Integraal sociaal werk
Hoofdstuk 5: generalistisch sociaal werk
1. Generalistisch werken: één van de krachtlijnen
sociaal werkconferentie (2018) → vijf krachtlijnen van sterk
sociaal werk (het DNA van sterk sociaal werk).
één van de krachtlijnen → generalistisch werken. Vraag? Moeten
we opleiden tot generalisten of specialisten?
definitie van generalistisch werken: (niet vanbuiten leren)
als sociaal werker plaats je een persoon in zijn bredere context
en heb je oog voor alle levensdomeinen. Dat maakt dat je perfect
als brugfiguur of kruispuntwerker ingezet kan worden. Door de
generalistische aanpak heb je een goed zicht op de sociale kaart,
en heb je een uitgebreid netwerk.
Iemand die op veel levensdomeinen op de hoogte, grote sociale
kaart en genoeg kennis om je door te verwijzen.
ook een mooie Nederlandse omschrijving: (niet vanbuiten)
de generalist in het sociaal werk is geen alleskunner maar heeft
vanuit zijn eigen professionaliteit wel een brede blik. Een
professional die van vele markten thuis is en die vroegtijdig en
integraal een grote verscheidenheid aan problemen kan
aanpakken.
Onze blik wordt vaak niet ver genoeg verruimd.
vereenvoudigde omschrijving van een generalist:
o heeft kennis van meerdere kennisterreinen; met alles aan
de slag kunnen. Je moet kennis hebben over alle vakken.
o richt zich integraal op het functioneren van personen op
(bijna) alle leefgebieden. Vroegtijdig ingrijpen op de
termijnen. Welke invloeden
o vb. gezin hogere sociale klassen: 2 kinderen, mevrouw
heeft een goede functie, verwacht een promotie. De dag
van de promotie wordt de promotie gemist. Er ontstaat
spanning, iets drinken, niet graag werken, nog meer
drinken en nog meer. Iedereen begint het te werken, en nog
meer drinken. Het begint te escaleren. Ze wordt ontslagen,
ruzies, scheiding. Mevrouw wordt opgenomen, mevrouw
gaat haar kinderen niet meer zien. Heel eenvoudig systeem
escaleert heel snel. We hebben een voldoende basis, om ze
te helpen op alle vlakken;
2. Een moeilijk definieerbaar begrip
de zoektocht naar een definitief niet éénvoudig (wordt ook in de
praktijk zo aangevoeld).
, MA: niet duidelijk wat ze doen, moeilijk beschrijfbaar
o Specialisatie, je rol is duidelijk afgebakend, voor ons niet
sociaal werkers → generalistische taakinvulling moeilijk te
definiëren en af te bakenen → rolvervaging → in contact met
specialisten → ontlenen hun rol aan hun specifieke expertise.
o specialisten bekwamen zich in één specifieke vorm van
hulpverlening → werken binnen een zeer specialistische
taakomschrijving en afgebakende problematiek → ontlenen
hun rol hieraan voornamelijk;
o generalist kampt met de onduidelijkheid over zijn/haar rol.
o Rekening houden met alle onderdelen, familie, financiële,
wie welke hulpverlening, je raders werken waar de andere
hun niet meer werken.
enige verwarring rond het begrip generalistisch sociaal werk:
o voor sommigen: eerder een basishouding voor elke goede
sociale werker: elke sociaal werker is een generalist
een integrale blik m.b.t. de begeleiding; iedereen kijkt
wel eens ruim
oog voor rechtenbenadering; we willen iedereen aan
hun recht laten komen
actief doorverwijzen; proberen mensen door te
verwijzen wanneer nodig
samenwerken met andere hulpverleners;
signaalfunctie naar het beleid toe;
in deze invulling kan iedereen generalistisch werken
(los van job of functie).
Iedere MA moet hier aan werken, waardoor
iedere sociale werker een generalist is
Soms hebben hulpverleners ook ruzie onderling.
Client wordt een lijdend onderwerp, ze hebben
geen afstand meer en denken niet meer ruim.
o voor anderen: specifieke taakinvulling (de generalist is ook
een specialist) → alle levensdomeinen in beeld brengen
van de cliënt → voorbeeld van een typische generalist →
straathoekwerker:
weinig mandaat om rechten uit te putten, vb. het
aanvragen van een leefloon of een activeringstraject;
geen sociaal onderzoek.
