Cardiovasculair stelsel
Eindsamenvatting
0
,1
, H1: Algemeen
Harttonen - 3e en 4e harttoon is steeds pathologisch
- 1/3e is systole 2/3e is diastole
Systole:
- Begin systole (LUB): Mitralis-/Tricuspidalisklep sluiten Aorta-/Pulmonalisklep openen
- Kleppen gaan open, ventrikels contrageren en bloed gaat in de aorta en arteria pulmonalis
Diastole:
- Op het einde van de systole als de ventrikel leeg is gaan de Aorta- en Pulmonalisklep toeslaan (DUB) en net erna treedt relaxatie van de ventrikel op
- Kan heel lang duren bij dieren in rust
- Net op het einde, net voor de nieuwe hartslag, zal de atria contrageren en extra bloed in het ventrikel duwen en dan pas gaat het ventrikel terug contraheren (LUB)
Congestief - Linker congestief hartfalen (CHF):
hartfalen → Longstuwing (stuwing van LA → longvenen → longen)
→ Longeoedeem
→ Pleurale effusie (bij kat)
- Rechter congestief hartfalen (CHF):
→ Systemische veneuze stuwing (vena cava → leverstuwing)
→ Ascites (uittreden van vocht naar buik)
→ Pleurale effusie
→ Perifeer oedeem (zelden)
Syncope vs
Parameter Syncope Epileptiforme aanval
epilepsie Begin Plots Voortekenen (abnormaal gedrag)
Vaak bij activiteit Vaak bij rust
Tijdens Slap omvallen, bewusteloos blijven liggen Tonisch-clonische bewegingen
Pootbewegingen/urineren Mogelijks met vocalisatie
Opisthotonus mogelijk Bijtbewegingen, speekselen
Urineren/ontlasten
Duur Kort 1-3 min
Vaak < 30s of 1min Status epilepticus > 5min
Einde Plots wakker worden en gewoon weer verder Mogelijks lange post-ictale fase met
doen met normale activiteit abnormaal gedrag (verwarring, angst)
1
,Hartruis
Criteria van hartruis: Hond: 4 klepgebieden
1) Timing: Pulmonalisklep L 3e IC ruimte
→ Systolisch (vaakst) Aortaklep L 4e IC ruimte
→ Diastolisch (zeldzaam) Mitralisklep L 5e IC ruimte
→ Continu (PDA) Tricuspidalisklep R 4e IC ruimte
2) Luidheid/intensiteit: Kat: 3 klepgebieden
→ Schaal 1-6/6 Pulmonalis- en L 2e/3e IC ruimte
3) Lokalisatie: aortaklep
→ Welke van de 4 klepgebieden? Mitralisklep L 5e/6e IC ruimte
Tricuspidalisklep R 4e/5e IC ruimte
2
,Pols Beoordeling: “KRUFS”
- Kwaliteit
→ Gelijkmatigheid:
▪ Pulsus paradoxus: pols varieert in sterkte met de ademhaling (pols is sterker bij expiratie en zwakker bij inspiratie)
▪ Pulsus alternans: afwisselend duidelijke en onduidelijk palpeerbare pols (bij systolische dysfunctie zoals DCM)
→ Amplitude: (afhankelijk van slagvolume en perifere weerstand)
▪ Pulsus magnus: krachtige pols (door aandoeningen die perifere weerstand verminderd)
▪ Pulsus parvus: zwakke/hypokinetische pols (door aandoeningen die perifere weerstand verhogen of slagvolume verminderen)
- Ritme
→ Hond heeft soms respiratoire sinusarytmie (inspiratie → daling vagale tonus → frequentie sinusknoopontlading stijgt omgekeerde bij expiratie)
▪ Bij rustige dieren met lage hart- en ademhalingsfrequentie → bij verhoogde hartslag zal deze aritmie verdwijnen
- Uitval (polsdeficit)
→ Hartcontractie zeer kort na vorige (te weinig diastolische vulling) → hartcontractie genereert geen polsgolf omdat te weinig bloed kan worden uitgestuurd
→ Tegelijk pols palperen + ictus cordis palperen of hart ausculteren → hartfrequentie > polsfrequentie
→ Is een teken van ernstig cardiovasculair probleem (bv. aritmie)!
- Frequentie
→ Hond: 70-150 bpm
→ Kat: 140-220 bpm
- Symmetrie
→ Pulsus differens (asymmetrie door trombose in 1 van beide arteries thv of na aortabifurcatie)
Echo-
Echocardiografie technieken: Indicaties echocardiografie:
cardiografie
- 2D of B-mode: ‘grijsbeeld’ - Oorzaak van een hartruis opsporen ( RX)
→ Hartkamers, kleppen en grote BV beoordelen - Oorzaak van cardiologische symptomen opsporen
- M-mode: Time-motion mode (bv. inspanningsintolerantie, syncope, pup met groei-achterstand: niet alle hartziekten veroorzaken
een hartruis)
→ Meetlijn door hart en punten uitzetten tov de tijd
- Preklinische, occulte cardiomyopathie opsporen
→ Wanddiktes en lumendiameter meten + hart- en
- Diagnose & oorzaak van pericardiale effusie (>RX)
klepbewegingen beoordelen
- Cardiale oorzaak van pleurale of abdominale effusie opsporen wanneer gemodificeerd
- Doppler: transsudaat aanwezig is
→ Spectraal doppler: bloedsnelheid en druk meten - Tumorstagering bij hemangiosarcoma (bv massa op hart of bv massa op lever of milt waarvan
→ Kleuren doppler: bloedstroomrichting bepalen we willen weten of het gemetastaseerd is naar het hart)
▪ klepinsufficiënties en abnormale bloedstroming - Zoeken naar oorzaak van koorts: FUO (fever of unknown origin) (endocarditis?)
▪ (BART: “Blue Away, Red Towards” de sonde) - ...
(Turbulentie = groen)
3
,Radiografie Hartgrootte bij RX thorax: Vertebral Heart Score
- Laterolaterale opname:
→ Hond: 2,5 – 3,5 IC (en basis tot apex is 70% vd borstkas)
→ Kat : 2 – 2,5 IC
- Dorsoventrale opname:
→ 2/3de vd borstkas op het breedste punt
- Vertebral heart score:
→ 1ste lijn van tracheabifurcatie naar apex hart
→ 2de lijn loodrecht thv breedste deel van het hart
→ De 2 lijnen uitzetten op wervelkolom (vanaf T4) → aantal wervels tellen die de 2 lijnen omvatten en optellen
→ Hond: 8,5 – 10,5 (rasverschillen!)
→ Kat: 7,2 – 7,8
Diagnose linker congestief hartfalen:
- Cardiomegalie linker hart:
→ Vergroting van linker atrium/ventrikel
- Congestie van de longvenen:
→ Meestal, niet altijd duidelijk
- Interstitieel tot alveolair longpatroon bij longoedeem
- Pleurale effusie (enkel bij kat! Niet bij hond!)
Tekenen van cardiomegalie:
- Lengte van hart is te groot (> 70% vd borstkas)
- Trachea naar boven geduwd tegen de wervels
- Buldging linker atrium (op LL opname)
- Gestuwde longvenen:
→ Craniale longevenen op LL opname
→ Caudale longvenen op VD/DV opname
- Op VD/DV opname:
→ Uitpuiling linker aurikel (op ±3 uur)
→ Linker atrium duwt hoofdbronchiën uit elkaar
(“cowboy sign”)
Cardiale - NT-proBNP
biomerkers → Stijgt bij ‘uitrekken’ van de atria (hypertrofie of volume-overbelasting)
- Cardiaal troponine I (cTnI)
→ Stijgt bij beschadiging van de cardiomyocyten (myocarditits)
Is een HULP bij de diagnose maar geen alleenstaande test! Moet altijd bevestigd worden met echocardio!!
4
,Electrocardio
gram (ECG) Positionering elektroden: Interpretatie ECG:
P: Activatie atrium - Dier in rechtse laterale decubitus - Stap 1: Artefacten?
