Samenvatting ontwikkelingspsychologie psychologische stromingen

Ontwikkelingspsychologie
Psycho analyse van freud
De grondlegger van psychonalyse is sigmund freud. Freud geloofde dat hij mensen met vreemd
gedrag kon begrijpen en behandelen. Lange tijd was de psychoanalyse de manier van therapie
verlening in West-Europa ook al was er ook veel kritiek.

Freud zei dat gedrag is onder te verdelen in 3 lagen van bewustzijn:
1. Het bewust(conscious): alle zaken waar we weet van hebben en dus bewust van zijn
2. Het onderbewuste(preconscious): waar we alles bewaren wat ooit in ons bewustzijn is
geweest zoals herinneringen, vaardigheden en kennis
3. Het onbewust(unconcious): moeilijk toegankelijk gebied. Het onbewust heeft wel invloed op
ons gedrag. Soms kunnen we ons van onbewust zaken bewust worden, maar vaak niet

Freud zegt dat de persoonlijkheid uit 3 delen bestaat:
1. ID: je driften/lusten
2. EGO: bemiddelt tussen het ID en SUPEREGO
3. SUPEREGO: je geweten/verstand

Volgens Freud is het onbewust verantwoordelijk voor een groot deel van ons handelen. Veel
patronen in ons gedrag en gevoel verlopen onbewust.

Volgens Freud:
 Is het onbewust verantwoordelijk voor een groot deel van ons handelen
 Veel patronen in ons gedrag en gevoel verlopen onbewust

Gedragsverandering vindt plaats door psychoanalyse
Oftewel een analyse van de geest:
 Langdurige vorm van therapie alleen uitgevoerd door psychoanalytici
 Therapeut probeert door te dingen in onbewust van client( door dromenduiding, vrije
associatie, hypnose)
 Alleen geschikt voor intelligente mensen die goed kunnen praten

Waar wij vooral op focussen zijn: psychosociale veranderingen
 Het gaat dus om een verandering in gevoelens, gedachten, overtuigingen, fantasieën en
gedragingen

Behaviorisme
Natureaanleg
Nurture omgeving

Mensen die geloven in nurture denken dat al het gedrag is aangeleerd.
Belang van conditioneren: het aanleren van (nieuw)gedrag(ook wel emotioneel leren). Al ons gedrag
is het gevolg van externe factoren en is dus objectief meetbaar.
Het brein word gezien als een ‘black box’: een doos waarvan niet bekend is wat zich binnenin
afspeelt.

, Behaviorisme van Pavlov:
 Veel angstreacties zijn aangeleerd volgens het principe van klassiek conditioneren
 Pavlov koppelt 2 handelingen met een reflex. Bij klassieke conditionering is er altijd een
reflex.
 Bij stimulering realisatie wordt alles gekoppeld wat erop lijkt. Is een kind een keer gebeteren
door een hond dat dan is hij bang voor alle honden die hij een tegenkomt

Klassiek conditioneren je gaat iemand trainen om iets te doen
Opereant conditioneren het spontaan gedrag belonen
Behaviorisme van Skinner:
 Belonen van deelhandelingen

Behaviorisme bandura
 Observationeel leren: mensen leren door te kijken naar hoe anderen iets doen. Bijv. moeder
hoe een appel schilt leert kind ook hoe hij een appel schilt
 De theorie van bandura leert ons vooral dat goed voorbeeld, doet goed volgen. Wil je
iemand iets leren? Dan moet je zelf het goede voorbeeld geven
 Leren door imitatie

Gedragsverandering
Soorten veranderingen bij mensen:
 Veranderingen die zich vanzelf voordoen
 Veranderingen die het gevolg zijn van omstandigheden
 Veranderingen die heet gevolg zijn van eigen keuzes

Waarom is veranderen zo moeilijk:
1. Verandering van identiteit
2. Onzekerheid, bang voor verandering
3. Attitudeveranderingen, hoe je overkomt naar mensen
4. Emotionele blokkades
5. Vicieuze cirkels
6. Zichzelf waarmakende voorspelling
7. Verandering van het systeem

- Veranderingskrachten zijn de redenen en argumenten die iemand motiveert om te
veranderen
- De weerstandskrachten zijn de redenen en argumenten van de persoon om verandering
tegen te houden