Spelen is wijs:
Hoofdstuk 1: Wat is ‘spel’?
Sturing= opdeling spel afhankelijk wie verloop vn spel bepaald/ bij
wie ligt initiatief.
Vb: auto--> kleuters
Vb: plasticine --> kleuters, leerkracht legt papieren met figuren om
te maken + leerkracht kan hierin sturen.
=> iedereen spel sturen: vrij, gedeeld & gestuurd.
Vb: blokken --> kleuters, leerkracht vraagt om huis te bouwen =>
kind bepaald zelf hoe ze huis bouwen.
Vb: met een bal spelen => kan vrij, gedeeld (geven van open
opdracht) & gestuurd (=iedereen moet de bal rollen naar een
andere kleuter)
Geluidenspel= geluid laten horen en laten raden => gestuurd spel.
Initiatiefruimte- sturing:
Vrij spelen:
o Kind kiest zelf hoe spel verloopt.
o Kindgestuurd
o Geen einddoel
o Er zitten ontwikkelingskansen in.
o Lk observeert enkel/ volgend meespelen.
o Kenmerken:
1) Bezig zn is doel op zich in spel.
2) Spelend kind is actief bezig
3) Kind beleeft plezier in wt hij doet, spel is intrinsiek
bevredigend
4) Kind is vrijwillig bezig
5) Kinderen geven zelf betekenis aan materialen &
middelen. (kls hebben autonomie)
6) Er is vrijheid vn handelen, mr kinderen zelf ook regels
maken.
7) Spel is open, flexibele activiteit.
8) Spel is doelvrije activiteit, geen doelloze activiteit.
9) Nadruk ligt op proces & nt op product.
Vb: in een zandbak spelen.
Gedeeld spelen:
o Lk stuurt spel een beetje, maar kinderen kiezen zelf hoe ze dit
doen.
o Sturing ligt bij beiden --> kind & buitenaf.
, Vb:
- Inspiratiekaart vr spel bij huishoek, wr kleuters vrij mee
kunnen omgaan.
- Een kleurplaat inkleuren.
o Iets toevoegen/ suggestie of materiaal geven. (tss vrij &
gedeeld)
o Meespelen & spel samen mt kleuters vormgeven (partner in
spel). (bij gedeeld)
o Lk gaat leiding nemen vn spel, mr kleuters ook enige
initiatiefruimte geven drbinnen. (tss gedeeld & gestuurd)
Vb gedeelde sturing: maak een kasteel: kls kiezen zelf hoe ze
1 maken, groot, klein, breed, smal,...
Gedeelde sturing – gradaties:
Vrij spel: kls spelen vrij
Verrijkt spel: iets toevoegen vn materiaal
Vrij begeleid spel: meespelen & spel samen mt kls vorm geven.
Geleid spel: lk gaat leiding nemen vn spel, maar kls ook ng
initiatiefruimte geven drbinnenin.
Expliciete directe sturing: lk kiest voor kind & geen andere inbreng.
Gestuurd spelen:
o Sturing dr lk, materiaal of soort spel. (buitenaf)
o Wng tt geen initiatiefruimte vr kleuters.
Vb:
- Stappenplan volgen.
- Uit een doos
- Mt vaste regels
- Materiaal bepaalt verloop
, o A game/ a play
Vb: een gezelschapsspel spelen, puzzel maken (je moet die
maken & op 1 manier maar, materiaal stuurt je)
o Geluidenspel= geluid laten horen en laten raden =>
gestuurd spel.
--> Doel: geluid linken aan voorwerp.
=> Activiteiten kunnen doorlopen tss vrij en gedeeld of gedeeld en
gestuurd.
=> Continuüm: doorlopende zaken, gradaties.
EDI= expliciete directe instructie:
Geen spelvorm, maar werkvorm:
o Stapsgewijs, heel gestuurd, iets aanleren.
o Max 20 min
Gestuurd!!
Vb: via edi leert lk aan hoe dobbelsteen gebruikt moet worden i/e
gezelschapsspel: hoe dobbelsteen hanteren, hoe je dobbelsteen
leest, wt je doet mt je pion in spel. Lk toont drbij gebruik & lezen vn
dobbelsteen vr terwijl ze duidelijke uitleg geeft, en laat kls dn stap
per stap oefenen.