Sinusknoop depolariseert - Stuk huid/ vel nemen en niet enkel vacht om - Stap 2: Gemiddelde hartfrequentie
→ prikkel van R naar L atrium goed contact te hebben - Stap 3: Hartritme en P-QRS relatie
→ atria depolariseren - Voorpoten: caudaal thv olecranon - Stap 4: Amplitudes, duur en
P-golf → Rood: rechts voor intervallen meten
→ Geel: links voor - Stap 5: Gem. elektrische as
QRS: Activatie ventrikels - Stap 6: ECG (ddx) diagnose
- Achterpoten: craniaal, thv rechte patellaband
T: Repolarisatie
→ Zwart (= aarding): rechts achter
→ Groen: links achter
Stap 1: Artefacten: Stap 5: gemiddelde elektrische as (MEA):
- Elektrische interferentie (regelmatige, scherpe undulaties)
- Elektrische as = vector voor de richting van het verloop van de elektrische activatie van het hart
- Spierrillingen of bewegingen (grillige basislijn)
- Kan veranderen bij geleidingsstoornis, hypertrofie en dilatatie
- Golvende basislijn (ademhaling wordt mee geregistreerd)
- Normale MEA:
Stap 2: Gemiddelde hartfrequentie: → Hond: +40 tot +100
- Papiersnelheid → Kat: 0 tot +160
- Snelste manier
→ Tel aantal QRS-complexen op 15cm
→ Bij 50mm doe je x20 en bij 25mm x10
Stap 3: Hartritme en P-QRS relatie: - Meting van de elektrische as:
- Regelmatig of onregelmatig? → Kijk naar R-golven → Netto-deflectie afleiding I
→ R-R intervallen zijn gelijk bij regelmatig ritme (# mm boven basislijn – # mm van QRS onder basislijn)
→ Regelmatige/onregelmatige onregelmatigheid? → Netto-deflectie aVF
(# mm boven basislijn – # mm van QRS onder basislijn)
- Supraventriculair of ventriculair? → Snijpunt van 2 loodrechten op I en aVF
→ Smal complex: overwegend supraventriculair
→ Breed complex: overwegend ventriculair
Stap 6: ECG (differentiaal)diagnose:
- P-QRS relatie?
- Ddx fysiologische ritmes:
→ Is er na iedere P-golf een QRS-complex?
→ Normaal sinusritme
→ Is er voor ieder QRS-complex een P-golf?
→ Respiratoire sinusaritmie
→ Is het P-R interval iedere keer hetzelfde?
→ Wandering pacemaker
Stap 4: amplitudes, duur en intervallen meten: → Sinusbradycardie en -tachycardie
- Altijd meten vanuit afleiding II
- Wat meten? - Ddx abnormale impulsvorming:
→ Supraventriculair: sinus arrest, SvPC, Sv-tachycardie
→ P-golf duur en amplitude
→ Ventriculair: VPC, V-tachycardie, -flutter/-fibrillatie, -escape ritme of -asystole
→ P-Q interval (= P-R interval)
→ QRS-complex duur - Ddx abnormale impulsgeleiding:
→ R-golf amplitude → Sino-atriale block, AV-block (gr I, II, III), atriale stilstand
5
,Ritme- Abnormale impulsgeleidingen: AV-blocken:
Supraventriculaire ritmestoornissen:
stoornissen 1) 1ste graads AV-block:
1) Supraventriculaire premature complexen (SvPC):
→ Prematuur, onregelmatig → Verlenging van het PQ-interval
→ Normale QRS voorafgegaan door abnormale P-golf → Verder normale P-golf, QRS-complex en hartfrequentie
2) Atriumfibrillatie:
→ Géén P-golf 2) 2de graads AV-block:
→ Onregelmatig onregelmatig ritme → P-golf wordt niet gevolgd door een QRS-complex
→ Normale P-QRS-T morfologie (supraventriculair) → QRS-complex meestal normale duur en morfologie
→ + eventueel fibrillatiegolven (= f-golven) → Morbitz type I of Morbitz type II
→ Morbitz type I (2e graads AV-block):
▪ Vaak ‘Wenkebach fenomeen’ → progressief langer P-R interval tot
geen QRS volgt op een P-golf
Ventriculaire ritmestoornissen: ▪ Vrij goedaardig met weinig symptomen
1) Ventriculair prematuur complex (VPC):
→ Prematuur (te vroeg) + onregelmatig
→ Abnormale brede QRS + Geen associatie met P-golf
→ Morbitz type II (2e graads AV-block):
▪ ≥ 1 P-golven zonder QRS met constante P-R intervallen
▪ ‘High grade AV-block’ = als slechts 1 P-golf van de 2
2) Ventriculaire tachycardie:
(of meer) wordt gevolgd door een QRS
→ ≥ 4 VPC’s = “run” van ventriculaire tachycardie
→ Regelmatig ritme met abnormale QRS
→ Geen associatie met P-golf + vaak met fusion beats
3) 3de graads AV-block:
(AV-knoop geeft geen prikkels meer door van atria naar ventrikel → ventrikels gaan
zelf overnemen = ventricular escape ritme)
3) Versneld idioventriculair ritme:
→ Je ziet niet-geleide P-golven
→ Vaak na pauze, niet prematuur!
