Didactiek Nederlands
SCHRIJVEN
1. WAT IS SCHRIJVEN?
Schrijven = van alles
⤷ schoonschrift, woorden correct spellen, motorische vaardigheid, teksten
creëren, …
FUNCTIES
- Communicatieve functie: om een boodschap door te geven (leven in
maatschappij)
⤷ bv. brief, mail, ..
- Conceptualiserende functie: om ideeën te ordenen, grip krijgen op de
werkelijkheid (leren)
⤷ bv. samenvatting, mindmap, …
- Expressieve functie: om gedachten en gevoelens te uiten
(persoonlijkheid ontwikkelen)
⤷ bv. gedichten, liedjes, …
- Sociale functie: om je te identificeren / erbij te horen (behoren tot een
groep)
⤷ bv. klascode, …
SCHRIJVEN IS EEN COMPLEXE DENKVAARDIGHEID
Het schrijfproces wordt beïnvloedt door:
- De schrijver voorkennis, interesse, grote
woordenschat
- De socio-culturele context rijke geletterde
omgeving thuis, anderen regelmatig zien
schrijven, veel schrijfmateriaal
- De tekst tekstsoort en tekststructuren
- Denkactiviteiten schrijver moet de lezers in
zijn achterhoofd houden (taalkennis en
schrijfstrategieën)
1. De schrijver verpakt een boodschap in een code
2. Die verzendt hij naar de lezer
3. De lezer
4. De lezer bevat een boodschap die de schrijver in een code verpakte
Schrijven = een doelgerichte (=je schrijf met een doel) en cognitieve
complexe vaardigheid (= schrijven speelt zich af in je hoofd.
Beginnende schrijvers ervaren veel moeilijkheden
Cognitieve overload als valkuil
1
,Didactiek Nederlands
2. WAAROM INZETTEN OP SCHRIJVEN
Schrijven is hét communicatiemiddel in 21e eeuw.
⤷ Lln. moeten duidelijk onderscheid maken tussen situaties die formeel
taalregister vragen en situaties waarin informeel taalgebruik mogelijk is.
Schrijfproduct = een visitekaartje
⤷ woordkeuze, zinsbouw, spelling & tekststructuren wekken indruk v/e tekst
⤷ kwaliteit heeft invloed op mate waarin je actief kunt deelnemen aan
samenleving
Schrijven staat nauw in verbinding met andere domeinen v/h Nederlands
⤷ wie wil schrijven, moet kunnen lezen
⤷ lezen = impliciet kennismaken met nieuwe woorden, zinsconstructies,
…
Schrijven = synthetiserende competentie
⤷ samenspel van alle vaardigheden & kennis die een taalleerder beheerst.
3. HOE LEREN LEERLINGEN SCHRIJVEN
3.1. HOU REKENING MET DE BEGINSITUATIE
- De start van lagere school
o Start in kleuterklas van tekenen naar schrijven
o Letters leren verklanken: foneem- grafeemkoppeling = ze
ondervinden dat woorden bestaan uit afzonderlijke klanken
(fonemen) die ook kunnen worden opgeschreven, als ze gekoppeld
zijn aan lettertekens of lettercombinaties (grafemen)
o Veilig en positief schrijfklimaat & schrijfmotivatie
- De start van de activiteit
o De leerlingen: belang van observatie tijdens schrijfproces
Kansen voor differentiatie (open schrijfopdrachten)
≠ resultaten
o De leerinhouden: Leerlijnen over jaren heen (rekening houden mt
vormelijke aspecten)
o De context: Voldoende tijd, groepsgrootte, omgeving
3.2. VERTREK VANUIT DOELEN
we onderscheiden 4
tekstsoorten 2
, Didactiek Nederlands
schrijven heeft verschillende bedoelingen
- informeren
- overtuigen
- instrueren
- vermaken
Binnen 1 tekstsoort Verschillende teksttypes
Positieve invloed: kinderen gaan zelf op zoek naar wat er niet klopt aan
een woord of een zin.
3.3. KIES EEN DOORDACHTE SCHRIJFDIDACTIEK
krachtig schrijfonderwijs = combinatie van impliciet en expliciet leren
⤷ veel schrijven en ondertussen veel dingen op pikken, maar ook door bewust
stil te staan bij aspecten v/h schrijfproces.
DE ALGEMENE AANPAK VAN SCHRIJFACTIVITEITEN
Positief schrijfklimaat pas mogelijk als dit er is in de klas:
- lln laten inzien dat schrijven een krachtige tool is om gedachten te uiten.
- voldoende tijd & ruimte geven (stimuleert pos. schrijfhouding, schrijfdurf
& creativiteit)
- vrije schrijfmomenten
DE SCHRIJFFASEN
De schrijffasen zijn een houvast v. leerlingen en leerkrachten
⤷ ze hoeven niet altijd allemaal doorlopen worden en zijn
cyclisch, niet lineair.
1) ORIËNTEREN
= Voor wie, met welk doel, kenmerken van teksttype
⤷ Principe van functionaliteit: zomaar een taak op punten
of functionele opdracht met een concreet schrijfdoel
⤷ Genredidactiek: discursieve kennis (= belang van
interactie voor, tijdens en na het schrijven.
⤷ ABDES-structuur: Aanvang, Breuk, Dynamisch moment, Evenwicht Slot.
Sta stil bij het doel, publiek, opbouw en taalkenmerken van: uitnodiging,…
!!! Belang van goede voorbeelden
!!! Functionaliteit
2) PLANNEN
= Plannen wat ze zullen schrijven + info verzamelen over tekstinhoud
Taak Lkr:
- Rijke context aanbieden om lln. te inspireren hun inhoud te verrijken
- extra woordenschat aanreiken
- verschillende werkvormen
3
SCHRIJVEN
1. WAT IS SCHRIJVEN?
Schrijven = van alles
⤷ schoonschrift, woorden correct spellen, motorische vaardigheid, teksten
creëren, …
FUNCTIES
- Communicatieve functie: om een boodschap door te geven (leven in
maatschappij)
⤷ bv. brief, mail, ..
