OEFENTENTAMENVRAGEN FA-BA101 Antwoordmodel:
1c, 2a, 3c, 4d, 5b, 6e.
7=juist, 8=onjuist, 9=juist, 10=onjuist
Vraag 11
a. Voor antacida geldt dat deze oraal gegeven worden. Leg uit waarom deze niet dermaal,
intraveneus, rectaal of auriculair gegeven kunnen worden (2 punten). Bloom 1,
b. De stof moet in de maag terecht komen vanwege lokale werking. Via de huid, injectie of
dikke darm gaat dat niet lukken; zijn moleculen die of onoplosbaar of geladen zijn en kunnen
niet door een membraan.
c. Er bestaan tabletten met een zogenaamde maagsapresistente coating (enterische coating).
Leg uit waarom de deze coating gebruikt wordt en wat de functie van deze coating is (2
punten). Bloom 1, 2 punten
(De coating zorgt ervoor dat de tablet niet in de maag uit een valt maar pas in begin dunne
darm bij pH>5-6. Vaak kan de API in het tablet niet tegen zuur, ontleed dan)
d. Om een tablet te kunnen maken heb je naast de API een aantal stoffen nodig die een functie
hebben om het tablet te vormen, omdat je een API in het algemeen niet zelf tot een tablet
kunt persen. Noem 4 hulpstoffen (2 punten)? Bloom 1
(Vulmiddel, desintegratiemiddel, bindmiddel, bevochtiger, smeermiddel)
Vraag 12
Een patiënt slikt drie Rennies. De samenstelling van één Rennie is naast een aantal hulpstoffen: 680
mg CaCO3 (MW = 100,1 g/mol) en 80 mg MgCO3 (MW = 84,3 g/mol). De pKa’s zijn 6,35 en 10,33. De
pH van de maag van deze patiënt stijgt na inname van de tabletten van pH = 1,31 naar pH = 3,23.
A. Schrijf de evenwichtsreacties van di- en monowaterstofcarbonaat op (2 punten).
H2CO3 + H2O <==> HCO3- + H3O+ pKa1
HCO3- + H2O <==> CO32- + H3O+ pKa2
B. Schrijf de evenwichtsvergelijkingen (K a’s) van di- en monowaterstofcarbonaat op (2 punten).
Ka= [HCO3- ][H3O+ ]/[H2CO3]
Ka= [CO32- ][H3O+]/[HCO3- ]
C. Ken de gegeven pKa’s aan de bijbehorende reactie toe (2 punten).
Zie boven
D. Bereken de pH van een oplossing van één Rennie in 250 mL water. Ga uit van het eerste
ionisatie evenwicht (4 punten).
pKb2 = 14 – pKa2 => Kb2 = 2,13796x10-4
680 mg caCO3-=6,7 mmol; 84,3 mg MgCO3=0,94899 mmol
Kb=[OH-][HCO3]/[CO3]; 6,7mmol+0,95=7,7422 mmol per 250 ml --> 30,9688 mM
[CO32-] = 0,0309688 mol/L => Invulleen in de Kb geeft pOH=2,6
[OH-] = 0,00246845 => pH =11,4
E. Bereken de pH van een oplossing van 100 mg MgCO3 en 200 mg NaHCO3 (MW = 84,0 g/mol)
(2 punten).
Invullen in HH: 10,33 + log((0,1/84,3)/(0,2/84,0)) = 10,02
F. Bereken de maaginhoud in liter (L) van deze patiënt (4 punten).
[H3O+]begin = 0,0489779
[H3O+]eind = 0,000588844
Totaal mol base in 1 Rennie (CO32-) is 0,0077422 mol =>
mol protonen opgenomen 2x3x0,0077422 = 0,0464532 mol (n.b. vermenigvuldigen met 6,
aangezien 3 tabletten, en CO3- kan 2 H+jes opnemen)
Vmaag x ([H3O+]begin - [H3O+]eind) = 0,0464532
1
1c, 2a, 3c, 4d, 5b, 6e.
