H4: het weefselniveau
Overzicht weefselleer
Weefsels = verzamelingen gespecialiseerde cellen en celproducten die beperkt
# functies verrichten
Histologie = weefselleer = bestuderen van
weefsels
4 basis weefseltypen:
- Epitheel: dekweefsel (bv: binnenkant maag,
vagina…)
o Gaat alles dat hol is en in cc komt met
de buitenwereld bedekken
- Bindweefsel -> ondersteuning geven (3
grote types)
o Bindweefsels in strikte zin
o Vloeibare bindweefsels
o Steunweefsels: kraakbeen en
beenweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel
4 weefseltypen vormen in variërende combinaties alle structuren
in het menselijk lichaam
Dekweefsel – epitheel
= avasculaire laag cellen die het lichaam bedekt en lichaamsholten,
holle organen en kanalen/buizen bekleedt
Epithelen vormen barrière met het ME (uitwendig milieu): huid + holle
organen
Klieren behoren ook tot epithelen
Avasculaire laag cellen = een laag cellen zonder bloedvaten
Klieren: bestaan uit cellen die producten afscheiden
Kenmerken epitheel:
- gelijkvormige cellen liggen dicht opeengepakt (ondoordringbaar)
1
, - Cellen met apicaal (vrij) opp blootgesteld aan een in- of uitwendig opp
(beiden ME!)
- Cellen verbonden aan een basaalmembraan
- Matrix is miniem -> bevatten geen bloedvaten
- Cellen worden voortdurend vervangen (hoge turn over)
Functies
- Fysieke bescherming:
o Bescherming uit- en inwendige opp tegen schaven, uitdroging en
aantasting chemische stoffen/ziekteverwekkers
- Reguleren doorlaatbaarheid:
o Rol in stofwisseling: absorptie - excretie
- Zintuigfunctie:
o Veranderingen uit omgeving aan zenuwstelsel doorgeven
- Gespecialiseerde klierproducten:
o Kliercellen = epitheelcellen die klierproducten vormen
o In klierepitheel vormen alle cellen actief bepaalde
klierproducten -> worden ingedeeld a.d.h.v. de plaats
waar ze worden afgegeven (2 soorten klieren)
Exocriene klieren: secretie naar ME
Aan opp van dekweefsel (huidopp of hol orgaan) via
lozingsgang
Vb: speekselklier, maag- en darmklieren, talgklier,
borstklier, zweetklier…
Endocriene klieren: secretie naar MI (milieu interieur)
Naar bloedbaan, omringende weefsels of lymfe
Klierproducten = hormonen (= secreet) -> geen
lozingsgang
Werken als chemische signaalstoffen en
reguleren en coördineren de activiteiten van
andere weefsels, organen en orgaanstelsels
Vb: pancreas, schildklier, bijnier, hypofyse…
Speciale klieren
- Gemengde klier: pancreas
o Exocrien deel (90%):
Productie pancreas-sap dat afgescheiden wordt aan dunne
darm (duodenum)
o Endocrien deel (10%):
Eilandjes van Langerhans: groepjes endocriene cellen die
hormonen afscheiden in bloed (insuline en glucagon)
- Geïsoleerde kliercellen:
2
Overzicht weefselleer
Weefsels = verzamelingen gespecialiseerde cellen en celproducten die beperkt
# functies verrichten
Histologie = weefselleer = bestuderen van
weefsels
4 basis weefseltypen:
- Epitheel: dekweefsel (bv: binnenkant maag,
vagina…)
o Gaat alles dat hol is en in cc komt met
de buitenwereld bedekken
- Bindweefsel -> ondersteuning geven (3
grote types)
o Bindweefsels in strikte zin
o Vloeibare bindweefsels
o Steunweefsels: kraakbeen en
beenweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel
4 weefseltypen vormen in variërende combinaties alle structuren
in het menselijk lichaam
Dekweefsel – epitheel
= avasculaire laag cellen die het lichaam bedekt en lichaamsholten,
holle organen en kanalen/buizen bekleedt
Epithelen vormen barrière met het ME (uitwendig milieu): huid + holle
organen
Klieren behoren ook tot epithelen
Avasculaire laag cellen = een laag cellen zonder bloedvaten
Klieren: bestaan uit cellen die producten afscheiden
Kenmerken epitheel:
- gelijkvormige cellen liggen dicht opeengepakt (ondoordringbaar)
1
, - Cellen met apicaal (vrij) opp blootgesteld aan een in- of uitwendig opp
(beiden ME!)
- Cellen verbonden aan een basaalmembraan
- Matrix is miniem -> bevatten geen bloedvaten
- Cellen worden voortdurend vervangen (hoge turn over)
Functies
- Fysieke bescherming:
o Bescherming uit- en inwendige opp tegen schaven, uitdroging en
aantasting chemische stoffen/ziekteverwekkers
- Reguleren doorlaatbaarheid:
o Rol in stofwisseling: absorptie - excretie
- Zintuigfunctie:
o Veranderingen uit omgeving aan zenuwstelsel doorgeven
- Gespecialiseerde klierproducten:
o Kliercellen = epitheelcellen die klierproducten vormen
o In klierepitheel vormen alle cellen actief bepaalde
klierproducten -> worden ingedeeld a.d.h.v. de plaats
waar ze worden afgegeven (2 soorten klieren)
Exocriene klieren: secretie naar ME
Aan opp van dekweefsel (huidopp of hol orgaan) via
lozingsgang
Vb: speekselklier, maag- en darmklieren, talgklier,
borstklier, zweetklier…
Endocriene klieren: secretie naar MI (milieu interieur)
Naar bloedbaan, omringende weefsels of lymfe
Klierproducten = hormonen (= secreet) -> geen
lozingsgang
Werken als chemische signaalstoffen en
reguleren en coördineren de activiteiten van
andere weefsels, organen en orgaanstelsels
Vb: pancreas, schildklier, bijnier, hypofyse…
Speciale klieren
- Gemengde klier: pancreas
o Exocrien deel (90%):
Productie pancreas-sap dat afgescheiden wordt aan dunne
darm (duodenum)
o Endocrien deel (10%):
Eilandjes van Langerhans: groepjes endocriene cellen die
hormonen afscheiden in bloed (insuline en glucagon)
- Geïsoleerde kliercellen:
2