrag en
deviantie.............................................................................................................. 23
6.1 Perspectief van de sociale pathologie.........................................................23
6.2 Perspectief van de sociale desorganisatie...................................................24
6.2.1 The ecological Chicago School:.............................................................24
6.2.2 Urban sociology in a time of immigration, industrialisation and
urbanisation................................................................................................... 24
1
, 6.2.3 The social disorganization theory..........................................................25
6.2.4 The marginal man (Robert Park)...........................................................25
6.2.5 Concentric zone theory (or model) (Ernest Burges)..............................25
6.2.6 The social disorganization theory (thomas & Znaniecki).......................28
6.2.7 Social disorganization and social reorganization...................................28
6.2.8 The theory of cultural lag (William Ogburng)........................................28
6.2.9 Maatschappelijke stabiliteit…? Cohesie................................................29
6.3 Het perspectief van het waardenconflict.....................................................29
6.3.1 Verbanden tussen waarden en sociale problemen................................29
6.3.2 3 soorten soicale problemen (Fuller).....................................................30
6.4 Socialisatieperspectief................................................................................ 30
6.4.1 Zienswijze van het socialisatieperspectief............................................30
6.5 Anomieperspectief...................................................................................... 32
6.5.1 Durkheim.............................................................................................. 32
6.5.2 Merton................................................................................................... 32
6.6 Etiketteringsperspectief.............................................................................. 33
6.6.1 Labellingtheorie.................................................................................... 33
6.6.2 Kritische theorie en constructionisme...................................................34
2
,1 Inleiding
2 Marginaliteit in de sociologische literatuur
3
, 3 Rondleiding in de sociologische perspectieven
Wat is de sociale probleembenadering? (lafaille)
o Sociale problemen – maatschappelijke situaties die als ongewenst of
schadelijk worden gezien.
o Afwijkend gedrag – gedrag dat afwijkt van sociale normen.
o Afwijking – bredere term voor alles wat buiten de norm valt, zoals
psychische stoornissen, criminaliteit, verslaving, enz.
Relatie en overlap tussen deze 3 verschijnselen
o Materiële overlap
o In de praktijk vallen deze drie verschijnselen vaak samen.
o Soms volledig, soms gedeeltelijk.
o Bijvoorbeeld: verslaving is een sociaal probleem, afwijkend
gedrag én een vorm van afwijking.
o Gedeelde theoretische basis
o Bekende sociologen zoals Becker en Merton hebben zich
met deze thema’s beziggehouden.
o Hun theorieën over het ene onderwerp (bijv. afwijking) zijn
vaak bruikbaar voor het andere (bijv. sociale problemen).
o Wederzijdse beïnvloeding
o De drie verschijnselen hebben zich autonoom ontwikkeld,
maar beïnvloeden elkaar voortdurend.
o Bijvoorbeeld: hoe we afwijkend gedrag definiëren,
verandert hoe we sociale problemen zien – en omgekeerd.
3.1 Theoretische perspectieven
Wetenschappeli
Objectverschuiving Perspectieven
jke opstelling
Normatieve Sociale patologie
opstelling
Sociale problemen
Positief- Sociale desorganisatie
wetenschappelijke Waardenconflict
opstelling
Afwijkend Nadruk op Socialisatiperspectief
gedrag en norm- Anonmietheorie
deviantie overtreding
Nadruk op etiketteringstheorie
reactie van de
4