1
Hoofdstuk 1: Inleiding............................................................................................................................2
Hoofdstuk 2: Besturingssystemen (netacad C2 & C3).............................................................................3
Hoofstuk 3: Basiskennis Linux.................................................................................................................5
Hoofdstuk 4: Logische schakelingen.....................................................................................................13
Hoofdstuk 5: Interne computeronderdelen.........................................................................................15
, 2
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1: Computers vs Embedded System
Computer= multifunctioneel programmeerbaar digitaal elektronisch toestel
o Digitaal: discrete, discontinue waarden zoals binair
Embedded system: (vaak kleinere) computer die deel is van een ander (groter) toestel
o Bv in een auto dat de ruitenwissers automatisch gaan als het regent. / in een tv
1.2 Hedendaagse technologie
Digitale elektronica: digitaal -> met cijfers (binair), elektronica -> elektrisch
1.4 analoog vs digitaal(!)
Analoog: elke spanningswaarde tussen 2 grenzen heeft betekenis
o Vb: volume v/d radio: van 0 tot 100, niet 0 (uit) of 1 (aan).
Digitaal: slechts 2 waarden (0,1) minder accurate als je niet te veel opslag wilt inpakken
1.5 waarom digitaal?(!)
Kwaliteit: Stabiel, zelf kiezen, verschillende kwaliteiten op hetzelfde toestel
o Vb: mp3 en mp4: kwaliteit zelf kiezen
Productieprijs: digitaal is eenvoudiger en leent zicht goed tot miniaturisatie
Dezelfde hardware kan gebruikt worden voor beeld, geluid, tekst, …
Reduntantie, encryptie & compressie is eenvoudig toe te passen
Betrouwbaar
Klein
Alle info kan worden gedigitaliseerd
1.6 Experimentele technologieën (kennen?)
Met lichtsignalen (adhv lasers/diodes)
Hogere bandbreedte, sneller, minder energie nodig
Maar: nog niet alle elektrische componenten kunnen omgezet worden naar optische
Kwantumtechnologie
Ipv elektronen zijn het kwantumdeeltjes. Geheugen bestaat uit qubits (die zijn 0 en 1 tegelijk)
Veel sneller
Maar: veel nodig zoals extreme koeling, algoritmen moeten aangepast worden, …
, 3
Hoofdstuk 2: Besturingssystemen (netacad C2 & C3)
2.1 Wat is een besturingssysteem?(!)
= software die op een computer draait en de hardware- en softwarecomponenten beheert.
Scheduling
Programma’s die moeten uitgevoerd worden & services aanbieden aan de gebruiker of om
programma’s in te plannen.
o Maw de rekentijd verdelen onder de programma’s
Hardware
Fysieke componenten
Kernel
Communicatie tussen hard- en software
Vb: Linux
Shell
De UI waarmee de gebruiker de computer gebruikt
o Via CLI: command line interface of GUI: graphical user interface (!)
o Windows is een combinatie van CLI en GUI
2.3 Keuze van besturingssyteem
3 belangrijkste: windows, macOS of Linux
Enkel windows heeft zijn eigen code en is niet gebaseerd op Unix of Linux
Kiezen(!)
Rol: toegankelijk door een gebruiker (desktop) + op afstand (server)?
Functie: specifieke software? + vaardigheden gebruiker?
Levenscyclus: wanneer er nieuwe releases & (onderhouds)updates zijn?
Stabiliteit: bèta of stabiel?
Compatibiliteit: backwards-compatible?
Kost: jaarlijks, eenmaal, gratis?
Interface: CLI of GUI of both
2.4 Linux distributies
Na het kiezen van Linux moet je een distributie kiezen die zich elk op verschillende use-cases richt
(bv desktop, server, wetenschap, security, netwerk)
Red hat
o Richt zich op servertoepassingen
SUSE
o Een v/d eerste distributies, verkocht als serverproduct, maar er is ook een workstation
versie.
Debian
o Ubuntu is hiervan een afgeleide distributie, het heeft varianten voor desktop, server en
applicaties.
