Samenvatting Recht voor de Horeca | Hoofdstuk 1 Inleiding Recht

Economie en Recht in de
Horeca
Hoofdstuk 1: Inleiding Recht
Wanneer ga je naar:

De Rechtbank  Bij o.a een echtscheiding.
De Kantonrechter  Bij arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en
consumentenkredietzaken.
In Hoger beroep  Als je het niet eens bent met het vonnis van de rechtbank.
In Cassatie  Als je het niet eens bent met je hoger beroep.
Eigenrichting  Je mag niet zelf als rechter optreden.


Soorten recht
 Privaatrecht  Regels die gelden wanneer burgers onderling met elkaar te maken
krijgen.
 Publiekrecht  Als de overheid eenzijdig regels oplegt aan de burger.
 Staatsrecht  Gaat onder meer over hoe de bevoegdheden zijn verdeeld tussen Rijk,
provincies en gemeenten.
 Strafrecht  Als je de regels in het publiekrecht overtreedt, kom je in aanraking met de
strafrecht.
Officier van justitie  Vertegenwoordigt de overheid bij strafrecht en behoort tot het
Openbaar Ministerie.  Valt onder het ministerie van Justitie en Veiligheid en heeft als
taken leidinggeven aan het opsporingsonderzoek van politie en het vervolgen van
verdachten.
Politie  Heeft als taak het opsporen en voorkomen van strafbare feiten.
Bestuursrecht (administratief recht)  Vergunningen (Drank- en Horecawet)
De vier rechtsbronnen zijn:
 De wetten
 Jurisprudentie (anders woord is ‘rechtersrecht’)
 Gewoonterecht
 Verdragen
Gewoonterecht  Ongeschreven recht. Kan per streek verschillen.
Verdrag  Een overeenkomst die een land sluit met een ander land of andere landen.
Dwingend recht  Wetten en regels waar partijen niet van af mogen wijken.