HUISARTSGENEESKUNDE 2
2020-‘21
,Inhoudstafel
1. Chronisch en complexe zorg cursus (p 2) + ppt (p 22)
2. Palliatieve zorg cursus (p 23) + ppt (p 27)
3. Functionele klachten cursus (p 32) + ppt (p 37)
4. Filmpje psychotrauma (p 42)
5. Anticonceptie, labotesten, zwangerschapsbegeleiding (p 43)
1
, 1. Chronische en complexe zorg: cursus
1. Cursus: chronische ziekten
1.1. Definities
- Chronisch
o = oa een langdurig beloop van een ziekte.
o Volgens de WHO is een ziekte chronisch wanneer voortdurende zorg vereist is, gespreid over
(tientallen) jaren.
- Chronische aandoeningen
o Vereisen langdurige zorg (medicatie, medische/verpleegkundige verzorging etc.)
o Negatieve impact op QOL door complicatie of beperkingen
o Onzekerheid over gunstige afloop, of zekerheid over ongeneesbaarheid
o Meestal progressieve achteruitgang, of intermittent-relapsing beloop
- Overdraagbare vs niet-overdraagbare aandoeningen
o CD: communicable disease <-> NCD: non communicable disease
o Vroeger kwam dit goed overeen met acute infectieuze <-> chronische niet-infectieuze ziekten.
Maar nu zijn overdraagbare aandoeningen, zoals HIV of TBC, even goed chronische ziekten
geworden. Dus etiologie speelt géén rol meer in acuut vs chronisch.
- Complex
o Nog geen formele definitie
o Kenmerken van een complexe casus
▪ Niet-eenvoudige fysiopathologie
• Verstrengeling van multiple oorzakelijke factoren
• Samengaan van verschillende aandoeningen en risicofactoren (multimorbiditeit)
▪ Polyfarmacie
▪ Wat resulteert in fragiliteit, nood aan zorg en toezicht, verlies van zelfredzaamheid
- Multimorbiditeit
o Volgens WHO is dit: meer dan 1 chronische aandoening in een persoon.
▪ Echter: welke chronische aandoeningen tellen we mee? Ook de risicofactoren (zoals
hypertensie, osteoporose, obesitas etc.)? En ook functionele problemen (incontinentie,
slechtziend etc.)? En ook mentale problemen (depressie, angst etc.)?
o Daarom heeft EGPRN (European General Practitioners research network) een meer
omvattende definitie voorgesteld
2
, ▪ Multimorbiditeit is eender welke combinatie van minstens 1 chronische ziekte (diabetes,
COPD, coronair lijden, etc.)
• Met min 1 andere ziekte, acuut of chronisch (acuut: pneumonie, heupfractuur etc.)
• OF biopsychosociale factor (depressie, armoede, verslaving etc.)
• OF somatische risicofactor (hypertensie, overgewicht etc.)
▪ Het effect van deze multimorbiditeit kan:
• Gezondheidsuitkomst beïnvloeden
• Beperkingen teweegbrengen
• Een verminderde QOL veroorzaken
• Frailty in de hand werken
▪ Het effect van deze multimorbiditeit kan worden beïnvloed door:
• Eender welke biopsychosociale factor, eender welke somatische risicofactor, het
sociale netwerk, de last van de ziekten, de gezondheidszorg consumptie, en de
copingstrategie van de pt.
1.2. Epidemiologie
- NCD’s
o Volgens een update van de WHO in 2014: ‘Een van de majeure uitdagingen voor de
gezondheid!’
o Ze veroorzaken menselijk lijden, maar hebben ook socioeconomische gevolgen. Zeker in laag-
en middeninkomstlanden.
- Pandemie van chronische ziekten
o Globale pandemie van chronische ziekten = belangrijkste uitdaging in 21ste eeuw!
o Wereldwijd een toename, zowel in ontwikkelingslanden als in ontwikkelde landen in alle lagen
van de bevolking
o Ziektebelasting
▪ Drukt impact uit op financiële middelen en de groeikansen van een regio
o Oorzaak-specifieke mortaliteitscijfers
▪ Beschrijven de omvang van de epidemie
- Oorzaakspecifieke mortaliteit
o 56 miljoen mensen stierven in 2012
▪ 68% door NCD’s
• 40% prematuur gestorven: dus <70 jaar --------->
• 75% sterftes door NCD’s: in lage- en middel-
income country’s
▪ 4 belangrijkste killers onder de NCD in 2012
• Hart- en vaatziekten
• Kanker
• COPD
• Diabetes
o Recentere cijfers: aandeel van NCD’s neemt toe als oorzaak
van sterftes
3
2020-‘21
,Inhoudstafel
1. Chronisch en complexe zorg cursus (p 2) + ppt (p 22)
2. Palliatieve zorg cursus (p 23) + ppt (p 27)
3. Functionele klachten cursus (p 32) + ppt (p 37)
4. Filmpje psychotrauma (p 42)
5. Anticonceptie, labotesten, zwangerschapsbegeleiding (p 43)
1
, 1. Chronische en complexe zorg: cursus
1. Cursus: chronische ziekten
1.1. Definities
- Chronisch
o = oa een langdurig beloop van een ziekte.
