BEENWEEFSEL
FUNCTIES
- Hefboomwerking : spieraanhechting + gewrichten -> hefbomen ->
bewegingen
- Spieraanhechting : deze en vorige heeft aanleiding tot ontstaan botten
gegeven
- Structuur
- Bescherming : meeste vitale organen in ribbenkas
- Ondersteuning
- Werktuig/wapen
- mergholte: bloedvorming ( hematopoëse) : eigenlijk geen functie maar
het orgaan zit in het beenmerg. Bij vissen en amfibieën zit dit niet in het
been.
- opslag
o Calcium : structurele bestanddelen + intracellulaire
communicatie. Beenweefsel is een opslagplaats vr calcium.
parathormoon: verhoogt Ca-gehalte in serum
calcitonine: verlaagt Ca-gehalte in serum
o Fosfaat
Smart material : been is een smart materiaal bij uitstek. Het
lijkt een hard constant iets. Maar het w continu hervormd, om
de 10 jaar heb je een volledig ander, heel dynamisch weefsel
- Materialen die grote veranderingen in vorm kunnen ondergaan
door extreme invloeden
- Materialen die zichzelf in stand houden
- Invloeden -> belasting, temperatuur, vochtigheid,…
Niet van buiten kennen , principe wel belangrijk:
Vitamine D : grootste bron v vitamine D is de zon ( niet via
voeding).
Been gaat eigenlijk reageren op de impact die het krijgt, als we het veel gebruiken zal het been sterker, compacter
worden. Als je kijkt naar de binnenkant, aan de uiteinden heb je spongeus been maar dit is niet kriskras door
elkaar, de lijnen komen overeen met de druklijnen die het been krijgt tijdens bepaalde bewegingen. Heel
belangrijk want we zijn meer en meer sedimentaire wezens ah worden -> bewegen minder -> minder been
verloren -> w minder been aangemaakt : beweging erg belangrijk, Dan maak je been aan -> voor oudere mensen
vooral belangrijk om te bewegen, ze beginnen been te verliezen en zo krijg je makkelijker beenbreuken. ( Hoe
ouder je wordt, hoe minder been je zal aan maken). Bij een volwassene van 30/40 jaar: 10% per jaar w vervangen
naarmate je ouder w gaat het naar een “5%” : botreductie :1 a 1,5 botmassa dat ze verliezen per jaar.
Bij orthodont =: constante druk op tand -> zorg je voor afbraak been -> remodulatie.
, BASISSTRUCTUUR VAN BEENDEREN
BASISTRUCTUUR VAN DE LANGE BEENDEREN
Typisch lang been: we zien een buitenste deel = het compact deel. Daarbinnen een
holte met spongieus been. In alle lege ruimtes krijgen we beenmerg.
Waarom is been hol? Als je met een bepaalde hoeveelheid materiaal een stevige
buisvormige structuur wil maken, maak je beter een holle structuur -> grotere diameter.
- Compact been
- Spongieus been (trabeculair)
- Periost, Endost
Belangrijk om te weten dat het levend weefsel is, vol bloedvaten. Je hebt een endost :
langs de binnenkant; een laag met cellen die het been voedt. Het periost zit er buiten met
soms een fibreuze laag soms rond.
metafyse : overgang epifyse -> diafyse. Dit is plaats waar groeischrijf zat.
Grotere bloedvaten die in het been komen, a. nutricia via het f. nutricium. En zo w het bot
zowel langs buiten als langs binnen voorzien van bloedvaten.
BEENMERG
- rode beenmerg: hier gebeurt de vorming van nieuwe bloedcellen. De witte bolletjes = vetcellen, witte
beenmerg. Naarmate we ouder w zien we dat het rode beenmerg meer en meer w omgezet naar wit
beenmerg. De grote zwarte pijl = een beentrabekel ( vanboven ook).
o hematopoëtische cellen
o reticulair BW
- witte beenmerg:
o witte adipocyten
BASISSTRUCTUUR BEENWEEFSEL
EXTRA-CELLULAIRE COMPONENTEN (MATRIX)
- anorganische component (2/3)
o hydroxy-apatietkristallen ( combinatie v calcium, fosfaat) :
voornaamste element dat voorkomt, geeft been zijn sterkte en voor de
opslag van die componenten.
o bicarbonaat, citraat, Mg, K
o stevigheid
- ionen-uitwisseling
- organische component (1/3) = osseine
o collageen type-I (95%)
→Trekkracht
FUNCTIES
- Hefboomwerking : spieraanhechting + gewrichten -> hefbomen ->
bewegingen
- Spieraanhechting : deze en vorige heeft aanleiding tot ontstaan botten
gegeven
- Structuur
- Bescherming : meeste vitale organen in ribbenkas
- Ondersteuning
- Werktuig/wapen
- mergholte: bloedvorming ( hematopoëse) : eigenlijk geen functie maar
het orgaan zit in het beenmerg. Bij vissen en amfibieën zit dit niet in het
been.
