Functieleer; Deel 2
Hoofdstuk 1: Basisconcepten en definities
1. WAT IS LEREN?
1.1 Wat verstaan de “niet-leerpsycholoog” onder “leren”?
- Studeren, schools leren
Leren rekenen, schrijven
Spaans, Statistiek, Leerpsychologie leren
- Er zijn ook andere dingen in het leven wat kan vallen onder leren zoals een
(motorische/perceptuele) vaardigheid, techniek, procedure onder de knie krijgen
Motorisch: Leren lopen, fietsen, typen, zwemmen
Perceptueel: Leren schilderen, timmeren, koken, klarinet spelen, wijn proeven
1.2 Wat zegt Van Dale (2015)
- Er zijn niet minder dan 11 betekenissen, waaronder:
Studeren, leren voor “beroep x”
Een kundigheid, bedrevenheid verwerven
Maar ook:
Zich een gewoonte eigen maken
o “Door zijn vrienden heeft hij leren liegen”
Wijzer maken, doen inzien
o “De ondervinding leert dat…” “Dat zal je leren!”
1.3 Leren in “leerpsychologie”
- Omvat dit alles en nog veel meer:
Niet enkel intentioneel, bewust en expliciet leren, ook incientieel, niet-bewust,
impliciet
Het gaat niet over bv. doelbewust achter je bureau gaan zitten om statistiek te
leren, maar het gaat over onbewust leren:
o Als kind wordt je gebeten door een hond, dus je gaat leren dat honden
gevaarlijk zijn
Dit is niet doelbewust geleerd: dat kind is niet achter een bureau gaan
zitten om te leren dat een hond gevaarlijk is
o De sound van coldplay leren herkennen
o Je weg in leuven leren kennen
Het leren waarbij er gefocust wordt bij de leerpsychologie is niet enkel leren bij
mensen, maar ook leren bij alle andere diersoorten
Vaak worden duiven of knaagdieren onderzocht
Het kan gaan van zeeslakken over fruitvliegjes en bijen tot mensapen
o Geen random willekeurige voorbeelden er is er bij de diersoorten effectief
onderzoek uitgevoerd
o Er is evidentie voor leren en voor gelijkaardigheid van de onderliggende
mechanismen
Gelijkaardigheid heel belangrijk (waarom zouden we onderzoeken om
zeeslakken als er geen evidientie is dat het gelijkaardig is)
Niet enkel “gestofisticeerde”, maar ook “basale vaardigheden”
Gezichten, stemmen leren herkennen
Coördinatie van (complexe) bewegingen / perceptie bij acties (bv. stappen,
fietsen, paardrijden)
Telefoon leren opnemen bij rinkelen, trui aandoen als je het koud hebt,…
Niet enkel leren “doen”, maar ook leren “niet te doen”
Leren zwijgen in hoorcolleges
Leren stilzitten bij de tandarts
Niet enkel motorisch-perceptueel-cognitief, maar ook emotioneel-affectief leren
, Vrees voor spinnen, liften, besmetting,…
Koffie/broccoli/… leren lekker vinden
o Als je dat aanbied aan een kleuter gaat die dat niet lekker vinden, maar die
kan het wel leren lekker vinden
Niet enkel bij kinderen/jongeren, maar doorheen het hele leven
Leren stopt niet wanneer je 18 bent of een diploma hebt gehaald, leren zoals het
beschouwd wordt door de leerpsychologie gebeurt het hele leven door.
