SAMENVATTING – METHODEN
VAN WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK – DEEL 1
2025-2026
PSYCHOLOGIE – ABA 1 – KU LEUVEN
1
,HC 2
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING, KENNIS VERGAREN & DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE (HB P. 1-26)
1.1) METHODES OM KENNIS TE VERGAREN – NIET-WETENSCHAPPELIJKE METHODE
De eerste drie methoden niet kritisch, maar wel snel (je kan snel antwoord
geven mbv deze methoden) Methods of acquiring knowledge =
the different ways that people know,
Rationalisme & empirie zijn al beter meerdere elementen komen or the methods that people use to
hiervan terug in de wetenschappelijke methode discover answers
1. VASTHOUDENDHEID (TENACITY)
= We accepteren informatie als waar, omdat het altijd al zo geweest is of omdat bijgeloof de informatie ondersteunt
Gebaseerd op gewoonte of bijgeloof hoe vaker iets wordt gezegd, hoe meer je de neiging hebt om het te gaan
geloven
We geloven iets omdat we het altijd al geloofd hebben, clichés (e.g., “tegengestelden trekken elkaar aan”)
Of omdat bepaalde overtuigingen worden voorgesteld als feiten (e.g., “een spiegel breken levert 7 jaar ongeluk op”)
MAAR: valkuil = info kan foutief zijn en het corrigeren is zeer moeilijk omdat het zo hard geloofd wordt
2. INTUÏTIE
= We accepteren informatie als waar, omdat dit “juist aanvoelt”
• Gebaseerd op buikgevoel, voorgevoel of instinct
• Snelle manier om vragen te beantwoorden
• Vaak gebruikt als we over geen enkele info beschikken
• Ethische vraagstukken of morele dilemma’s worden vaak opgelost met de methode van intuïtie
• Bv. “ik voel aan dat mijn vriend een slechte dag heeft”
MAAR: valkuil = geen enkele manier om accurate en foutieve info te onderscheiden
3. AUTORITEIT
= We accepteren informatie als waar, omdat de informatie afkomstig is van een expert rond dat onderwerp
• Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit, expert (bv. consulteren van een expert, het werk lezen van een expert,
“Google it”, boeken, TV, internet, etc.)
• Vaak een prima startpunt om kennis te vergaren, snel en makkelijk
Valkuil 1 = Omvat ook de methode van geloof: blind vertrouwen in een autoriteitsfiguur waardoor we diens info accepteren
zonder twijfel of toetsing
Valkuil 2 = levert niet altijd accurate info op: experts kunnen gebiast zijn, info kan een subjectieve opinie reflecteren, expertise
wordt gegeneraliseerd naar andere domeinen (bv. viroloog doet uitspraken over voeding), de expertise wordt niet in vraag
gesteld, expert is niet echt een expert
2
,4. RATIONALISME
• Antwoorden zoeken door logisch te redeneren
• We vertrekken van een set gekende feiten of assumpties (= premissen) en gebruiken logica (deductie) om tot een
conclusie of antwoord te komen
Voorbeeld: Argument = een set van premissen die logisch gecombineerd zijn zodat ze een conclusie opleveren
Premissen worden hier niet genoeg in vraag
gesteld + logicaregels worden niet altijd
gevolgd
Als alles gecheckt wordt goede
methode!
Indien de premissen waar zijn en de gehanteerde logica is correct, dan is de conclusie sowieso correct
Let op: de rationale methode start pas NA de premissen
We stellen ons te weinig vragen over de juistheid van de premissen we nemen premissen aan als waar, ook al zijn ze
dat niet altijd
Geen info verzameld, geen observaties, geen evidentie, etc.
Vaak gebruikt om alternatieven logisch af te wegen, zonder alle mogelijkheden ook daadwerkelijk uit te proberen (e.g.,
op de dag van een examen is je auto stuk: wat zijn mogelijke alternatieven om tijdig op het examen te geraken?)
MAAR:
o Alles valt of staat bij de juistheid van de premissen (e.g., een angstaanjagende ervaring met een hond
veroorzaakt angst voor honden in de toekomst)
o Alles valt of staat bij de juistheid van het logisch redeneren, maar we zijn niet zo goed in logisch redeneren (bv.
biases)
Wetenschappelijk gezien is het argument van Amy & John is niet valide:
John speelt misschien helemaal geen rugby
5. EMPIRIE
• Antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring
• “Alle kennis wordt verworven door de zintuigen”
• E.g., “in de zomer is het warmer dan in de winter”
• Veel antwoorden zijn beschikbaar door de wereld rond ons te observeren
3
, MAAR:
• Onze waarneming en interpretatie van de wereld rond ons zijn niet altijd correct
o Sensorische ervaring kan ons misleiden (bv. visuele illusies)
o Invloed van voorkennis, verwachtingen, gevoelens, overtuigingen op perceptie
o Misinterpretatie van sensorische ervaring subjectieve ervaringen hebben invloed op je perceptie (bv.
ooggetuigen bij een ongeval)
o Kost tijd: met de empirische methode ga je bij een probleem verschillende oplossingen uitproberen (
rationele methode) = trial-and-error
o Kan gevaarlijk zijn (e.g., zijn deze paddenstoelen eetbaar of giftig?)
Zelf proeven is niet het slimste autoriteit zou slimmer zijn
Samenvattend:
Tenacity From habit or persistence (bijgeloof)
Intuition From a hunch (voorgevoel) or feeling
Authority From an expert
Rationalism From reasoning: a logical conclusion
Empiricism From direct sensory observation
1.2) DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
= manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd worden en er vervolgens systematisch naar antwoorden
gezocht wordt
• Bevat verschillende elementen van de niet-wetenschappelijke methoden
• Deze combinatie tracht de beperkingen & valkuilen van individuele (niet-wetenschappelijke) methoden te vermijden
• Doel = zo accuraat mogelijke antwoorden bekomen
• Bevat verschillende stappen
DE VERSCHILLENDE STAPPEN VAN DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
STAP 1 – OBSERVATIE (~ EMPIRIE) VAN GEDRAG OF ANDERE FENOMENEN
• Trekt je aandacht, roept vragen op
• Vaak informeel, natuurlijk, niet gepland, niet systematisch
• Direct of indirect (ergens gelezen dat bv. mensen schelden als ze pijn hebben ~ autoriteit)
• Vaak worden de observaties gegeneraliseerd door het volk inductie: op basis van enkele observaties wordt een
algemene conclusie bereikt
o Voorb: vloeken is een gebruikelijke, bijna universele, reactie op pijn
4
VAN WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK – DEEL 1
2025-2026
PSYCHOLOGIE – ABA 1 – KU LEUVEN
1
,HC 2
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING, KENNIS VERGAREN & DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE (HB P. 1-26)
1.1) METHODES OM KENNIS TE VERGAREN – NIET-WETENSCHAPPELIJKE METHODE
De eerste drie methoden niet kritisch, maar wel snel (je kan snel antwoord
geven mbv deze methoden) Methods of acquiring knowledge =
the different ways that people know,
Rationalisme & empirie zijn al beter meerdere elementen komen or the methods that people use to
hiervan terug in de wetenschappelijke methode discover answers
1. VASTHOUDENDHEID (TENACITY)
= We accepteren informatie als waar, omdat het altijd al zo geweest is of omdat bijgeloof de informatie ondersteunt
Gebaseerd op gewoonte of bijgeloof hoe vaker iets wordt gezegd, hoe meer je de neiging hebt om het te gaan
geloven
We geloven iets omdat we het altijd al geloofd hebben, clichés (e.g., “tegengestelden trekken elkaar aan”)
Of omdat bepaalde overtuigingen worden voorgesteld als feiten (e.g., “een spiegel breken levert 7 jaar ongeluk op”)
MAAR: valkuil = info kan foutief zijn en het corrigeren is zeer moeilijk omdat het zo hard geloofd wordt
2. INTUÏTIE
= We accepteren informatie als waar, omdat dit “juist aanvoelt”
• Gebaseerd op buikgevoel, voorgevoel of instinct
• Snelle manier om vragen te beantwoorden
• Vaak gebruikt als we over geen enkele info beschikken
• Ethische vraagstukken of morele dilemma’s worden vaak opgelost met de methode van intuïtie
• Bv. “ik voel aan dat mijn vriend een slechte dag heeft”
MAAR: valkuil = geen enkele manier om accurate en foutieve info te onderscheiden
3. AUTORITEIT
= We accepteren informatie als waar, omdat de informatie afkomstig is van een expert rond dat onderwerp
• Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit, expert (bv. consulteren van een expert, het werk lezen van een expert,
“Google it”, boeken, TV, internet, etc.)
