Dierenartsassistentietechnieken
1 Assistentie bij het klinisch onderzoek
Geen algemeen onderzoek !!
1.1 Signalement
- Ras, leeftijd, geslacht, bij paard aftekening, vacht
o Ras belangrijk om eigenaar op gemak te stellen
o Ras belangrijk voor rasspecifieke aandoeningen
- Noteren op fiche wie de patiënt is
1.2 Pre-anamnese
- Vragen stellen aan eigenaar
- Uitrekenen hoeveel tijd de dierenarts zal nodig hebben voor de patiënt
- Dikke darm diarree:
o Hard persen
o Kleine hoopjes
- Dunne darm diarree:
o Niet hard persen
o Grote hopen
1.3 Algemene indruk
1.3.1 Bewustzijnsniveau !!
- Alert (nieuwsgierig)
- Sopor (Slaperig)
- Stupor (sterke prikkel → wakker)
- Coma (sterke prikkel → niet wakker)
1.3.2 Gedrag
- Gespannen
- Overmatig krabben
1.3.3 Houding en gang
- Lopend
- Liggend/zittend
o Sternaal
o Laterale decubitus (op zijn zij) → indien vocht in de borst willen ze
dit niet)
- Onevenwichtig belasten van ledematen
1
,1.3.4 Lichaamsbouw
- Rasafhankelijk
o Basset:
▪ Zakt sowieso door poten
▪ Poten scheef
1.3.5 Voedingstoestand
- Vetzucht (obesitas) → grootste probleem
- Mager:
o Ribben zichtbaar
o Spinale uitsteeksels wervels zichtbaar
o Ogen diep weggezonken
o Derde ooglid protrusie (vet achter oog weg)
- Zeer mager = cachexie!!
1.3.6 Verzorgingstoestand
- Vacht
- Nagels
- Oren
- Tanden
1.3.7 In het oog springende afwijkingen
- Oor hematoom
- Open wonden
- Mamatumoren
1.4 Algemeen onderzoek
1.4.1 Ademhaling
- Zuurstofvoorziening
- Thermoregulatie
- Beoordelen:
o Diepte
▪ Dyspnee (bemoeilijkt ademhalen) !!
▪ Stridor nasalis (geluid uit neus) !!
▪ Trachea prolaps
▪ Reverse sneezing (verkramping keel) → niet echt last van
o Type
▪ Costo-abdominale = normaal !! (costo = ribben, abdominale
= uitademen met buikspieren (diafragma))
2
, o RAO = recurrent airway obstruction
1.4.1.1 Pendelende ademhaling !! (hernia diafragmatica)
- Gescheurd diafragma
1.4.1.2 Diafragmatisch ademen
- Intercostaalspieren verlamd door hernia → inademen door diafragma
naar achter te plaatsen (thorax niet meer verbreden)
1.4.1.3 Frequentie
- Hond (10 – 30/min), kat (10 – 30/min), paard (8 – 14/min) en rund (15 –
35/min) kennen
- Traag ademen = bradypnee
- Te snel = Tachypnee
1.4.2 Pols
- Arteria femuralis
- Rechtstreeks aan het hart
- Paard: arteria facialis, digitalis communis, arteria metatarsea dorsalis
1.4.2.1 Ritme !!:
o Respiratoire aritmie → regelmatig onregelmatig
▪ Inademen frequentie omhoog
▪ Uitademen naar beneden
- Pulsus paradoxus (pols varieert met ademhaling)
- Hond (60-120/min), kat (120-180/min), paard, rund
1.4.2.2 Amplitude
- Amplitude (zoals hartslag in pijnlijke vinger):
o De grootte van de polsgolf
o Krachtige pols – zwakke pols
- Geringe perifere weerstand
o Sterke pulsatie van de arterie
o Bij angst, koorts, anemie
- Soms moeilijk te beoordelen bij obesitas
1.4.2.3 Beïnvloeding
- Leeftijd
- Conditie
- Drachtig
- Omgevingstemperatuur
3
, - Ras
- Stress
- Pijn
1.4.3 Temperatuur
- Normaal:
o Hond (38-38,5)
o Kat (38,5-38,7)
o Paard (37-38,3) jonger = warmer
o Rund (38-39)
- Best zo snel mogelijk afnemen (na ademhaling en hartslag)
1.4.3.1 Warmteproductie
- Door stofwisseling
- Bij spieractiviteit
o Inspanning
o Rillen
- Verhoging metabole activiteit, oa schildklierhormoon
1.4.3.2 Afkoelen
- Hijgen
- Geen koud water (vasoconstructie)
1.4.3.3 Regulatie
- Thermoregulatie door hypothalamus
- Hyperthermie: kan niet meer afkoelen, maar weet wel dat het te warm is
- Koorts: hypothalamus zegt dat het warmer moet worden
(ontstekingsremmer → Niet-Steroidale Anti-Inflamatoire Drug)
1.4.3.4 Uitvoering
- Rectaal
- Kat:
o best flexibele thermometer
o Plooi 1 cm in anus → eig 2 cm diep gaan
1.4.4 Slijmvliezen
1.4.4.1 Beoordelen
- Kleur
- Capillaire vullingstijd
- Vochtigheid
- Laesies
4
1 Assistentie bij het klinisch onderzoek
Geen algemeen onderzoek !!