o Er zijn steeds opnieuw veranderende omgevingscontigenties, dus
aanpassing is nodig
o Het leren van die nieuwe dingen is adaptief om je te leren aanpassen aan de
omgeving
1.4 Naar een definitie van “leren”
- Leren is het middel waardoor dieren hun gedrag duurzaam wijzigen, met als doel een
betere afstemming op (verandering in) de leefwereld (gedragsmatige/neurale
plasticiteit)
Het gaat over een verandering in gedrag en dat impliceert ook dat als we die
gedragsmatige plasticiteit natuurlijk ook plaatsvind om neuronaal niveau
Een gedragsverandering kan er enkel maar zijn omdat er in de hersenen iets
gebeurd is
Leren wordt geïdentificeerd door een gedragsverandering (in bepaalde situatie)
Deze gedragsverandering kan zowel een toename (of verschijnen) als een
afname (of verwijden) van een bepaalde respons inhouden
- Niet elke gedragsverandering impliceert leren
We kunnen het niet louter definiëren als leren wanneer we een gedragsverandering
zien:
Gedragsverandering kan ook gebeuren door: vermoeidhied, verandering van
stimulussen, evolutie,…
Gedragsverandering met deze redenen worden niet beschouwd als leren
- Leren is een relatief duurzame gedragsverandering
Duurzamen gedragsverandering: gedrag is veranderd van T0 naar T1 en dat blijft
een tijd zo
Als je op een later moment gaat checken dat zie je dat het veranderd gedrag
vertoond wordt
Oorzaken van tijdelijke, niet-duurzame gedragsveranderingen (niet beschouwd als
leren, want niet duurzaam)
Vermoeidheid
o Stel je vraagt iemand om de trap op en af te lopen, dan zal die persoon dat
waarschijnlijk wel kunnen
o maar als die persoon net 15km heeft gelopen gaat dat een heel ander
gedrag teweeg brengen
Tijdelijke veranderingen in fysiologische/motivationele toestand
o Bv. Je loopt langs een frituur en ruikt de geur van frieten: als je veel honger
hebt zal je hier anders op reageren dan als je net gegeten hebt
, Niet te wijten aan leren, maar aan wijzigingen in de motivationele
toestand
o Er vindt dan er terugkeer naar de basislijn (T0) plaats als de behoefte
voldaan is
Tijdelijke veranderingen in omgevingsstimuli
o Bv. gedragsverandering door een steentje in de schoen: tijdens dat het
steentje in de schoen zit ga je vreemd lopen, haal je het steentje eruit dan
ga je terug normaal wandelen
- Leren is een relatief duurzame gedragsverandering veroorzaakt door specifieke
ervaringen
De verandering in gedrag tussen T0 en T1 is veroorzaakt door een specifieke
ervaring die op dat moment heeft plaatsgevonden
Andere oorzaken van relatief duurzame gedragsverandering (die niet veroorzaakt
zijn door een specifieke leerervaring)
Fysieke/fysiologische/neurologische maturatie & groei
een baby zal anders reageren op dingen dan een kleuter, deze
verandering is te wijten aan verschillen in groei
Bv. er staat een bord koekjes op de tafel. Een baby zal zijn armpjes
uitsteken naar de koekjes als ze de koekjes al gezien hebben, maar het
kind van 4 jaar loopt naar het bod toe en neemt het bord
Relatief duurzamen gedragsverandering, maar puur door groei, dus niet
door specifieke leerervaring
o Geen (of minder) inbreng specifieke “ervaring”
o Niet beperkt tot 1 bepaalde soort gedrag (in 1 bepaalde situatie)
o MAAR: soms interacties, het onderscheid is niet altijd even duidelijk
Bv. bij leisters: je kan ze geen merelzang aanleren, maar ze moeten als
jong kuiken wel bloodgesteld worden aan andere leisters om het
gezang te kunnen overnemen
°vb van hoe er een interactie is tussen leerimput en neurale
maturatie
Bv bij kittens: experiment waarbij ze 3 maanden lang binnen zijn
gehouden en slechts 1 uur per dag zagen ze zonlicht en werden ze
bloodgesteld aan enkel verticale strepen. Na het experiment werd
opgemerkt dat ze enkel verticale strepen konden zien en geen
horzintale omdat die neuronen niet ontwikkeld zijn.
1.5 Maturatie versus leren…
- Leren veronderstelt oefening of ervaring(en) die specifiek in verband staan met het
geleerde gedrag, maturatie niet (althans niet in principe)
Ervaring/oefening bij leren kan variëren van éénmalig (“one-trial learning”) (bv een
hete kachel aanraken) tot erg veel oefening (bv pianist willen worden), maar is hoe
dan ook noodzakelijk om van “leren” te kunnen spreken
- Gedragsveranderingen veroorzaakt door leren zijn relatief specifiek/beperkt tot het
geleerde gedrag in vergelijking met effecten van maturatie
Vergelijking effecten maturatie grijpbeweging (gaat niet specifiek zijn, want ze gaan
heel wat dingen kunnen gaan oprapen)
Leren is veel beperkter bv. ga je leren koken op inductiekookplaat dan zal dat wel
lukken om die soorten vuren, maar dat wilt niet zeggen dat je op andere soorten
vuren kan koken
, Maar: wel zekere mate van “generalisatie” van het geleerde gedrag mogelijk
naar gelijkaardige situaties/gedragingen
o Als je enkel in specifieke situaties zou leren en die enkel in die specifieke
situatie je informatie kan gebruiken, dan zou evolutionair niet adaptief zijn
1.6 Leren is niet hetzelfde als gedragsverandering door evolutie