o Volgens de WHO is een ziekte chronisch wanneer voortdurende zorg vereist is, gespreid over
(tientallen) jaren.
- Chronische aandoeningen
o Vereisen langdurige zorg (medicatie, medische/verpleegkundige verzorging etc.)
o Negatieve impact op QOL door complicatie of beperkingen
o Onzekerheid over gunstige afloop, of zekerheid over ongeneesbaarheid
o Meestal progressieve achteruitgang, of intermittent-relapsing beloop
- Overdraagbare vs niet-overdraagbare aandoeningen
o CD: communicable disease <-> NCD: non communicable disease
o Vroeger kwam dit goed overeen met acute infectieuze <-> chronische niet-infectieuze ziekten.
Maar nu zijn overdraagbare aandoeningen, zoals HIV of TBC, even goed chronische ziekten
geworden. Dus etiologie speelt géén rol meer in acuut vs chronisch.
- Complex
o Nog geen formele definitie
o Kenmerken van een complexe casus
▪ Niet-eenvoudige fysiopathologie
• Verstrengeling van multiple oorzakelijke factoren
• Samengaan van verschillende aandoeningen en risicofactoren (multimorbiditeit)
▪ Polyfarmacie
▪ Wat resulteert in fragiliteit, nood aan zorg en toezicht, verlies van zelfredzaamheid
- Multimorbiditeit
o Volgens WHO is dit: meer dan 1 chronische aandoening in een persoon.
▪ Echter: welke chronische aandoeningen tellen we mee? Ook de risicofactoren (zoals
hypertensie, osteoporose, obesitas etc.)? En ook functionele problemen (incontinentie,
slechtziend etc.)? En ook mentale problemen (depressie, angst etc.)?
o Daarom heeft EGPRN (European General Practitioners research network) een meer
omvattende definitie voorgesteld
2
, ▪ Multimorbiditeit is eender welke combinatie van minstens 1 chronische ziekte (diabetes,
COPD, coronair lijden, etc.)
• Met min 1 andere ziekte, acuut of chronisch (acuut: pneumonie, heupfractuur etc.)
• OF biopsychosociale factor (depressie, armoede, verslaving etc.)
• OF somatische risicofactor (hypertensie, overgewicht etc.)
▪ Het effect van deze multimorbiditeit kan:
• Gezondheidsuitkomst beïnvloeden
• Beperkingen teweegbrengen
• Een verminderde QOL veroorzaken
• Frailty in de hand werken
▪ Het effect van deze multimorbiditeit kan worden beïnvloed door:
• Eender welke biopsychosociale factor, eender welke somatische risicofactor, het
sociale netwerk, de last van de ziekten, de gezondheidszorg consumptie, en de
copingstrategie van de pt.
1.2. Epidemiologie
- NCD’s
o Volgens een update van de WHO in 2014: ‘Een van de majeure uitdagingen voor de
gezondheid!’
o Ze veroorzaken menselijk lijden, maar hebben ook socioeconomische gevolgen. Zeker in laag-
en middeninkomstlanden.
- Pandemie van chronische ziekten
o Globale pandemie van chronische ziekten = belangrijkste uitdaging in 21ste eeuw!
o Wereldwijd een toename, zowel in ontwikkelingslanden als in ontwikkelde landen in alle lagen
van de bevolking
o Ziektebelasting
▪ Drukt impact uit op financiële middelen en de groeikansen van een regio
o Oorzaak-specifieke mortaliteitscijfers
▪ Beschrijven de omvang van de epidemie
- Oorzaakspecifieke mortaliteit
o 56 miljoen mensen stierven in 2012
▪ 68% door NCD’s
• 40% prematuur gestorven: dus <70 jaar --------->
• 75% sterftes door NCD’s: in lage- en middel-
income country’s
▪ 4 belangrijkste killers onder de NCD in 2012
• Hart- en vaatziekten
• Kanker
• COPD
• Diabetes
o Recentere cijfers: aandeel van NCD’s neemt toe als oorzaak
van sterftes
3