Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Belastingrecht Samenvatting - BaMa - Hoofdstuk 3, 5 t/m 8 €4,49   Ajouter au panier

Resume

Belastingrecht Samenvatting - BaMa - Hoofdstuk 3, 5 t/m 8

 38 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is een samenvatting voor het vak inkomstenbelasting - niet winst. Ik heb gebruik gemaakt van mijn boek Belastingrecht Bachelors en Masters en mijn Belastingwettenbundel. Dit is samengevat de hoofdstukken 3, 5 t/m 8.

Aperçu 3 sur 25  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 3, 5 t/m 8
  • 3 février 2021
  • 25
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
IB- Niet winst
Theorie

Hoofdstuk 3.1 t/m 3.3
Belastingplicht – basis
Bij het uitvoeren van belastingwetten gaat het altijd om drie vragen:

1. Wie is belastingplichtig (subjectieve belastingplicht)?
2. Waarover moet belasting worden betaald (objectieve belastingplicht)?
3. Hoeveel belasting moet er worden betaald?

Subjectieve belastingplicht
Artikel 1.1

 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen.

Artikel 2.1 (subjectieve belastingplicht)

1. Belastingplichtigen voor de inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die:
a. In Nederland wonen (binnenlandse belastingplichtigen) of
b. Niet in Nederland wonen maar wel Nederlands inkomen genieten (buitenlandse
belastingplichtigen).
2. Nederlands inkomen is inkomen bedoeld in H7.

Binnenlandse belastingplicht (art. 2.1, 1a) ontstaat door:

 Geboren in NL
 Definitief vestigen in NL

En eindigt door:

 Overlijden
 NL definitief verlaten (emigreren)

Buitenlandse belastingplicht (art. 2.1, 1b)

Niet-inwoners van Nederland kunnen ook belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting;

 Alleen als zij ‘Nederlands inkomen’ genieten
Bijvoorbeeld wanneer iemand die inwoner is van Duitsland en een onderneming heeft in
Nederland, moet diegene inkomstenbelasting betalen over zijn winst in Nederland.

Niet-inwoners van Nederland zijn ook belastingplichtig voor de inkomstenbelasting als zij ‘Nederlands
inkomen’ genieten.

, Ontstaat door:

 NL-inkomen gaan genieten
 NL verlaten maar NL-inkomen blijven genieten

Eindigt door:

 Overlijden
 Zich weer in Nederland vestigen
 Geen Nederlands inkomen meer genieten

Objectieve belastingplicht
Waarover moeten binnenlands belastingplichtigen belasting betalen?

 Wereldinkomen
(Al het inkomen dat zij waar dan ook ter wereld verdienen)

Heffing volgens het woonplaatsbeginsel
(Het moet dus vaststaan dat iemand in Nederland ‘woont’)

Waarover moeten buitenlands belastingplichtigen belasting betalen?

 Art. 2.1: Nederlands inkomen
(Zie art. 7.1 voor uitleg)

Heffing geschiedt voor Nederlandse belastingplichtigen volgens het woonplaatsbeginsel en voor
buitenlandse belastingplichtigen volgens het bronstaatbeginsel; hierbij wordt gekeken of het inkomen
in Nederland zijn bron heeft. Eventuele dubbele belastingheffing kan zijn geregeld in verdragen
tussen lidstaten.

Verschil in belastingplicht
Wat is het verschil tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplicht?

Buitenlandse: je betaalt alleen belasting over het Nederlandse deel inkomen en dus niet over jouw
wereldinkomen.

 Maar: meestal geen recht op heffingskortingen/aftrekposten

Woonplaatsbeginsel
Bepaling belastingplicht: woonplaatsbeginsel

Het gaat om de feiten en omstandigheden – art. 4 AWR

 Waar sta je ingeschreven in het bevolkingsregister?
 Beschikt belastingplichtige over eigen woonruimte?
 Heeft belastingplichtige elders een woning?
 Waar verblijft belastingplichtige in het weekend?
 Waar verblijft het gezin?
 Waar ontvangt de belastingplichtige de post?
 Waar staat de belastingplichtige ingeschreven bij een huisarts, apotheek, etc.?
 Waar is de belastingplichtige lid van een sportvereniging, toneel, etc.?

, Wat is woonplaatsficties
 Iemand die niet in Nederland woont, maar wel doen alsof deze persoon toch in Nederland
woont.
Art. 2.2 lid 1 jaarfictie
‘Een persoon die ophoudt in Nederland te wonen en binnen een jaar daarna weer in
Nederland gaat wonen zonder intussen in een ander mogendheid te hebben gewoond, wordt
ook tijdens zijn afwezigheid geacht in Nederland te hebben gewoond.’

Heffingsgrondslag
Artikel 2.3 Wet IB 2001:

 De inkomstenbelasting wordt geheven over het door de belastingplichtige in het kalenderjaar
genoten:
1. Belastbare inkomen uit werk en woning -> BOX 1 Art. 2.10
2. Belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang -> BOX 2 Art. 2.12
3. Belastbare inkomen uit sparen en beleggen -> BOX 3 Art. 2.13



Hoofdstuk 3.4 t/m 3.7
Heffingskortingen
1. Algemene heffingskorting (art. 8.10 Wet IB 2001)
2. Arbeidskorting (art. 8.11 Wet IB 2001)
3. Inkomstenafhankelijke combinatiekorting (art. 8.14 Wet IB 2001)
4. Jonggehandicaptenkorting (art. 8.16 Wet IB 2001)
5. Ouderenkorting (art. 8.17 Wet IB 2001)
6. Alleenstaande-ouderenkorting (art. 8.18 Wet IB 2001)
7. Korting groene beleggingen (art. 8.19 Wet IB 2001)

 Heffingskortingen zijn kortingen op de te betalen inkomstenbelasting (art 2.7 lid 1 laatste zin)
 Afhankelijk van persoonlijke situatie
 Sommige heffingskortingen worden verrekend door werkgever
 Sommige heffingskortingen moeten worden aangevraagd bij de Belastingdienst (via aangifte)
 Heffingskortingen worden elk jaar gewijzigd

Belastingplichtigen die ‘arbeidsinkomen’ genieten hebben recht op arbeidskorting.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Om in aanmerking te komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting moet bij de gemeente
een kind staan ingeschreven op uw woonadres. Het maakt niet uit of het uw eigen kind is, of een
kind van uw fiscale partner. Art. 8.14 Wet IB 2001

 Arbeidsinkomen meer dan €5.072
 Kind jonger dan 12 jaar
 Alleenstaand of minstverdienend zijn ingeval van fiscaal partnerschap



Standaard heffingskorting

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jessicavink1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

85443 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter