Bepalen van vertelsituatie
1. Bepaal het perspectief
2. Bepaal op basis daarvan de verteller of vertelinstantie
3. Verfijn eventueel de alwetende vertelinstantie
De consequenties
Roman
Verhalend proza, maar omvangrijker en complexer dan kortverhaal of novelle
Fictie
Naam van uitgever schept verwachtingen
Titel
Diepere betekenis
Moet later in het boek blijken waar hij voor staat
Openingszin
Programmatisch
Toont aan wat nog komen zal
“Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween stond de zon
laag en de maan hoog aan de hemel.
Hoe kan je uit je eigen leven verdwijnen?
Hoe verder je leest, hoe meer nieuwe vragen er oprijzen.
Motief
Terugkerend verhaalelement
Draagt bij aan het thema
P7-8: ijs, koud, menselijk lichaam, terugblikken, ruwe huid
Komen veel terug: heden/ verleden, weersomstandigheden, lichaam, geluidloosheid,
verliefdheid
Verliefdheid: eigenlijk niet aanwezig, verteller gooit dit ertussen, weer en lichaam hebben
invloed
Droom vs. werkelijkheid
Vast/ vloeibaar
Hard/ zacht
Ritueel als performance
Verdwijning
ben je er nog als je niet gezien wordt?
Walvissen en vissen
, Bestaansbevestiging
Zoektocht identiteit
Thema
Achterliggend idee waar het eigenlijk ober gaat
Proloog
Inleiding
Voorwoord/ voorspel
Vreemde dubbele functie
Tijd
Verhaal gaat van heden naar verleden
Raffung = versnelling
Dehnung = vertraging
Verteltijd = leestijd
Vertelde tijd = tijd die verstrijkt in het verhaal
Verhaallijn
Samenhangende reeks gebeurtenissen
Wordt opgebouwd
Spanning en spanningsboog
Weg van vraag naar antwoord
Vragen komen naar voren bij close reading
Structuur
Omwerking van fabel tot sujet
Ontwikkeling van verhaallijnen
Keuze vertelsituatie: perspectief en verteller
Raamvertelling
Vertelsituatie
Deel 1999
Grotendeels Minnies moeder (=interne focalisator)
Er lijkt een stuk van Minnie doorheen te komen
‘Het had Minnies moeder even gekost, maar uiteindelijk had ze er een min of meer
consistent verhaal van weten te maken (dat later nog zou worden aangevuld met bijzonder
nauwkeurige details uit therapieverslagen en bandopnamen), en min of meer als volgt kon
worden samengevat.’ (p. 255)
Deel 2012
1. Bepaal het perspectief
2. Bepaal op basis daarvan de verteller of vertelinstantie
3. Verfijn eventueel de alwetende vertelinstantie
De consequenties
Roman
Verhalend proza, maar omvangrijker en complexer dan kortverhaal of novelle
Fictie
Naam van uitgever schept verwachtingen
Titel
Diepere betekenis
Moet later in het boek blijken waar hij voor staat
Openingszin
Programmatisch
Toont aan wat nog komen zal
“Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween stond de zon
laag en de maan hoog aan de hemel.
Hoe kan je uit je eigen leven verdwijnen?
Hoe verder je leest, hoe meer nieuwe vragen er oprijzen.
Motief
Terugkerend verhaalelement
Draagt bij aan het thema
P7-8: ijs, koud, menselijk lichaam, terugblikken, ruwe huid
Komen veel terug: heden/ verleden, weersomstandigheden, lichaam, geluidloosheid,
verliefdheid
Verliefdheid: eigenlijk niet aanwezig, verteller gooit dit ertussen, weer en lichaam hebben
invloed
Droom vs. werkelijkheid
Vast/ vloeibaar
Hard/ zacht
Ritueel als performance
Verdwijning
ben je er nog als je niet gezien wordt?
Walvissen en vissen
, Bestaansbevestiging
Zoektocht identiteit
Thema
Achterliggend idee waar het eigenlijk ober gaat
Proloog
Inleiding
Voorwoord/ voorspel
Vreemde dubbele functie
Tijd
Verhaal gaat van heden naar verleden
Raffung = versnelling
Dehnung = vertraging
Verteltijd = leestijd
Vertelde tijd = tijd die verstrijkt in het verhaal
Verhaallijn
Samenhangende reeks gebeurtenissen
Wordt opgebouwd
Spanning en spanningsboog
Weg van vraag naar antwoord
Vragen komen naar voren bij close reading
Structuur
Omwerking van fabel tot sujet
Ontwikkeling van verhaallijnen
Keuze vertelsituatie: perspectief en verteller
Raamvertelling
Vertelsituatie
Deel 1999
Grotendeels Minnies moeder (=interne focalisator)
Er lijkt een stuk van Minnie doorheen te komen
‘Het had Minnies moeder even gekost, maar uiteindelijk had ze er een min of meer
consistent verhaal van weten te maken (dat later nog zou worden aangevuld met bijzonder
nauwkeurige details uit therapieverslagen en bandopnamen), en min of meer als volgt kon
worden samengevat.’ (p. 255)
Deel 2012