- Duurzame (gedrags-)verandering over generaties is ook adaptieve aanpassingen als
reactie op veranderingen in de omgevingen
Maar: gebeurt niet binnen het individuele leven en dus niet hetzelfde als leren
Omdat het niet gebeurd is binnen 1 individueel leven
- Uiteraard is vermogen tot bepaalde vormen van leren zelf product van evolutie
Het is omdat leren zo adaptief is en zo een evolutionair voordeel heeft dat het ook
effectief bestaat
1.7 Leren is relatief duurzame verandering in gedragspotentieel
- Leren is niet hetzelfde als performantie
Performantie (dus de gedragsverandering) is functie van motivatie &
stimuluscondities & het geleerde
Belangrijk: Het is niet omdat we geen gedragsverandering geobserveerd is, dat
er niets geleerd is
o Wel in de andere richting: gedragsverandering gaat nodig zijn als bewijs voor
leren, maar als we geen gedragsverandering zien kunnen we niet meteen
besluiten dat er niets is geleerd
We kunnen leren niet gelijk stellen aan performantie, gedragsverandering is een
product van leren
Het is niet omdat we geen gedragsverandering is, dat er niets geleerd is
- “behaviorally silent learning”
Bv. doolhofleren ratten met/zonder reward is een extra uitdaging voor het
onderzoek
Als een rat weet dat er een beloning is, gaan ze steeds sneller en sneller
doorheen het doolhof -> ze leren de weg naar de uitgang
Als een ander dier doorheen het doolhof gaat, maar er ligt geen beloning dan
gaan ze niet percee sneller of trager doorheen het doolhof gaan, ze gaan dus
niet tonen dat ze iets hebben geleerd
o Wanneer je na enkele dagen wel een beloning legt, dan gaat de rat na een
tijd wel sneller doorheen het doolhof (sneller dan zonder beloning)
1.8 Niveaus van analyse van “leren”
- We gaan het enkel op het gedragsmatige niveau bekijken!
1.9 Definitie leren (Domjan, 2018)
- “leren is een relatief duurzame verandering in het potentieel om een bepaald gedrag te
stellen, die toe te schrijven is een ervaring met gebeurtenissen in de omgeving die
specifiek gerelateerd zijn aan dat gedrag”
Het gaat niet enkel over motorische responsen, maar het kunnen ook autonoom-
vegetatieve responsen zijn
Hoofdstuk 1: Basisconcepten en definities
1. WAT IS LEREN?
1.1 Wat verstaan de “niet-leerpsycholoog” onder “leren”?
- Studeren, schools leren
Leren rekenen, schrijven
Spaans, Statistiek, Leerpsychologie leren
- Er zijn ook andere dingen in het leven wat kan vallen onder leren zoals een
(motorische/perceptuele) vaardigheid, techniek, procedure onder de knie krijgen
Motorisch: Leren lopen, fietsen, typen, zwemmen
Perceptueel: Leren schilderen, timmeren, koken, klarinet spelen, wijn proeven
1.2 Wat zegt Van Dale (2015)
- Er zijn niet minder dan 11 betekenissen, waaronder:
Studeren, leren voor “beroep x”
Een kundigheid, bedrevenheid verwerven
Maar ook:
Zich een gewoonte eigen maken
o “Door zijn vrienden heeft hij leren liegen”
Wijzer maken, doen inzien
o “De ondervinding leert dat…” “Dat zal je leren!”
1.3 Leren in “leerpsychologie”
- Omvat dit alles en nog veel meer:
Niet enkel intentioneel, bewust en expliciet leren, ook incientieel, niet-bewust,
impliciet
Het gaat niet over bv. doelbewust achter je bureau gaan zitten om statistiek te
leren, maar het gaat over onbewust leren:
o Als kind wordt je gebeten door een hond, dus je gaat leren dat honden
gevaarlijk zijn
Dit is niet doelbewust geleerd: dat kind is niet achter een bureau gaan
zitten om te leren dat een hond gevaarlijk is
o De sound van coldplay leren herkennen
o Je weg in leuven leren kennen
Het leren waarbij er gefocust wordt bij de leerpsychologie is niet enkel leren bij
mensen, maar ook leren bij alle andere diersoorten
Vaak worden duiven of knaagdieren onderzocht
Het kan gaan van zeeslakken over fruitvliegjes en bijen tot mensapen
o Geen random willekeurige voorbeelden er is er bij de diersoorten effectief
onderzoek uitgevoerd
o Er is evidentie voor leren en voor gelijkaardigheid van de onderliggende
mechanismen
Gelijkaardigheid heel belangrijk (waarom zouden we onderzoeken om
zeeslakken als er geen evidientie is dat het gelijkaardig is)
Niet enkel “gestofisticeerde”, maar ook “basale vaardigheden”
Gezichten, stemmen leren herkennen
Coördinatie van (complexe) bewegingen / perceptie bij acties (bv. stappen,
fietsen, paardrijden)
Telefoon leren opnemen bij rinkelen, trui aandoen als je het koud hebt,…
Niet enkel leren “doen”, maar ook leren “niet te doen”
Leren zwijgen in hoorcolleges
Leren stilzitten bij de tandarts
Niet enkel motorisch-perceptueel-cognitief, maar ook emotioneel-affectief leren
, Vrees voor spinnen, liften, besmetting,…
Koffie/broccoli/… leren lekker vinden
o Als je dat aanbied aan een kleuter gaat die dat niet lekker vinden, maar die
kan het wel leren lekker vinden
Niet enkel bij kinderen/jongeren, maar doorheen het hele leven
Leren stopt niet wanneer je 18 bent of een diploma hebt gehaald, leren zoals het
beschouwd wordt door de leerpsychologie gebeurt het hele leven door.