• Vaak een prima startpunt om kennis te vergaren, snel en makkelijk
Valkuil 1 = Omvat ook de methode van geloof: blind vertrouwen in een autoriteitsfiguur waardoor we diens info accepteren
zonder twijfel of toetsing
Valkuil 2 = levert niet altijd accurate info op: experts kunnen gebiast zijn, info kan een subjectieve opinie reflecteren, expertise
wordt gegeneraliseerd naar andere domeinen (bv. viroloog doet uitspraken over voeding), de expertise wordt niet in vraag
gesteld, expert is niet echt een expert
2
,4. RATIONALISME
• Antwoorden zoeken door logisch te redeneren
• We vertrekken van een set gekende feiten of assumpties (= premissen) en gebruiken logica (deductie) om tot een
conclusie of antwoord te komen
Voorbeeld: Argument = een set van premissen die logisch gecombineerd zijn zodat ze een conclusie opleveren
Premissen worden hier niet genoeg in vraag
gesteld + logicaregels worden niet altijd
gevolgd
Als alles gecheckt wordt goede
methode!
Indien de premissen waar zijn en de gehanteerde logica is correct, dan is de conclusie sowieso correct
Let op: de rationale methode start pas NA de premissen
We stellen ons te weinig vragen over de juistheid van de premissen we nemen premissen aan als waar, ook al zijn ze
dat niet altijd
Geen info verzameld, geen observaties, geen evidentie, etc.
Vaak gebruikt om alternatieven logisch af te wegen, zonder alle mogelijkheden ook daadwerkelijk uit te proberen (e.g.,
op de dag van een examen is je auto stuk: wat zijn mogelijke alternatieven om tijdig op het examen te geraken?)
MAAR:
o Alles valt of staat bij de juistheid van de premissen (e.g., een angstaanjagende ervaring met een hond
veroorzaakt angst voor honden in de toekomst)
o Alles valt of staat bij de juistheid van het logisch redeneren, maar we zijn niet zo goed in logisch redeneren (bv.
biases)
Wetenschappelijk gezien is het argument van Amy & John is niet valide:
John speelt misschien helemaal geen rugby
5. EMPIRIE
• Antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring
• “Alle kennis wordt verworven door de zintuigen”
• E.g., “in de zomer is het warmer dan in de winter”
• Veel antwoorden zijn beschikbaar door de wereld rond ons te observeren
3
, MAAR:
• Onze waarneming en interpretatie van de wereld rond ons zijn niet altijd correct
o Sensorische ervaring kan ons misleiden (bv. visuele illusies)
o Invloed van voorkennis, verwachtingen, gevoelens, overtuigingen op perceptie
o Misinterpretatie van sensorische ervaring subjectieve ervaringen hebben invloed op je perceptie (bv.
ooggetuigen bij een ongeval)
o Kost tijd: met de empirische methode ga je bij een probleem verschillende oplossingen uitproberen (
rationele methode) = trial-and-error
o Kan gevaarlijk zijn (e.g., zijn deze paddenstoelen eetbaar of giftig?)
Zelf proeven is niet het slimste autoriteit zou slimmer zijn
Samenvattend:
Tenacity From habit or persistence (bijgeloof)
Intuition From a hunch (voorgevoel) or feeling
Authority From an expert
Rationalism From reasoning: a logical conclusion
Empiricism From direct sensory observation
1.2) DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
= manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd worden en er vervolgens systematisch naar antwoorden
gezocht wordt
• Bevat verschillende elementen van de niet-wetenschappelijke methoden
• Deze combinatie tracht de beperkingen & valkuilen van individuele (niet-wetenschappelijke) methoden te vermijden
• Doel = zo accuraat mogelijke antwoorden bekomen
• Bevat verschillende stappen
DE VERSCHILLENDE STAPPEN VAN DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
STAP 1 – OBSERVATIE (~ EMPIRIE) VAN GEDRAG OF ANDERE FENOMENEN
• Trekt je aandacht, roept vragen op
• Vaak informeel, natuurlijk, niet gepland, niet systematisch
• Direct of indirect (ergens gelezen dat bv. mensen schelden als ze pijn hebben ~ autoriteit)
• Vaak worden de observaties gegeneraliseerd door het volk inductie: op basis van enkele observaties wordt een
algemene conclusie bereikt
o Voorb: vloeken is een gebruikelijke, bijna universele, reactie op pijn
4