Hoofdstuk 2: Beginsituatie
Elk kind is anders
1. Leeftijd 7. Talenten 11. Interesse
2. Personaliteit 8. Spreekvaardig 12. Moedert
heid aal
3. IQ
9. Leerstoornisse 13. Leesnive
4. Leefomgeving
n au
5. Studiemogelijk
10. Nationali
heden
teit
6. Uiterlijk
De beginsituatie
Beginsituatie
= alles dat te maken heeft met de kinderen, omgeving,
jezelf, klasgroep, school
Deze dingen kunnen invloed hebben op jouw les en het
behalen van je doelen of niet.
, Waarom is het zo belangrijk om de leerling die voor jou zit zo goed te
kennen?
1. Weten hoe je op het kind moet reageren
2. Weten hoe de kinderen zich voelen
3. Niveau kunnen inschatten- capaciteiten
Defi nitie
De factoren die van invloed zijn op het didactisch, pedagogisch en
organisatorisch verloop en de resultaten van de onderwijsleersituatie,
wordt de beginsituatie genoemd.
De klasgroep
• Klasklimaat
• Socio-structuur van de groep
= leiders van de groep, geen leiders samenzetten voor het voorkomen van
botsingen
• Homogene of de heterogene groep
Homogene groep: kinderen samensteken met hetzelfde niveau
Heterogene groep: kinderen van een verschillend niveau
samensteken
Beste keuze: geen voorkeur
Elk kind is anders
1. Leeftijd 7. Talenten 11. Interesse
2. Personaliteit 8. Spreekvaardig 12. Moedert
heid aal
3. IQ
9. Leerstoornisse 13. Leesnive
4. Leefomgeving
n au
5. Studiemogelijk
10. Nationali
heden
teit
6. Uiterlijk
De beginsituatie
Beginsituatie
= alles dat te maken heeft met de kinderen, omgeving,
jezelf, klasgroep, school
Deze dingen kunnen invloed hebben op jouw les en het
behalen van je doelen of niet.
, Waarom is het zo belangrijk om de leerling die voor jou zit zo goed te
kennen?
1. Weten hoe je op het kind moet reageren
2. Weten hoe de kinderen zich voelen
3. Niveau kunnen inschatten- capaciteiten
Defi nitie
De factoren die van invloed zijn op het didactisch, pedagogisch en
organisatorisch verloop en de resultaten van de onderwijsleersituatie,
wordt de beginsituatie genoemd.
De klasgroep
• Klasklimaat
• Socio-structuur van de groep
= leiders van de groep, geen leiders samenzetten voor het voorkomen van
botsingen
• Homogene of de heterogene groep
Homogene groep: kinderen samensteken met hetzelfde niveau
Heterogene groep: kinderen van een verschillend niveau
samensteken
Beste keuze: geen voorkeur