→ Geen associatie tussen P-golven en QRS-complex
→ Abnormale QRS-T en geen associatie met P-golf
→ Ventriculair escape ritme: regelmatig + lagere frequentie dan P-golven
4) Ventriculaire flutter en fibrillatie:
→ Flutter: grote ongeorganiseerde golven
→ Fibrillatie: kleinere golven
→ Dood in 3-4 min → onmiddellijk elektrisch defibrilleren!
6
,Pols Beoordeling: “KRUFS”
- Kwaliteit
→ Gelijkmatigheid:
▪ Pulsus paradoxus: pols varieert in sterkte met de ademhaling (pols is sterker bij expiratie en zwakker bij inspiratie)
▪ Pulsus alternans: afwisselend duidelijke en onduidelijk palpeerbare pols (bij systolische dysfunctie zoals DCM)
→ Amplitude: (afhankelijk van slagvolume en perifere weerstand)
▪ Pulsus magnus: krachtige pols (door aandoeningen die perifere weerstand verminderd)
▪ Pulsus parvus: zwakke/hypokinetische pols (door aandoeningen die perifere weerstand verhogen of slagvolume verminderen)
- Ritme
→ Hond heeft soms respiratoire sinusarytmie (inspiratie → daling vagale tonus → frequentie sinusknoopontlading stijgt omgekeerde bij expiratie)
▪ Bij rustige dieren met lage hart- en ademhalingsfrequentie → bij verhoogde hartslag zal deze aritmie verdwijnen
- Uitval (polsdeficit)
→ Hartcontractie zeer kort na vorige (te weinig diastolische vulling) → hartcontractie genereert geen polsgolf omdat te weinig bloed kan worden uitgestuurd
→ Tegelijk pols palperen + ictus cordis palperen of hart ausculteren → hartfrequentie > polsfrequentie
→ Is een teken van ernstig cardiovasculair probleem (bv. aritmie)!
- Frequentie
→ Hond: 70-150 bpm
→ Kat: 140-220 bpm
- Symmetrie
→ Pulsus differens (asymmetrie door trombose in 1 van beide arteries thv of na aortabifurcatie)
Echo-
Echocardiografie technieken: Indicaties echocardiografie:
cardiografie
- 2D of B-mode: ‘grijsbeeld’ - Oorzaak van een hartruis opsporen ( RX)
→ Hartkamers, kleppen en grote BV beoordelen - Oorzaak van cardiologische symptomen opsporen
- M-mode: Time-motion mode (bv. inspanningsintolerantie, syncope, pup met groei-achterstand: niet alle hartziekten veroorzaken
een hartruis)
→ Meetlijn door hart en punten uitzetten tov de tijd
- Preklinische, occulte cardiomyopathie opsporen
→ Wanddiktes en lumendiameter meten + hart- en
- Diagnose & oorzaak van pericardiale effusie (>RX)
klepbewegingen beoordelen
- Cardiale oorzaak van pleurale of abdominale effusie opsporen wanneer gemodificeerd
- Doppler: transsudaat aanwezig is
→ Spectraal doppler: bloedsnelheid en druk meten - Tumorstagering bij hemangiosarcoma (bv massa op hart of bv massa op lever of milt waarvan
→ Kleuren doppler: bloedstroomrichting bepalen we willen weten of het gemetastaseerd is naar het hart)
▪ klepinsufficiënties en abnormale bloedstroming - Zoeken naar oorzaak van koorts: FUO (fever of unknown origin) (endocarditis?)