- Conceptualiserende functie: om ideeën te ordenen, grip krijgen op de
werkelijkheid (leren)
⤷ bv. samenvatting, mindmap, …
- Expressieve functie: om gedachten en gevoelens te uiten
(persoonlijkheid ontwikkelen)
⤷ bv. gedichten, liedjes, …
- Sociale functie: om je te identificeren / erbij te horen (behoren tot een
groep)
⤷ bv. klascode, …
SCHRIJVEN IS EEN COMPLEXE DENKVAARDIGHEID
Het schrijfproces wordt beïnvloedt door:
- De schrijver voorkennis, interesse, grote
woordenschat
- De socio-culturele context rijke geletterde
omgeving thuis, anderen regelmatig zien
schrijven, veel schrijfmateriaal
- De tekst tekstsoort en tekststructuren
- Denkactiviteiten schrijver moet de lezers in
zijn achterhoofd houden (taalkennis en
schrijfstrategieën)
1. De schrijver verpakt een boodschap in een code
2. Die verzendt hij naar de lezer
3. De lezer
4. De lezer bevat een boodschap die de schrijver in een code verpakte
Schrijven = een doelgerichte (=je schrijf met een doel) en cognitieve
complexe vaardigheid (= schrijven speelt zich af in je hoofd.
Beginnende schrijvers ervaren veel moeilijkheden
Cognitieve overload als valkuil
1
,Didactiek Nederlands
2. WAAROM INZETTEN OP SCHRIJVEN
Schrijven is hét communicatiemiddel in 21e eeuw.
⤷ Lln. moeten duidelijk onderscheid maken tussen situaties die formeel
taalregister vragen en situaties waarin informeel taalgebruik mogelijk is.
Schrijfproduct = een visitekaartje
⤷ woordkeuze, zinsbouw, spelling & tekststructuren wekken indruk v/e tekst
⤷ kwaliteit heeft invloed op mate waarin je actief kunt deelnemen aan
samenleving
Schrijven staat nauw in verbinding met andere domeinen v/h Nederlands
⤷ wie wil schrijven, moet kunnen lezen
⤷ lezen = impliciet kennismaken met nieuwe woorden, zinsconstructies,
…
Schrijven = synthetiserende competentie
⤷ samenspel van alle vaardigheden & kennis die een taalleerder beheerst.
3. HOE LEREN LEERLINGEN SCHRIJVEN
3.1. HOU REKENING MET DE BEGINSITUATIE
- De start van lagere school
o Start in kleuterklas van tekenen naar schrijven
o Letters leren verklanken: foneem- grafeemkoppeling = ze
ondervinden dat woorden bestaan uit afzonderlijke klanken
(fonemen) die ook kunnen worden opgeschreven, als ze gekoppeld
zijn aan lettertekens of lettercombinaties (grafemen)
o Veilig en positief schrijfklimaat & schrijfmotivatie
- De start van de activiteit
o De leerlingen: belang van observatie tijdens schrijfproces
Kansen voor differentiatie (open schrijfopdrachten)
≠ resultaten
o De leerinhouden: Leerlijnen over jaren heen (rekening houden mt
vormelijke aspecten)
o De context: Voldoende tijd, groepsgrootte, omgeving
3.2. VERTREK VANUIT DOELEN
we onderscheiden 4
tekstsoorten 2
, Didactiek Nederlands
schrijven heeft verschillende bedoelingen
- informeren
- overtuigen
- instrueren
- vermaken
Binnen 1 tekstsoort Verschillende teksttypes
Positieve invloed: kinderen gaan zelf op zoek naar wat er niet klopt aan
een woord of een zin.
3.3. KIES EEN DOORDACHTE SCHRIJFDIDACTIEK
krachtig schrijfonderwijs = combinatie van impliciet en expliciet leren
⤷ veel schrijven en ondertussen veel dingen op pikken, maar ook door bewust
stil te staan bij aspecten v/h schrijfproces.
DE ALGEMENE AANPAK VAN SCHRIJFACTIVITEITEN
Positief schrijfklimaat pas mogelijk als dit er is in de klas:
- lln laten inzien dat schrijven een krachtige tool is om gedachten te uiten.
- voldoende tijd & ruimte geven (stimuleert pos. schrijfhouding, schrijfdurf
& creativiteit)
- vrije schrijfmomenten
DE SCHRIJFFASEN
De schrijffasen zijn een houvast v. leerlingen en leerkrachten
⤷ ze hoeven niet altijd allemaal doorlopen worden en zijn
cyclisch, niet lineair.
1) ORIËNTEREN
= Voor wie, met welk doel, kenmerken van teksttype
⤷ Principe van functionaliteit: zomaar een taak op punten
of functionele opdracht met een concreet schrijfdoel
⤷ Genredidactiek: discursieve kennis (= belang van
interactie voor, tijdens en na het schrijven.
⤷ ABDES-structuur: Aanvang, Breuk, Dynamisch moment, Evenwicht Slot.
Sta stil bij het doel, publiek, opbouw en taalkenmerken van: uitnodiging,…
!!! Belang van goede voorbeelden
!!! Functionaliteit
2) PLANNEN
= Plannen wat ze zullen schrijven + info verzamelen over tekstinhoud
Taak Lkr:
- Rijke context aanbieden om lln. te inspireren hun inhoud te verrijken
- extra woordenschat aanreiken
- verschillende werkvormen
3