o Er zijn steeds opnieuw veranderende omgevingscontigenties, dus
aanpassing is nodig
o Het leren van die nieuwe dingen is adaptief om je te leren aanpassen aan de
omgeving
1.4 Naar een definitie van “leren”
- Leren is het middel waardoor dieren hun gedrag duurzaam wijzigen, met als doel een
betere afstemming op (verandering in) de leefwereld (gedragsmatige/neurale
plasticiteit)
Het gaat over een verandering in gedrag en dat impliceert ook dat als we die
gedragsmatige plasticiteit natuurlijk ook plaatsvind om neuronaal niveau
Een gedragsverandering kan er enkel maar zijn omdat er in de hersenen iets
gebeurd is
Leren wordt geïdentificeerd door een gedragsverandering (in bepaalde situatie)
Deze gedragsverandering kan zowel een toename (of verschijnen) als een
afname (of verwijden) van een bepaalde respons inhouden
- Niet elke gedragsverandering impliceert leren
We kunnen het niet louter definiëren als leren wanneer we een gedragsverandering
zien:
Gedragsverandering kan ook gebeuren door: vermoeidhied, verandering van
stimulussen, evolutie,…
Gedragsverandering met deze redenen worden niet beschouwd als leren
- Leren is een relatief duurzame gedragsverandering
Duurzamen gedragsverandering: gedrag is veranderd van T0 naar T1 en dat blijft
een tijd zo
Als je op een later moment gaat checken dat zie je dat het veranderd gedrag
vertoond wordt
Oorzaken van tijdelijke, niet-duurzame gedragsveranderingen (niet beschouwd als
leren, want niet duurzaam)
Vermoeidheid
o Stel je vraagt iemand om de trap op en af te lopen, dan zal die persoon dat
waarschijnlijk wel kunnen
o maar als die persoon net 15km heeft gelopen gaat dat een heel ander
gedrag teweeg brengen
Tijdelijke veranderingen in fysiologische/motivationele toestand
o Bv. Je loopt langs een frituur en ruikt de geur van frieten: als je veel honger
hebt zal je hier anders op reageren dan als je net gegeten hebt
, Niet te wijten aan leren, maar aan wijzigingen in de motivationele
toestand
o Er vindt dan er terugkeer naar de basislijn (T0) plaats als de behoefte
voldaan is
Tijdelijke veranderingen in omgevingsstimuli
o Bv. gedragsverandering door een steentje in de schoen: tijdens dat het
steentje in de schoen zit ga je vreemd lopen, haal je het steentje eruit dan
ga je terug normaal wandelen
- Leren is een relatief duurzame gedragsverandering veroorzaakt door specifieke
ervaringen
De verandering in gedrag tussen T0 en T1 is veroorzaakt door een specifieke
ervaring die op dat moment heeft plaatsgevonden
Andere oorzaken van relatief duurzame gedragsverandering (die niet veroorzaakt
zijn door een specifieke leerervaring)
Fysieke/fysiologische/neurologische maturatie & groei
een baby zal anders reageren op dingen dan een kleuter, deze
verandering is te wijten aan verschillen in groei
Bv. er staat een bord koekjes op de tafel. Een baby zal zijn armpjes
uitsteken naar de koekjes als ze de koekjes al gezien hebben, maar het
kind van 4 jaar loopt naar het bod toe en neemt het bord
Relatief duurzamen gedragsverandering, maar puur door groei, dus niet
door specifieke leerervaring
o Geen (of minder) inbreng specifieke “ervaring”
o Niet beperkt tot 1 bepaalde soort gedrag (in 1 bepaalde situatie)
o MAAR: soms interacties, het onderscheid is niet altijd even duidelijk
Bv. bij leisters: je kan ze geen merelzang aanleren, maar ze moeten als
jong kuiken wel bloodgesteld worden aan andere leisters om het
gezang te kunnen overnemen
°vb van hoe er een interactie is tussen leerimput en neurale
maturatie
Bv bij kittens: experiment waarbij ze 3 maanden lang binnen zijn
gehouden en slechts 1 uur per dag zagen ze zonlicht en werden ze
bloodgesteld aan enkel verticale strepen. Na het experiment werd
opgemerkt dat ze enkel verticale strepen konden zien en geen
horzintale omdat die neuronen niet ontwikkeld zijn.