Hoofdstuk 1: Inleiding............................................................................................................................2
Hoofdstuk 2: Besturingssystemen (netacad C2 & C3).............................................................................3
Hoofstuk 3: Basiskennis Linux.................................................................................................................5
Hoofdstuk 4: Logische schakelingen.....................................................................................................13
Hoofdstuk 5: Interne computeronderdelen.........................................................................................15
, 2
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1: Computers vs Embedded System
Computer= multifunctioneel programmeerbaar digitaal elektronisch toestel
o Digitaal: discrete, discontinue waarden zoals binair
Embedded system: (vaak kleinere) computer die deel is van een ander (groter) toestel
o Bv in een auto dat de ruitenwissers automatisch gaan als het regent. / in een tv
1.2 Hedendaagse technologie
Digitale elektronica: digitaal -> met cijfers (binair), elektronica -> elektrisch
1.4 analoog vs digitaal(!)
Analoog: elke spanningswaarde tussen 2 grenzen heeft betekenis
o Vb: volume v/d radio: van 0 tot 100, niet 0 (uit) of 1 (aan).
Digitaal: slechts 2 waarden (0,1) minder accurate als je niet te veel opslag wilt inpakken
1.5 waarom digitaal?(!)
Kwaliteit: Stabiel, zelf kiezen, verschillende kwaliteiten op hetzelfde toestel
o Vb: mp3 en mp4: kwaliteit zelf kiezen
Productieprijs: digitaal is eenvoudiger en leent zicht goed tot miniaturisatie
Dezelfde hardware kan gebruikt worden voor beeld, geluid, tekst, …
Reduntantie, encryptie & compressie is eenvoudig toe te passen
Betrouwbaar
Klein
Alle info kan worden gedigitaliseerd
1.6 Experimentele technologieën (kennen?)
Met lichtsignalen (adhv lasers/diodes)
Hogere bandbreedte, sneller, minder energie nodig
Maar: nog niet alle elektrische componenten kunnen omgezet worden naar optische
Kwantumtechnologie
Ipv elektronen zijn het kwantumdeeltjes. Geheugen bestaat uit qubits (die zijn 0 en 1 tegelijk)
Veel sneller
Maar: veel nodig zoals extreme koeling, algoritmen moeten aangepast worden, …
, 3
Hoofdstuk 2: Besturingssystemen (netacad C2 & C3)
2.1 Wat is een besturingssysteem?(!)
= software die op een computer draait en de hardware- en softwarecomponenten beheert.
Scheduling
Programma’s die moeten uitgevoerd worden & services aanbieden aan de gebruiker of om
programma’s in te plannen.
o Maw de rekentijd verdelen onder de programma’s
Hardware
Fysieke componenten
Kernel
Communicatie tussen hard- en software
Vb: Linux
Shell
De UI waarmee de gebruiker de computer gebruikt
o Via CLI: command line interface of GUI: graphical user interface (!)
o Windows is een combinatie van CLI en GUI
2.3 Keuze van besturingssyteem
3 belangrijkste: windows, macOS of Linux
Enkel windows heeft zijn eigen code en is niet gebaseerd op Unix of Linux
Kiezen(!)
Rol: toegankelijk door een gebruiker (desktop) + op afstand (server)?
Functie: specifieke software? + vaardigheden gebruiker?
Levenscyclus: wanneer er nieuwe releases & (onderhouds)updates zijn?
Stabiliteit: bèta of stabiel?
Compatibiliteit: backwards-compatible?
Kost: jaarlijks, eenmaal, gratis?
Interface: CLI of GUI of both
2.4 Linux distributies
Na het kiezen van Linux moet je een distributie kiezen die zich elk op verschillende use-cases richt
(bv desktop, server, wetenschap, security, netwerk)
Red hat
o Richt zich op servertoepassingen
SUSE
o Een v/d eerste distributies, verkocht als serverproduct, maar er is ook een workstation
versie.
Debian
o Ubuntu is hiervan een afgeleide distributie, het heeft varianten voor desktop, server en
applicaties.