Verplicht: de slides (worden gebruikt om de examenvragen op te stellen, uit haar boek gaat ze
zo geen specifieke/detail vragen stellen), extra materiaal op canvas zoals video’s, 2 extra
artikelen over exposure
Les 1: Introductie gedragstherapie
1.1 Historisch perspectief
1.1.1 1ste Wave CBT
Gedragstherapie situeert zich als een reactie tegen de psychoanalyse (1910-1920) die op
dat moment nogal heersend was.
Psychologie bestond enkel uit psychoanalyse en de psychodynamische stromingen .
Gedrag als centraal aangrijpingspunt binnen therapie :
o Bv Watson vond dat we dat onbewuste niet wetenschappelijk in kaart kunnen
brengen. Het enige wat we echt kunnen observeren gedrag is. Want zelfs
gedachten of gevoelens kunnen we niet observeren( je kan er wel naar gissen),
gedrag wel.
Hieruit kwam de eerste wave CBT, puur behaviorisme; enkel gedrag observeren.
Gedachten, gevoelens en het onbewuste daar gaan we niet mee bezig zijn. Dus men
ging emotionele responsen proberen te wijzigen door ofwel de omgeving te
manipuleren: Bv: stimuli gaan toevoegen of wegnemen, ofwel mensen te gaan
desensitiseren (dus ‘ongevoelig’ maken voor hun angststimuli door ze eraan te
exposeren/visualiseren. Door dit regelmatig te doen krijg je gewenning en gaat hun
emotionele respons zakken). wijzigingen gedrag door operante procedures.
1.1.2 2de Wave CBT
Initieel ging het enkel over die gedragsrepsons die je anders moest uitvoeren (door bv
operante procedures: straffen/belonen) en daardoor ging de emotionele respons
zakken, maar dat bleek niet houdbaar te zijn tot er jaren later (1950-1960) de 2de wave
kwam van CBT.
2de wave CBT = we kunnen gedrag niet los zien van interne ervaringen zoals
gevoelens of interpretaties/gedachten. Zonder dit is gedrag betekenisloos.
Ellis/Beck: inclusie ‘internal experiences: thoughts, feelings, wishes, daydreams and
attitudes’. De interne ervaringen. Men ging inzoomen op cognities, interpretaties:
Waarom heeft die schrik? Waarom gedraagt die zich zo? … (ter zake: de
OCD/dwang/rituelen die mensen uitvoeren, dat komt omdat die personen een
bedreigende interpretatie hebben van neutrale situatie. In therapie proberen we
dus die bedreigende interpretatie te wijzigen en niet zozeer de situatie).
De integratie van cognitieve therapie en gedragstherapie werkt het beste.
(Cognitieve therapie —> automatische gedachten, gevolgtrekkingen en assumpties).
1.1.3 3de Wave CBT
, Eind jaren 90, begin 2000
Omgaan met gedachten/gevoelens i.p.v. van ze te wijzigen. Altijd streven naar je goed
voelen is niet realistisch
Segal, Williams, Teasdale, Kabat-Zinn: mindfulness en mindfullness-based cognitive
therapy
Hayes: acceptatie- en commitmenttherapie: (ACT) hij zegt dat we geen
gedachten/gevoelens moeten wijzigen (wat de cognitieve therapie wel zegt;
gedachten wijzigen), maar je moet er me leren omgaan. Bv: Als je die klink
aanraakt, zal je niet ziek worden, maar: als je die klink aanraakt, dan moet je
aanvaarden dat je angstig zal zijn en bedreigende gedachten zult hebben. Dit is
een voorbeeld van de acceptance & commitment therapy.
o Er is veel meer nadruk op ervaring, het ervaringsgerichte, die gevoelens.
1.1.4 4de Wave CBT
NU: focus op verstoorde informatie verwerkingsprocessen. We geven te veel
aandacht aan hetgene waar we bang voor zijn. Bv: in elke hoek checken voor spinnen,
we zijn al angstig voordat we de spinnen gezien hebben.
Training van aandacht, interpretatie en geheugen aanvullend op standaard CBT
,Wat is gedragstherapie?
Het is een proces waarbij de psycholoog samen met de client actief, en op transparante wijze,
therapeutische technieken en methoden toepast om de zich aandienende klachten duurzaam en
relevant te reduceren.
De geselecteerde therapeutische technieken en methoden dienen empirisch ondersteund te zijn,
waarbij deze gestoeld zijn in de wetenschap van de (klinische) psychologie en effectief zijn gebleken.
Kenmerken voor gedragstherapie:
ACTIEVE therapievorm: we gaan werken aan doelen, het is een veranderingsgerichte
therapie vorm. Client en therapeut gaan SAMEN proberen dingen aan te pakken en die
klachten gaan verminderen.
