Onderste lidmaat
Heupfracturen
INLEIDING Meest voorkomende
In 2 specifieke P populaties: oudere (laag-energetisch) en jongere (hoog-energetisch)
Ongunstige prognose:
- 20-25% vd P >70jaar sterven binnen 1 jaar
- 20% keren niet meer terug nr oorspronkelijke verblijfplaats
DIAGNOSE Klinisch:
- Pijn in liesstreek en/of oh niveau vd grote trochanter
- Refereerde pijn in knie
- Verkorting en exorotatie vh aangedane lidmaat
- Pijn bij mobilisatie
- Steunname niet meer mogelijk
Radiologisch:
- Rx -> ontbreking lijn van Shenton
- CT-scan bij complexe fracturen
CLASSIFICATIE *
BEHANDELING Zo snel mogelijk behandelen
Geen operatie bij ouderen = complicaties => dood
Onderscheid maken tss biologisch jongere en oudere P
- Factoren die invloed hebben: > 65j, chronisch alcoholgebruik, diabetes, slechte cardiovasculaire toestand,
beperkte levensverwachting wegens maligniteit en cerebraal lijden
Onderscheid maken in activiteitsniveau vd P
- Actieve zelfstandige: verplaatsen zich zelfstandig, alleenwonend en komen nog zelfstandig buiten
- Niet-actieve: bedlegerig of rolstoelgebonden, enkel transfers stoel-bed met hulp van anderen en komen niet
meer buiten
Chirurgisch:
Stabiele instracapsulaire fracturen: fixatie dmv 3 spongiosaschroeven
Onstabiele intracapsulaire fracturen:
- Biologisch jongere P: osteosynthese dmv dynamische heupschroef (omdat heup nog lang moet meegaan)
1
, - Biologisch oudere P (kans op AVN is groter bij osteosynthese)
Actieve zelfstandige: totale heupprothese (dus kom en kop vervangen)
+: minder pijnklachten ; -: risico op luxaties
Niet-actieve: bipolaire heupprothese (alleen kop vervangen)
+: minder risico op luxatie ; -: niet geschikt vr actieve mensen (kop veroorzaakt slijtage => pijn)
Stabiele extracapsulaire fracturen: interne fixatie -> DHS is gouden standaard
- + : aanhechtingsplaats heupexoratoren blijft intact
Onstabiele extracapsulaire fracturen: interne fixatie -> intramedullaire nagel (stabieliteit)
- - : ingebracht op aanhechtingsplaats van heupexorotatoren, duurder en iritatie
NABEHANDELING Meteen mobiliseren en steunen postoperatief
Uitzondering: P die vr een intracapsulaire fractuur behandeld werden met 3 schroeven
- Postoperatief meteen mobiliseren
- 6 weken postoperatief slechts plantair contact
*classificatie:
Onderscheid gebaseerd od vascularisatie vh heupgewricht:
- Intracapsulaire of femurhalsfracturen
- Extracapsulaire of pertrochantere
2
Heupfracturen
INLEIDING Meest voorkomende
In 2 specifieke P populaties: oudere (laag-energetisch) en jongere (hoog-energetisch)
Ongunstige prognose:
- 20-25% vd P >70jaar sterven binnen 1 jaar
- 20% keren niet meer terug nr oorspronkelijke verblijfplaats
DIAGNOSE Klinisch:
- Pijn in liesstreek en/of oh niveau vd grote trochanter
- Refereerde pijn in knie
- Verkorting en exorotatie vh aangedane lidmaat
- Pijn bij mobilisatie
- Steunname niet meer mogelijk
Radiologisch:
- Rx -> ontbreking lijn van Shenton
- CT-scan bij complexe fracturen
CLASSIFICATIE *
BEHANDELING Zo snel mogelijk behandelen
Geen operatie bij ouderen = complicaties => dood
Onderscheid maken tss biologisch jongere en oudere P
- Factoren die invloed hebben: > 65j, chronisch alcoholgebruik, diabetes, slechte cardiovasculaire toestand,
beperkte levensverwachting wegens maligniteit en cerebraal lijden
Onderscheid maken in activiteitsniveau vd P
- Actieve zelfstandige: verplaatsen zich zelfstandig, alleenwonend en komen nog zelfstandig buiten
- Niet-actieve: bedlegerig of rolstoelgebonden, enkel transfers stoel-bed met hulp van anderen en komen niet
meer buiten
Chirurgisch:
Stabiele instracapsulaire fracturen: fixatie dmv 3 spongiosaschroeven
Onstabiele intracapsulaire fracturen:
- Biologisch jongere P: osteosynthese dmv dynamische heupschroef (omdat heup nog lang moet meegaan)
1
, - Biologisch oudere P (kans op AVN is groter bij osteosynthese)
Actieve zelfstandige: totale heupprothese (dus kom en kop vervangen)
+: minder pijnklachten ; -: risico op luxaties
Niet-actieve: bipolaire heupprothese (alleen kop vervangen)
+: minder risico op luxatie ; -: niet geschikt vr actieve mensen (kop veroorzaakt slijtage => pijn)
Stabiele extracapsulaire fracturen: interne fixatie -> DHS is gouden standaard
- + : aanhechtingsplaats heupexoratoren blijft intact
Onstabiele extracapsulaire fracturen: interne fixatie -> intramedullaire nagel (stabieliteit)
- - : ingebracht op aanhechtingsplaats van heupexorotatoren, duurder en iritatie
NABEHANDELING Meteen mobiliseren en steunen postoperatief
Uitzondering: P die vr een intracapsulaire fractuur behandeld werden met 3 schroeven
- Postoperatief meteen mobiliseren
- 6 weken postoperatief slechts plantair contact
*classificatie:
Onderscheid gebaseerd od vascularisatie vh heupgewricht:
- Intracapsulaire of femurhalsfracturen
- Extracapsulaire of pertrochantere
2