1. Sluit aan bij voorkennis.
2. Bepaal & formuleer duidelijk, helder lesdoel bij start vn act.
3. Deel leerinhoud op in kleine, behapbare delen.
4. Modelleer & demonstreer delen mt duidelijke uitleg. (ik leg uit & doe
het voor --> actieve lk)
5. Voorzie actieve oefening & verwerking: eerst sterk begeleid & steed
zelfstandiger. Controleer voortdurend als kls het begrijpen +
feedback geven.
‘wij doen het samen’ (actieve lk & kinderen) nr: ‘je doet het zelf
(actieve lln)
Hoofdstuk 2: De plaats van spel in kleuteronderwijs:
Taak v/d lk, maar gedeelde verantwoordelijkheid:
, Kinderen moeten:
Kunnen spelen
Durven spelen
=> spelen staat onder druk!!!
Het is niet meer steeds gng om ze te laten spelen, kinderen
moeten weer leren spelen => onderwijs.
Hoofdstuk 3: Belang van spel?
Sommige doelen vral dr vrij of gedeeld spel worden nagestreefd.
Vb: doelen op sociaal gebied: gericht zn op anderen, kunnen delen,
hulpvaardig zn.
Vb: doelen op gebied van autonomie: initiatief nemen, zelfsturing, ...
Bepaalde doelen heel specifiek geoefend worden dr gestuurd
aanbod te voorzien.
Vb: wiskundige oriëntatie, kunnen tellen (gaan dit niet zelf
bedenken om te doen, vraagt sturing)
A) Belang VRIJ spel:
3 functies vn onderwijs volgens Biesta kan je werken via (vrij) spel:
Onderwijs wil werken aan deze 3 zaken:
1) Kwalificatie:
- Gaat over: kennen & kunnen.
- Dr onderwijs mee te maken --> veel dingen kunnen & kennen,
om dingen te doen, om te zeggen van je kan dat.
2) Socialisatie:
- Waarden & normen meegeven, die in samenleving belangrijk
zn.
- Kind plaats vindt in samenleving. Alsjeblieft of danku zeggen,
weet hoe je je moet gedragen op school, thuis,
jeugdbeweging, ...
- Manier vn omgaan in samenleving meegeven.
3) Subjectificatie:
- We willen dt kinderen zelfstandige personen worden mt eigen
visie, mening & persoonlijkheid.
Hoofdstuk 1: Wat is ‘spel’?
Sturing= opdeling spel afhankelijk wie verloop vn spel bepaald/ bij
wie ligt initiatief.
Vb: auto--> kleuters
Vb: plasticine --> kleuters, leerkracht legt papieren met figuren om
te maken + leerkracht kan hierin sturen.
=> iedereen spel sturen: vrij, gedeeld & gestuurd.
Vb: blokken --> kleuters, leerkracht vraagt om huis te bouwen =>
kind bepaald zelf hoe ze huis bouwen.
Vb: met een bal spelen => kan vrij, gedeeld (geven van open
opdracht) & gestuurd (=iedereen moet de bal rollen naar een
andere kleuter)
Geluidenspel= geluid laten horen en laten raden => gestuurd spel.
Initiatiefruimte- sturing:
Vrij spelen:
o Kind kiest zelf hoe spel verloopt.
o Kindgestuurd
o Geen einddoel
o Er zitten ontwikkelingskansen in.
o Lk observeert enkel/ volgend meespelen.
o Kenmerken:
1) Bezig zn is doel op zich in spel.
2) Spelend kind is actief bezig
3) Kind beleeft plezier in wt hij doet, spel is intrinsiek
bevredigend
4) Kind is vrijwillig bezig
5) Kinderen geven zelf betekenis aan materialen &
middelen. (kls hebben autonomie)
6) Er is vrijheid vn handelen, mr kinderen zelf ook regels
maken.
7) Spel is open, flexibele activiteit.
8) Spel is doelvrije activiteit, geen doelloze activiteit.
9) Nadruk ligt op proces & nt op product.
Vb: in een zandbak spelen.
Gedeeld spelen:
o Lk stuurt spel een beetje, maar kinderen kiezen zelf hoe ze dit
doen.
o Sturing ligt bij beiden --> kind & buitenaf.
, Vb:
- Inspiratiekaart vr spel bij huishoek, wr kleuters vrij mee
kunnen omgaan.