≠ handboeken + wetenschappelijke studies omtrent
generalistisch sociaal werk → grote diversiteit aan definities of
beschrijvingen → dus geen één geldende definitie. Heel veel
verschillende definities te vinden
Hoofdstuk 5: generalistisch sociaal werk
1. Generalistisch werken: één van de krachtlijnen
sociaal werkconferentie (2018) → vijf krachtlijnen van sterk
sociaal werk (het DNA van sterk sociaal werk).
één van de krachtlijnen → generalistisch werken. Vraag? Moeten
we opleiden tot generalisten of specialisten?
definitie van generalistisch werken: (niet vanbuiten leren)
als sociaal werker plaats je een persoon in zijn bredere context
en heb je oog voor alle levensdomeinen. Dat maakt dat je perfect
als brugfiguur of kruispuntwerker ingezet kan worden. Door de
generalistische aanpak heb je een goed zicht op de sociale kaart,
en heb je een uitgebreid netwerk.
Iemand die op veel levensdomeinen op de hoogte, grote sociale
kaart en genoeg kennis om je door te verwijzen.
ook een mooie Nederlandse omschrijving: (niet vanbuiten)
de generalist in het sociaal werk is geen alleskunner maar heeft
vanuit zijn eigen professionaliteit wel een brede blik. Een
professional die van vele markten thuis is en die vroegtijdig en
integraal een grote verscheidenheid aan problemen kan
aanpakken.
Onze blik wordt vaak niet ver genoeg verruimd.
vereenvoudigde omschrijving van een generalist:
o heeft kennis van meerdere kennisterreinen; met alles aan
de slag kunnen. Je moet kennis hebben over alle vakken.
o richt zich integraal op het functioneren van personen op
(bijna) alle leefgebieden. Vroegtijdig ingrijpen op de
termijnen. Welke invloeden
o vb. gezin hogere sociale klassen: 2 kinderen, mevrouw
heeft een goede functie, verwacht een promotie. De dag
van de promotie wordt de promotie gemist. Er ontstaat
spanning, iets drinken, niet graag werken, nog meer
drinken en nog meer. Iedereen begint het te werken, en nog
meer drinken. Het begint te escaleren. Ze wordt ontslagen,
ruzies, scheiding. Mevrouw wordt opgenomen, mevrouw
gaat haar kinderen niet meer zien. Heel eenvoudig systeem
escaleert heel snel. We hebben een voldoende basis, om ze
te helpen op alle vlakken;
2. Een moeilijk definieerbaar begrip
de zoektocht naar een definitief niet éénvoudig (wordt ook in de
praktijk zo aangevoeld).
, MA: niet duidelijk wat ze doen, moeilijk beschrijfbaar
o Specialisatie, je rol is duidelijk afgebakend, voor ons niet
sociaal werkers → generalistische taakinvulling moeilijk te
definiëren en af te bakenen → rolvervaging → in contact met
specialisten → ontlenen hun rol aan hun specifieke expertise.
o specialisten bekwamen zich in één specifieke vorm van
hulpverlening → werken binnen een zeer specialistische
taakomschrijving en afgebakende problematiek → ontlenen
hun rol hieraan voornamelijk;
o generalist kampt met de onduidelijkheid over zijn/haar rol.
o Rekening houden met alle onderdelen, familie, financiële,
wie welke hulpverlening, je raders werken waar de andere
hun niet meer werken.
enige verwarring rond het begrip generalistisch sociaal werk:
o voor sommigen: eerder een basishouding voor elke goede
sociale werker: elke sociaal werker is een generalist
een integrale blik m.b.t. de begeleiding; iedereen kijkt
wel eens ruim
oog voor rechtenbenadering; we willen iedereen aan
hun recht laten komen
actief doorverwijzen; proberen mensen door te
verwijzen wanneer nodig
samenwerken met andere hulpverleners;
signaalfunctie naar het beleid toe;
in deze invulling kan iedereen generalistisch werken
(los van job of functie).
Iedere MA moet hier aan werken, waardoor
iedere sociale werker een generalist is
Soms hebben hulpverleners ook ruzie onderling.
Client wordt een lijdend onderwerp, ze hebben
geen afstand meer en denken niet meer ruim.
o voor anderen: specifieke taakinvulling (de generalist is ook
een specialist) → alle levensdomeinen in beeld brengen
van de cliënt → voorbeeld van een typische generalist →
straathoekwerker:
weinig mandaat om rechten uit te putten, vb. het
aanvragen van een leefloon of een activeringstraject;
geen sociaal onderzoek.
≠ handboeken + wetenschappelijke studies omtrent
generalistisch sociaal werk → grote diversiteit aan definities of
beschrijvingen → dus geen één geldende definitie. Heel veel
verschillende definities te vinden