DOELSTELLINGEN
1. Je kan de verschillende celorganellen herkennen op een figuur.
2. Je kan de organellen van een cel beschrijven en specifieke functies
bespreken.
Cytoplasma: (werkvloer):
Het cytoplasma is een waterige substantie waarin de organellen drijven. Deze
vloeistof bevat zouten, enzymen en andere moleculen die betrokken zijn bij
chemische reacties. Net zoals op de werkvloer waar werknemers hun taken
uitvoeren, vinden hier verschillende celprocessen plaats die essentieel zijn
voor het functioneren van de cel.
Celmembraan (Plasmamembraan): (muur):
Het celmembraan vormt de buitenste laag van de cel, bestaande uit een
dubbele laag fosfolipiden, met daarin cholesterol en eiwitten. Het fungeert als
een selectieve barrière die bepaalt welke stoffen de cel in- en uitgaan,
vergelijkbaar met een poort die toegang controleert. Hierdoor blijft de interne
omgeving van de cel stabiel, terwijl essentiële stoffen worden opgenomen en
afvalstoffen worden uitgescheiden.
Mitochondriën: (energie-voorziening):
De mitochondriën zijn verantwoordelijk voor de energieproductie binnen de
cel. Door middel van celademhaling zetten ze voedingsstoffen om in ATP, de
voornaamste energiebron die de cel gebruikt om zijn taken uit te voeren. Dit
proces kan worden vergeleken met een elektriciteitscentrale die energie
levert voor machines om te functioneren.
Kern (Nucleus): (directie):
De celkern is het besturingscentrum van de cel, waar het DNA, oftewel de
genetische informatie, wordt opgeslagen. Deze informatie stuurt alle
processen binnen de cel aan, inclusief de aanmaak van eiwitten. Net zoals de
directie in een fabriek de regels en strategieën opstelt, zorgt de kern ervoor
dat de cel weet wat er moet gebeuren om optimaal te functioneren.
, ZSO 20 ; celstructuren
DNA: (instructies):
DNA bevat de instructies die nodig zijn voor de productie van eiwitten. Tijdens
de eiwitsynthese worden de instructies van het DNA gebruikt om aminozuren
in de juiste volgorde aan elkaar te koppelen tot een functioneel eiwit. Dit
proces kan worden vergeleken met het volgen van een productiehandleiding
om een eindproduct te maken.
Golgi-apparaat: (verpakkingsinstalatie):
Het Golgi-apparaat speelt een rol bij het verwerken, sorteren en verpakken
van eiwitten en lipiden die in de cel worden geproduceerd. Net zoals
pakketjes in een fabriek worden klaargemaakt voor verzending, verpakt het
Golgi-apparaat deze moleculen en stuurt ze naar hun bestemming, zowel
binnen als buiten de cel.
Ribosomen: (machine):
Ribosomen zijn verantwoordelijk voor de eiwitsynthese. Ze zetten de
genetische informatie die door het mRNA wordt doorgegeven, om in
aminozuren, die vervolgens worden samengevoegd tot een eiwit. Dit proces
lijkt op machines die een product assembleren op basis van een blauwdruk.
Endoplasmatisch Reticulum (ER): (productiefabriek):
Het endoplasmatisch reticulum is een netwerk van membranen dat betrokken
is bij de productie van eiwitten en lipiden. Het ruwe ER is bedekt met
ribosomen en speelt een centrale rol in de eiwitsynthese, terwijl het gladde
ER helpt bij de productie van vetten en het ontgiften van de cel. Dit netwerk
zorgt ervoor dat grondstoffen efficiënt door de cel worden getransporteerd,
net zoals een productiefaciliteit waar materialen worden verwerkt en
vervoerd.
3. Je kan de functies van de celkern verklaren.
Besturingscentrum van de cel: De celkern bevat het genetisch
materiaal (DNA) dat alle informatie voor de aansturing van de cel bevat.
Dit betekent dat de kern de productie van eiwitten reguleert, die
vervolgens de functies van de cel beïnvloeden.
Opslag van genetisch materiaal: In de kern bevindt zich het DNA dat in
de vorm van chromosomen wordt georganiseerd. Dit DNA bevat de
instructies voor de aanmaak van eiwitten, wat cruciaal is voor alle
celprocessen.
Transcriptie van DNA naar mRNA: Een belangrijke functie van de
celkern is het omzetten van genetische informatie van DNA naar
messenger-RNA (mRNA) via het proces van transcriptie. Het mRNA verlaat
de kern en wordt in het cytoplasma gebruikt voor eiwitsynthese.
Coördinatie van celdeling: De celkern speelt een rol in de celdeling
doordat het erfelijk materiaal wordt gekopieerd en gelijk verdeeld over de
dochtercellen.