▪ (BART: “Blue Away, Red Towards” de sonde) - ...
(Turbulentie = groen)
7
, H2 : Aangeboren hartafwijkingen
Ziekte Eigenschappen Etiologie Symptomen + letsels Diagnose Behandeling
Aandoeningen die drukoverbelasting veroorzaken
(sub)aortastenose -- Subvalvulair
Subvalvulair>>
>>valvulair
valvulair>> -- Type
TypeI:I:kleine
kleinenodulaire
nodulaire -- LV
LVconcentrische
concentrische Symptomen: Milde/matige (S)AS → geen BH
supravalvulair
supravalvulair knobbelsaan
knobbels aanaortabasis
aortabasis hypertrofie
hypertrofie -- Inspanningsintolerantie,
Inspanningsintolerantie,
Erge (S)AS:
-- Verergert
Verergerttot
tot12m
12m -- Type
TypeII:II:fibrotische
fibrotischering
ring -- Verminderde
VerminderdeLV LVrelaxatie
relaxatie syncope,plotse
syncope, plotsedood
dood
-- Erfelijk
Erfelijk onder aorta
onder aorta en compliantie
en compliantie -- Soms
Somslinker
linkerhartfalen
hartfalen -blocker(atenolol)
-- -blocker (atenolol)
-- Boxer/bulldog
Boxer/bulldog -- Type
TypeIII:
III:tunnelvormige
tunnelvormige -- Myocard
Myocardgevoelig
gevoeligvoor
voor Hartruis: -- Cutting
Cuttingballoon
balloon
subvalvulaire regio aritmieën -- Systolisch
Systolisch -- Chirurgie
Chirurgie
subvalvulaire regio aritmieën
-- Sterfte
Sterftedoor
doorhypertrofie
hypertrofieen Links44eeICICruimte
-- Links ruimte
en aritmie
aritmie -- Graad
Graadhartruis
hartruis~~ernst
ernststenose
stenose
-- Zwakke
Zwakkepolspols
Echocardiografie
Pulmonalisstenose -- Valvulair
Valvulair>>
>>supravalv.
supravalv.>> Type A: -- RV
RVconcnetrische
concnetrische Symptomen: Milde/matige PS →
Milde/matige PS → geen
geen BH
BH
subvalvulair
subvalvulair -- Diameter
Diametera. a. pulmonalis
pulmonalis hypertrofie
hypertrofie -- Inspanningsintolerantie,
Inspanningsintolerantie,
normaal Erge
Erge PS:
PS:
-- Blijft
Blijfteven
evenerg
erg normaal -- Verminderde
VerminderdeRV RVrelaxatie
relaxatie syncope,plotse
syncope, plotsedood
dood
-- Erfelijk
Erfelijk -- Parachute-achtige
Parachute-achtige klep met
klep encompliantie
en compliantie -- Soms
Somsrechter
rechterhartfalen
hartfalen -blocker(atenolol)
-- -blocker (atenolol)
-- Boxer/newfoundlander
Boxer/newfoundlander gefuseerde klepbladen
met gefuseerde -- Myocard
Myocardgevoelig
gevoeligvoor
voor Hartruis: -- Ballon
Ballonvalvuloplastie
valvuloplastie(bij
(bijtype
typeA)
A)
- Vaak poststenotische -- Stenting
Stenting
klepbladen aritmieën
aritmieën -- Systolisch
Systolisch
dilatatie -- Chirurgie
Chirurgie
- Vaak poststenotische -- Verminderde
Verminderdevulling LV→
vullingLV → Links33eeICICruimte
-- Links ruimte
Type B:
dilatatie dalingcardiac
daling cardiac output
output -- Graad
Graadhartruis
hartruis~~ernst
ernststenose
stenose
- Hypoplasie van PA annulus -- Pols
Polsmeestal
meestalgoed goedgeslagen
geslagen
metB:
Type dysplastische klep Echocardiografie
- Hypoplasie van PA
annulus met
dysplastische klep
8