1.5 Maturatie versus leren…
- Leren veronderstelt oefening of ervaring(en) die specifiek in verband staan met het
geleerde gedrag, maturatie niet (althans niet in principe)
Ervaring/oefening bij leren kan variëren van éénmalig (“one-trial learning”) (bv een
hete kachel aanraken) tot erg veel oefening (bv pianist willen worden), maar is hoe
dan ook noodzakelijk om van “leren” te kunnen spreken
- Gedragsveranderingen veroorzaakt door leren zijn relatief specifiek/beperkt tot het
geleerde gedrag in vergelijking met effecten van maturatie
Vergelijking effecten maturatie grijpbeweging (gaat niet specifiek zijn, want ze gaan
heel wat dingen kunnen gaan oprapen)
Leren is veel beperkter bv. ga je leren koken op inductiekookplaat dan zal dat wel
lukken om die soorten vuren, maar dat wilt niet zeggen dat je op andere soorten
vuren kan koken
, Maar: wel zekere mate van “generalisatie” van het geleerde gedrag mogelijk
naar gelijkaardige situaties/gedragingen
o Als je enkel in specifieke situaties zou leren en die enkel in die specifieke
situatie je informatie kan gebruiken, dan zou evolutionair niet adaptief zijn
1.6 Leren is niet hetzelfde als gedragsverandering door evolutie
- Duurzame (gedrags-)verandering over generaties is ook adaptieve aanpassingen als
reactie op veranderingen in de omgevingen
Maar: gebeurt niet binnen het individuele leven en dus niet hetzelfde als leren
Omdat het niet gebeurd is binnen 1 individueel leven
- Uiteraard is vermogen tot bepaalde vormen van leren zelf product van evolutie
Het is omdat leren zo adaptief is en zo een evolutionair voordeel heeft dat het ook
effectief bestaat
1.7 Leren is relatief duurzame verandering in gedragspotentieel
- Leren is niet hetzelfde als performantie
Performantie (dus de gedragsverandering) is functie van motivatie &
stimuluscondities & het geleerde
Belangrijk: Het is niet omdat we geen gedragsverandering geobserveerd is, dat
er niets geleerd is
o Wel in de andere richting: gedragsverandering gaat nodig zijn als bewijs voor
leren, maar als we geen gedragsverandering zien kunnen we niet meteen
besluiten dat er niets is geleerd
We kunnen leren niet gelijk stellen aan performantie, gedragsverandering is een
product van leren
Het is niet omdat we geen gedragsverandering is, dat er niets geleerd is
- “behaviorally silent learning”
Bv. doolhofleren ratten met/zonder reward is een extra uitdaging voor het
onderzoek
Als een rat weet dat er een beloning is, gaan ze steeds sneller en sneller
doorheen het doolhof -> ze leren de weg naar de uitgang
Als een ander dier doorheen het doolhof gaat, maar er ligt geen beloning dan
gaan ze niet percee sneller of trager doorheen het doolhof gaan, ze gaan dus
niet tonen dat ze iets hebben geleerd
o Wanneer je na enkele dagen wel een beloning legt, dan gaat de rat na een
tijd wel sneller doorheen het doolhof (sneller dan zonder beloning)
1.8 Niveaus van analyse van “leren”
- We gaan het enkel op het gedragsmatige niveau bekijken!
1.9 Definitie leren (Domjan, 2018)
- “leren is een relatief duurzame verandering in het potentieel om een bepaald gedrag te
stellen, die toe te schrijven is een ervaring met gebeurtenissen in de omgeving die
specifiek gerelateerd zijn aan dat gedrag”
Het gaat niet enkel over motorische responsen, maar het kunnen ook autonoom-
vegetatieve responsen zijn