- opslag
o Calcium : structurele bestanddelen + intracellulaire
communicatie. Beenweefsel is een opslagplaats vr calcium.
parathormoon: verhoogt Ca-gehalte in serum
calcitonine: verlaagt Ca-gehalte in serum
o Fosfaat
Smart material : been is een smart materiaal bij uitstek. Het
lijkt een hard constant iets. Maar het w continu hervormd, om
de 10 jaar heb je een volledig ander, heel dynamisch weefsel
- Materialen die grote veranderingen in vorm kunnen ondergaan
door extreme invloeden
- Materialen die zichzelf in stand houden
- Invloeden -> belasting, temperatuur, vochtigheid,…
Niet van buiten kennen , principe wel belangrijk:
Vitamine D : grootste bron v vitamine D is de zon ( niet via
voeding).
Been gaat eigenlijk reageren op de impact die het krijgt, als we het veel gebruiken zal het been sterker, compacter
worden. Als je kijkt naar de binnenkant, aan de uiteinden heb je spongeus been maar dit is niet kriskras door
elkaar, de lijnen komen overeen met de druklijnen die het been krijgt tijdens bepaalde bewegingen. Heel
belangrijk want we zijn meer en meer sedimentaire wezens ah worden -> bewegen minder -> minder been
verloren -> w minder been aangemaakt : beweging erg belangrijk, Dan maak je been aan -> voor oudere mensen
vooral belangrijk om te bewegen, ze beginnen been te verliezen en zo krijg je makkelijker beenbreuken. ( Hoe
ouder je wordt, hoe minder been je zal aan maken). Bij een volwassene van 30/40 jaar: 10% per jaar w vervangen
naarmate je ouder w gaat het naar een “5%” : botreductie :1 a 1,5 botmassa dat ze verliezen per jaar.
Bij orthodont =: constante druk op tand -> zorg je voor afbraak been -> remodulatie.
, BASISSTRUCTUUR VAN BEENDEREN
BASISTRUCTUUR VAN DE LANGE BEENDEREN
Typisch lang been: we zien een buitenste deel = het compact deel. Daarbinnen een
holte met spongieus been. In alle lege ruimtes krijgen we beenmerg.
Waarom is been hol? Als je met een bepaalde hoeveelheid materiaal een stevige
buisvormige structuur wil maken, maak je beter een holle structuur -> grotere diameter.
- Compact been
- Spongieus been (trabeculair)
- Periost, Endost
Belangrijk om te weten dat het levend weefsel is, vol bloedvaten. Je hebt een endost :
langs de binnenkant; een laag met cellen die het been voedt. Het periost zit er buiten met
soms een fibreuze laag soms rond.
metafyse : overgang epifyse -> diafyse. Dit is plaats waar groeischrijf zat.
Grotere bloedvaten die in het been komen, a. nutricia via het f. nutricium. En zo w het bot
zowel langs buiten als langs binnen voorzien van bloedvaten.
BEENMERG
- rode beenmerg: hier gebeurt de vorming van nieuwe bloedcellen. De witte bolletjes = vetcellen, witte
beenmerg. Naarmate we ouder w zien we dat het rode beenmerg meer en meer w omgezet naar wit
beenmerg. De grote zwarte pijl = een beentrabekel ( vanboven ook).
o hematopoëtische cellen
o reticulair BW
- witte beenmerg:
o witte adipocyten
BASISSTRUCTUUR BEENWEEFSEL
EXTRA-CELLULAIRE COMPONENTEN (MATRIX)
- anorganische component (2/3)
o hydroxy-apatietkristallen ( combinatie v calcium, fosfaat) :
voornaamste element dat voorkomt, geeft been zijn sterkte en voor de
opslag van die componenten.
o bicarbonaat, citraat, Mg, K
o stevigheid
- ionen-uitwisseling
- organische component (1/3) = osseine
o collageen type-I (95%)
→Trekkracht