Met het begrip infrastructuur doelen we op het geheel van organisaties
aan de aanbodkant van de Nederlandse sportwereld. Het betreft
instellingen en voorzieningen die het mogelijk maken dat burgers in
Nederland aan sport en bewegen doen. Het begrip sportwereld is een
begrip uit de sociologie, vooral uitgewerkt door socioloog Ruud Stokvis. In
zijn definitie gaat het om het uitgebreide en complexe netwerk van
relaties tussen mensen en organisaties die betrokken zijn bij sportieve
activiteiten. In de omschrijving van Stokvis herkennen we dat het om
actieve en passieve sportbeoefening gaat, maar ook om allerlei vormen
van sportief bewegen. Al deze activiteiten hebben een bepaalde vorm
van organisatie en zijn vervlochten met elkaar en met andere sectoren
van de samenleving. We hanteren bij de infrastructuur van de
sportwereld de volgende hoofdindeling:
De infrastructuur van de sport zelf betreft organisaties die sport- en
beweegactiviteiten als kernactiviteit hebben. Het kan gaan om
profitorganisaties en om not for profit-organisaties. In het eerste geval is
de hoofddoelstelling van de organisatie het behalen van winst. Not for
profit-organisaties hebben bepaalde maatschappelijke doelen en geen
winstoogmerk. Maatschappelijke doelen kunnen zijn: de bevordering van
kunst, het organiseren van een politieke partijen enz. Not for profit-
organisaties hebben verschillende inkomstenbronnen: subsidies,
lidmaatschapsgelden, sponsorgelden, horeca-inkomsten, entreegelden,
deelnemersgelden, media-inkomsten en merchandising.
In de sportwereld is er ook een infrastructuur van organisaties en
personen die producten en diensten leveren aan of over de sport, zonder
dat het om sport- en beweegdiensten zélf gaat. We komen daarmee tot
de volgende indeling:
, 9.2 De georganiseerde sport
Het hart van de Nederlandse sportwereld wordt gevormd door een
gedifferentieerde, gelaagde structuur van sportverenigingen,
sportbonden en de sportkoepel NOC*NSF. Veelal wordt deze structuur
aangeduid als de georganiseerde sport in Nederland. Deze structuur is
verbonden met internationale sportorganisaties. Deze nationale en
internationale organisaties maken sportbeoefening mogelijk en
organiseren daartoe allerlei vormen van competitie. Ze hebben geen
winstmotief en berusten voor een deel op werk dat door vrijwilligers
wordt gedaan.
Bijzondere organisaties aangesloten bij NOC*NSF.