Therapeut is TRANSPARANT: we zeggen eerlijk wat we denken, wat we denken dat het beste is
voor de cliënt, wat we gaan doen… zodat die goed weet waarmee we bezig zijn.
Gebaseerd op WETENSCHAP: we willen klachten op een duurzame (langdurige) manier en met
evidence based interventies behandelen
Nood aan handvaten
Gedragstherapie is gebaseerd op het leer theoretische kader, waarbij de basisaanname
is: al het gedrag is aangeleerd. Bv: veters strikken dat heb je ooit geleerd, sociaal gedrag:
hoe gedraag je u bij vrienden? Dat moeten niet altijd instructies geweest zijn, het kan ook
dat je het hebt geleerd door het te observeren.
Zelfs complexe gedragspatronen hebben we ergens aangeleerd
o Door trial and error, door observatie, studiemethode,..
Zelfs vermijdingsgedrag is aangeleerd
o Soms door eigen ondervinding. Bv: als ik veel naar de kelder ga, kom ik sneller
spinnen tegen leer ik dat ik uit de kelder blijf want dan zakt mijn angst.
o Door modelling (bv je mama heeft schrik van spinnen dus jij ook)
Het is aan de therapeut om uit te vogelen: HOE hebben ze dat geleerd? Hoe kwam dat tot
stand? Hoe kunnen we hen andere dingen aanleren?
Alle gedrag is aangeleerd
Gedrag: is een zinvolle reactie op een betekenisvolle situatie. Dus gedrag is zinvol, maar je gaat
pas begrijpen waarom het zinvol is als je de betekenis achterhaalt van de situatie.
o Bv: stel je voor dat je ‘s nachts in bed ligt (je bent alleen thuis), je schiet wakker en hoort
lawaai. Wat is het eerste dat je denkt? Er is een inbreker. Wat voel je dan? Angst,
stress. Wat ga je doen? Gaan kijken. Hoe snel zal het duren eer je terug slaapt? Dat
, duurt wel effe. Het kan ook zo zijn dat je een lawaai hoort; jouw parket kraakt, maar je
weet dat die vloer vanzelf wel kan uitzetten soms, dan zal je blijven liggen en snel terug in
slaap vallen. De situatie is hier ambigu: ofwel is er een inbreker in je huis en daardoor
kraakt de parket, ofwel is het de parket zelf die gewoon uitzet. Wat je voelt en doet
hangt af van de interpretatie van de situatie, dat is het belang van cognities.
o Bv: Smetvreesrituelen zijn zinvol, maar je gaat pas begrijpen waarom het zinvol is als je de
betekenis achterhaalt van de situatie.
Wat je voelt en doet hangt af van de interpretatie van de situatie, dat is het belang van cognities
o gedrag is meestal zinvol (er bestaat niet zoiets als irrationeel gedrag) maar dat gedrag
kan wel voorkomen uit een irrationele COGNITIE en dus raar kan lijken in een situatie die
ook een andere betekenis kan hebben.
Kenmerken van gedragstherapie
1. Gedrag is centrale aangrijpingspunt voor behandeling
2. Gedragstherapeuten zijn directief (e.g. aanpak houdt in dat aanwijzingen en adviezen (expliciet)
aan de cliënt worden gegeven.)
3. Gedragstherapie is doorgaans kortdurend (e.g. 1-16 sessies)
4. Interventies zijn evidence-based: nauwe samenhang met empirisch onderzoek
1. Gedrag is het centrale aangrijpingspunt voor behandeling
Klachten komen voort uit problematische gedragspatronen. Bv: vermijding of te kort aan
sociaal gedrag.
Hier zien we gedragstherapie hetzelfde als cognitieve gedragstherapie, we gaan ervan uit
dat beiden bezig zijn met die samenhang tussen denken, voelen en doen. (UCS/UCR)
In de latere jaren hebben je dat toenemende belang van het experiëntiele luik, de
experiëntiele cognitieve gedragstherapie. Hier heb je de invloed van ACT, mindfulness &
DGT. Het gaat hier over het gevoel en ervaring van gedrag. Er is verandering van attitude
ten aanzien van gedachten, gevoelens en gedrag
o focus op gevoel en ervaring ipv van louter (observeerbaar) gedrag
o EXPERIËNTIËLE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE
2. Gedragstherapeuten zijn directief (aanwijzingen & adviezen worden (expliciet) aan de client
gegeven)
Gedragstherapie heeft een sterk didactisch aspect: we moeten gewenst gedrag
modelleren of nieuwe vaardigheden aanleren. Maar binnen de gedragstherapie moet je
alle gespreksvaardigheden kunnen op dit continuüm. Natuurlijk gaan we ook luisteren;
actief luisteren, parafraseren, reflecteren… ook geven we instructies waar mensen hun
aandacht moeten zetten of weghalen. Dus gedragstherapie gaat echt van non directief tot
directief. Je moet tussen beiden een goede balans hebben.