7=juist, 8=onjuist, 9=juist, 10=onjuist
Vraag 11
a. Voor antacida geldt dat deze oraal gegeven worden. Leg uit waarom deze niet dermaal,
intraveneus, rectaal of auriculair gegeven kunnen worden (2 punten). Bloom 1,
b. De stof moet in de maag terecht komen vanwege lokale werking. Via de huid, injectie of
dikke darm gaat dat niet lukken; zijn moleculen die of onoplosbaar of geladen zijn en kunnen
niet door een membraan.
c. Er bestaan tabletten met een zogenaamde maagsapresistente coating (enterische coating).
Leg uit waarom de deze coating gebruikt wordt en wat de functie van deze coating is (2
punten). Bloom 1, 2 punten
(De coating zorgt ervoor dat de tablet niet in de maag uit een valt maar pas in begin dunne
darm bij pH>5-6. Vaak kan de API in het tablet niet tegen zuur, ontleed dan)
d. Om een tablet te kunnen maken heb je naast de API een aantal stoffen nodig die een functie
hebben om het tablet te vormen, omdat je een API in het algemeen niet zelf tot een tablet
kunt persen. Noem 4 hulpstoffen (2 punten)? Bloom 1
(Vulmiddel, desintegratiemiddel, bindmiddel, bevochtiger, smeermiddel)
Vraag 12
Een patiënt slikt drie Rennies. De samenstelling van één Rennie is naast een aantal hulpstoffen: 680
mg CaCO3 (MW = 100,1 g/mol) en 80 mg MgCO3 (MW = 84,3 g/mol). De pKa’s zijn 6,35 en 10,33. De
pH van de maag van deze patiënt stijgt na inname van de tabletten van pH = 1,31 naar pH = 3,23.
A. Schrijf de evenwichtsreacties van di- en monowaterstofcarbonaat op (2 punten).
H2CO3 + H2O <==> HCO3- + H3O+ pKa1
HCO3- + H2O <==> CO32- + H3O+ pKa2
B. Schrijf de evenwichtsvergelijkingen (K a’s) van di- en monowaterstofcarbonaat op (2 punten).
Ka= [HCO3- ][H3O+ ]/[H2CO3]
Ka= [CO32- ][H3O+]/[HCO3- ]
C. Ken de gegeven pKa’s aan de bijbehorende reactie toe (2 punten).
Zie boven
D. Bereken de pH van een oplossing van één Rennie in 250 mL water. Ga uit van het eerste
ionisatie evenwicht (4 punten).
pKb2 = 14 – pKa2 => Kb2 = 2,13796x10-4
680 mg caCO3-=6,7 mmol; 84,3 mg MgCO3=0,94899 mmol
Kb=[OH-][HCO3]/[CO3]; 6,7mmol+0,95=7,7422 mmol per 250 ml --> 30,9688 mM
[CO32-] = 0,0309688 mol/L => Invulleen in de Kb geeft pOH=2,6
[OH-] = 0,00246845 => pH =11,4
E. Bereken de pH van een oplossing van 100 mg MgCO3 en 200 mg NaHCO3 (MW = 84,0 g/mol)
(2 punten).
Invullen in HH: 10,33 + log((0,1/84,3)/(0,2/84,0)) = 10,02
F. Bereken de maaginhoud in liter (L) van deze patiënt (4 punten).
[H3O+]begin = 0,0489779
[H3O+]eind = 0,000588844
Totaal mol base in 1 Rennie (CO32-) is 0,0077422 mol =>
mol protonen opgenomen 2x3x0,0077422 = 0,0464532 mol (n.b. vermenigvuldigen met 6,
aangezien 3 tabletten, en CO3- kan 2 H+jes opnemen)
Vmaag x ([H3O+]begin - [H3O+]eind) = 0,0464532
1