1.1 Signalement
- Ras, leeftijd, geslacht, bij paard aftekening, vacht
o Ras belangrijk om eigenaar op gemak te stellen
o Ras belangrijk voor rasspecifieke aandoeningen
- Noteren op fiche wie de patiënt is
1.2 Pre-anamnese
- Vragen stellen aan eigenaar
- Uitrekenen hoeveel tijd de dierenarts zal nodig hebben voor de patiënt
- Dikke darm diarree:
o Hard persen
o Kleine hoopjes
- Dunne darm diarree:
o Niet hard persen
o Grote hopen
1.3 Algemene indruk
1.3.1 Bewustzijnsniveau !!
- Alert (nieuwsgierig)
- Sopor (Slaperig)
- Stupor (sterke prikkel → wakker)
- Coma (sterke prikkel → niet wakker)
1.3.2 Gedrag
- Gespannen
- Overmatig krabben
1.3.3 Houding en gang
- Lopend
- Liggend/zittend
o Sternaal
o Laterale decubitus (op zijn zij) → indien vocht in de borst willen ze
dit niet)
- Onevenwichtig belasten van ledematen
1
,1.3.4 Lichaamsbouw
- Rasafhankelijk
o Basset:
▪ Zakt sowieso door poten
▪ Poten scheef
1.3.5 Voedingstoestand
- Vetzucht (obesitas) → grootste probleem
- Mager:
o Ribben zichtbaar
o Spinale uitsteeksels wervels zichtbaar
o Ogen diep weggezonken
o Derde ooglid protrusie (vet achter oog weg)
- Zeer mager = cachexie!!
1.3.6 Verzorgingstoestand
- Vacht
- Nagels
- Oren
- Tanden
1.3.7 In het oog springende afwijkingen
- Oor hematoom
- Open wonden
- Mamatumoren
1.4 Algemeen onderzoek
1.4.1 Ademhaling
- Zuurstofvoorziening
- Thermoregulatie
- Beoordelen:
o Diepte
▪ Dyspnee (bemoeilijkt ademhalen) !!
▪ Stridor nasalis (geluid uit neus) !!
▪ Trachea prolaps
▪ Reverse sneezing (verkramping keel) → niet echt last van
o Type
▪ Costo-abdominale = normaal !! (costo = ribben, abdominale
= uitademen met buikspieren (diafragma))
2
, o RAO = recurrent airway obstruction
1.4.1.1 Pendelende ademhaling !! (hernia diafragmatica)
- Gescheurd diafragma
1.4.1.2 Diafragmatisch ademen
- Intercostaalspieren verlamd door hernia → inademen door diafragma
naar achter te plaatsen (thorax niet meer verbreden)
1.4.1.3 Frequentie
- Hond (10 – 30/min), kat (10 – 30/min), paard (8 – 14/min) en rund (15 –
35/min) kennen
- Traag ademen = bradypnee
- Te snel = Tachypnee
1.4.2 Pols
- Arteria femuralis
- Rechtstreeks aan het hart
- Paard: arteria facialis, digitalis communis, arteria metatarsea dorsalis
1.4.2.1 Ritme !!:
o Respiratoire aritmie → regelmatig onregelmatig
▪ Inademen frequentie omhoog
▪ Uitademen naar beneden
- Pulsus paradoxus (pols varieert met ademhaling)
- Hond (60-120/min), kat (120-180/min), paard, rund
1.4.2.2 Amplitude
- Amplitude (zoals hartslag in pijnlijke vinger):
o De grootte van de polsgolf
o Krachtige pols – zwakke pols
- Geringe perifere weerstand
o Sterke pulsatie van de arterie
o Bij angst, koorts, anemie
- Soms moeilijk te beoordelen bij obesitas
1.4.2.3 Beïnvloeding
- Leeftijd
- Conditie
- Drachtig
- Omgevingstemperatuur
3
, - Ras
- Stress
- Pijn
1.4.3 Temperatuur
- Normaal:
o Hond (38-38,5)
o Kat (38,5-38,7)
o Paard (37-38,3) jonger = warmer
o Rund (38-39)
- Best zo snel mogelijk afnemen (na ademhaling en hartslag)
1.4.3.1 Warmteproductie
- Door stofwisseling
- Bij spieractiviteit
o Inspanning
o Rillen
- Verhoging metabole activiteit, oa schildklierhormoon
1.4.3.2 Afkoelen
- Hijgen
- Geen koud water (vasoconstructie)
1.4.3.3 Regulatie
- Thermoregulatie door hypothalamus
- Hyperthermie: kan niet meer afkoelen, maar weet wel dat het te warm is
- Koorts: hypothalamus zegt dat het warmer moet worden
(ontstekingsremmer → Niet-Steroidale Anti-Inflamatoire Drug)
1.4.3.4 Uitvoering
- Rectaal
- Kat:
o best flexibele thermometer
o Plooi 1 cm in anus → eig 2 cm diep gaan
1.4.4 Slijmvliezen
1.4.4.1 Beoordelen
- Kleur
- Capillaire vullingstijd
- Vochtigheid
- Laesies
4