Nederlands 1
Nederlands
1 BALO
,Pagina |2
, Pagina |3
Algemene inleiding
, Pagina |4
1 Inleiding
1.1 Taalfuncties
Bij de taalfuncties komt er altijd één functie meer op de voorgrond te staan. Welke functie dit is,
hangt af van de spreker en van de situatie.
Cognitieve functie
Hulpmiddel voor het denken
Verbinden van woorden tot zinnen om zo tot gedachten en gevoelens te komen
Communicatieve of sociale functie
Communicatiemiddel
Contact maken met anderen en relaties met hen aangegaan
Affectieve functie
Expressiemiddel
Onze eigen gevoelens (en die van anderen) uiten, bespreken en verwerken
1.2 Belang van taalonderwijs
1.2.1 Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijkse
leven
Dagelijkse taal
Beperkte woordenschat
Woorden die in het dagelijkse leven veel gebruikt worden
Korte zinnen
Informeel
Schooltaal
Uitgebreide woordenschat
Woorden die in het dagelijkse leven weinig gebruikt
Lange zinnen
Formeel
Nodig om de leerkracht te begrijpen en informatie uit schoolboeken te halen
Vaktaal
Taal specifiek voor een leergebied
Nieuwe woordenschat voor alle leerlingen
Literaire taal
Figuurlijk taalgebruik ≠ letterlijk taalgebruik
1.2.2 Niet alle kinderen zijn even taalvaardig
Het Standaardnederlands is een officiële taal waarbij de focus ligt op het goed en verzorgd spreken
en schrijven van woorden. Het maakt het makkelijk om contact te maken met anderen. Weinig
kinderen hebben het Standaardnederlands als moedertaal, maar spreken tussentaal/dialect of een
volledig andere taal.
1.2.3 Kinderen leren zichzelf niet spontaan spellen, lezen en schrijven
Om inzicht te krijgen in de opbouw van woorden en zinnen hebben kinderen hulp nodig van een
leesmethode en een spellingmethode.
Nederlands
1 BALO
,Pagina |2
, Pagina |3
Algemene inleiding
, Pagina |4
1 Inleiding
1.1 Taalfuncties
Bij de taalfuncties komt er altijd één functie meer op de voorgrond te staan. Welke functie dit is,
hangt af van de spreker en van de situatie.
Cognitieve functie
Hulpmiddel voor het denken
Verbinden van woorden tot zinnen om zo tot gedachten en gevoelens te komen
Communicatieve of sociale functie
Communicatiemiddel
Contact maken met anderen en relaties met hen aangegaan
Affectieve functie
Expressiemiddel
Onze eigen gevoelens (en die van anderen) uiten, bespreken en verwerken
1.2 Belang van taalonderwijs
1.2.1 Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijkse
leven
Dagelijkse taal
Beperkte woordenschat
Woorden die in het dagelijkse leven veel gebruikt worden
Korte zinnen
Informeel
Schooltaal
Uitgebreide woordenschat
Woorden die in het dagelijkse leven weinig gebruikt
Lange zinnen
Formeel
Nodig om de leerkracht te begrijpen en informatie uit schoolboeken te halen
Vaktaal
Taal specifiek voor een leergebied
Nieuwe woordenschat voor alle leerlingen
Literaire taal
Figuurlijk taalgebruik ≠ letterlijk taalgebruik
1.2.2 Niet alle kinderen zijn even taalvaardig
Het Standaardnederlands is een officiële taal waarbij de focus ligt op het goed en verzorgd spreken
en schrijven van woorden. Het maakt het makkelijk om contact te maken met anderen. Weinig
kinderen hebben het Standaardnederlands als moedertaal, maar spreken tussentaal/dialect of een
volledig andere taal.
1.2.3 Kinderen leren zichzelf niet spontaan spellen, lezen en schrijven
Om inzicht te krijgen in de opbouw van woorden en zinnen hebben kinderen hulp nodig van een
leesmethode en een spellingmethode.