- Een kleurplaat inkleuren.
o Iets toevoegen/ suggestie of materiaal geven. (tss vrij &
gedeeld)
o Meespelen & spel samen mt kleuters vormgeven (partner in
spel). (bij gedeeld)
o Lk gaat leiding nemen vn spel, mr kleuters ook enige
initiatiefruimte geven drbinnen. (tss gedeeld & gestuurd)
Vb gedeelde sturing: maak een kasteel: kls kiezen zelf hoe ze
1 maken, groot, klein, breed, smal,...
Gedeelde sturing – gradaties:
Vrij spel: kls spelen vrij
Verrijkt spel: iets toevoegen vn materiaal
Vrij begeleid spel: meespelen & spel samen mt kls vorm geven.
Geleid spel: lk gaat leiding nemen vn spel, maar kls ook ng
initiatiefruimte geven drbinnenin.
Expliciete directe sturing: lk kiest voor kind & geen andere inbreng.
Gestuurd spelen:
o Sturing dr lk, materiaal of soort spel. (buitenaf)
o Wng tt geen initiatiefruimte vr kleuters.
Vb:
- Stappenplan volgen.
- Uit een doos
- Mt vaste regels
- Materiaal bepaalt verloop
, o A game/ a play
Vb: een gezelschapsspel spelen, puzzel maken (je moet die
maken & op 1 manier maar, materiaal stuurt je)
o Geluidenspel= geluid laten horen en laten raden =>
gestuurd spel.
--> Doel: geluid linken aan voorwerp.
=> Activiteiten kunnen doorlopen tss vrij en gedeeld of gedeeld en
gestuurd.
=> Continuüm: doorlopende zaken, gradaties.
EDI= expliciete directe instructie:
Geen spelvorm, maar werkvorm:
o Stapsgewijs, heel gestuurd, iets aanleren.
o Max 20 min
Gestuurd!!
Vb: via edi leert lk aan hoe dobbelsteen gebruikt moet worden i/e
gezelschapsspel: hoe dobbelsteen hanteren, hoe je dobbelsteen
leest, wt je doet mt je pion in spel. Lk toont drbij gebruik & lezen vn
dobbelsteen vr terwijl ze duidelijke uitleg geeft, en laat kls dn stap
per stap oefenen.
1. Sluit aan bij voorkennis.
2. Bepaal & formuleer duidelijk, helder lesdoel bij start vn act.
3. Deel leerinhoud op in kleine, behapbare delen.
4. Modelleer & demonstreer delen mt duidelijke uitleg. (ik leg uit & doe
het voor --> actieve lk)
5. Voorzie actieve oefening & verwerking: eerst sterk begeleid & steed
zelfstandiger. Controleer voortdurend als kls het begrijpen +
feedback geven.
‘wij doen het samen’ (actieve lk & kinderen) nr: ‘je doet het zelf
(actieve lln)
Hoofdstuk 2: De plaats van spel in kleuteronderwijs:
Taak v/d lk, maar gedeelde verantwoordelijkheid:
, Kinderen moeten:
Kunnen spelen
Durven spelen
=> spelen staat onder druk!!!
Het is niet meer steeds gng om ze te laten spelen, kinderen
moeten weer leren spelen => onderwijs.
Hoofdstuk 3: Belang van spel?
Sommige doelen vral dr vrij of gedeeld spel worden nagestreefd.
Vb: doelen op sociaal gebied: gericht zn op anderen, kunnen delen,
hulpvaardig zn.
Vb: doelen op gebied van autonomie: initiatief nemen, zelfsturing, ...
Bepaalde doelen heel specifiek geoefend worden dr gestuurd
aanbod te voorzien.
Vb: wiskundige oriëntatie, kunnen tellen (gaan dit niet zelf
bedenken om te doen, vraagt sturing)
A) Belang VRIJ spel:
3 functies vn onderwijs volgens Biesta kan je werken via (vrij) spel:
Onderwijs wil werken aan deze 3 zaken:
1) Kwalificatie:
- Gaat over: kennen & kunnen.
- Dr onderwijs mee te maken --> veel dingen kunnen & kennen,
om dingen te doen, om te zeggen van je kan dat.
2) Socialisatie:
- Waarden & normen meegeven, die in samenleving belangrijk
zn.
- Kind plaats vindt in samenleving. Alsjeblieft of danku zeggen,
weet hoe je je moet gedragen op school, thuis,
jeugdbeweging, ...
- Manier vn omgaan in samenleving meegeven.
3) Subjectificatie:
- We willen dt kinderen zelfstandige personen worden mt eigen
visie, mening & persoonlijkheid.