GwH Beroep tot vernietiging Vordering tot schorsing Prejudiciële vraag
Grondslag Art 1 e.v. BWGH: geheel of gedeeltelijk Art 19 BWGH: geheel of gedeeltelijk Art 26 e.v. BWGH
= afh van beroep tot vernietiging
Voorwerp Wet, decreet of ordonnantie Wet, decreet of ordonnantie Wet, decreet of ordonnantie
+ art 26, §1bis BWGH
De verzoekende partij Art 2 BWGH: Idem Art 142, lid 3 Gw:
- De Ministerraad Rechtscolleges : ze zijn verplicht
- Elke Gemeenschaps- of Gewestregering ! de schorsing kan enkel worden uitgesproken wanneer 5 uitzonderingen (art 26, §2, lid 1 BWGH):
- De voorzitter van de wetgevende vergadering op de verzoekende partij ernstige middelen aanvoert en zij 1. Reeds uitspraak gedaan over identiek
verzoek van 2/3 van hun leden aantoont dat zij bij de onmiddellijke uitvoering van de onderwerp (art 26, §2, lid 2, 2° BWGH)
bestreden norm het risico loopt een ernstig nadeel te
- Iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken 2. Norm klaarblijkelijk niet geschonden
ondervinden dat moeilijk te herstellen valt, of wanneer
van een belang (rechtsreeks en ongunstig geraakt) 3. Rechtscollege is onbevoegd om dat geschil
een beroep wordt uitgeoefend tegen een norm die
identiek of gelijkaardig is aan een norm die eerder door te behandelen
! men moet over rechtspersoonlijkheid beschikken ! het Hof vernietigd is en die door dezelfde wetgever is 4. Antwoord is niet noodzakelijk voor de
Uitzondering: politieke partijen en vakbonden aangenomen oplossing van het geschil
5. Vordering is spoedeisend en de uitspraak
over de vordering heeft slechts een
voorlopig karakter
Termijn van indiening Art 3, §1 BWGH: Art 21 BWGH: Geen termijn
Binnen een termijn van 6 maanden volgend op de Binnen een termijn van drie maanden na de
bekendmaking van de bestreden norm in het Belgisch bekendmaking van de norm in het Belgisch
Staatsblad Staatsblad
Art 3, §2 BWGH
Uitzondering: wettelijke norm houdende instemming met Ook voor instemmingswetten
een internationaal verdrag: termijn van zestig dagen na de
bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad
(vernieuwing van de termijn: art 4 BWGH)
Gevolgen van het 3 soorten arresten Art 25 BWGH Art 28 BWGH
arrest (niet vatbaar boor beroep!: art 116 BWGH): Arrest van schorsing is 3 maanden geldig en geldt - Vaststelling van ongrondwettigheid
- Arrest van verwerping: art 9, §2 BWGH erga omnes ➔ Norm buiten toepassing laten
- Vernietigingsarrest: art 8 BWGH ➔ Geldt NIET erga omnes, dus nieuwe
➔ Uitwerking erga omnes + norm wordt geacht nooit termijn open voor beroep: art 4, lid 2
te hebben bestaan BWGH
art 9, §1 BWGH - Vaststelling van grondwettigheid
➔ Hof heeft mogelijkheid om zijn arrest vergezeld te ➔ Norm toepassen
laten gaan van de handhaving van bepaalde
gevolgen van de vernietigde bepaling
- Interpretatievoorbehoud verzoek wordt verworpen op
voorwaarde dat de bestreden norm op een bepaalde
wijze wordt uitgelegd
Grondslag Art 1 e.v. BWGH: geheel of gedeeltelijk Art 19 BWGH: geheel of gedeeltelijk Art 26 e.v. BWGH
= afh van beroep tot vernietiging
Voorwerp Wet, decreet of ordonnantie Wet, decreet of ordonnantie Wet, decreet of ordonnantie
+ art 26, §1bis BWGH
De verzoekende partij Art 2 BWGH: Idem Art 142, lid 3 Gw:
- De Ministerraad Rechtscolleges : ze zijn verplicht
- Elke Gemeenschaps- of Gewestregering ! de schorsing kan enkel worden uitgesproken wanneer 5 uitzonderingen (art 26, §2, lid 1 BWGH):
- De voorzitter van de wetgevende vergadering op de verzoekende partij ernstige middelen aanvoert en zij 1. Reeds uitspraak gedaan over identiek
verzoek van 2/3 van hun leden aantoont dat zij bij de onmiddellijke uitvoering van de onderwerp (art 26, §2, lid 2, 2° BWGH)
bestreden norm het risico loopt een ernstig nadeel te
- Iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken 2. Norm klaarblijkelijk niet geschonden
ondervinden dat moeilijk te herstellen valt, of wanneer
van een belang (rechtsreeks en ongunstig geraakt) 3. Rechtscollege is onbevoegd om dat geschil
een beroep wordt uitgeoefend tegen een norm die
identiek of gelijkaardig is aan een norm die eerder door te behandelen
! men moet over rechtspersoonlijkheid beschikken ! het Hof vernietigd is en die door dezelfde wetgever is 4. Antwoord is niet noodzakelijk voor de
Uitzondering: politieke partijen en vakbonden aangenomen oplossing van het geschil
5. Vordering is spoedeisend en de uitspraak
over de vordering heeft slechts een
voorlopig karakter
Termijn van indiening Art 3, §1 BWGH: Art 21 BWGH: Geen termijn
Binnen een termijn van 6 maanden volgend op de Binnen een termijn van drie maanden na de
bekendmaking van de bestreden norm in het Belgisch bekendmaking van de norm in het Belgisch
Staatsblad Staatsblad
Art 3, §2 BWGH
Uitzondering: wettelijke norm houdende instemming met Ook voor instemmingswetten
een internationaal verdrag: termijn van zestig dagen na de
bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad
(vernieuwing van de termijn: art 4 BWGH)
Gevolgen van het 3 soorten arresten Art 25 BWGH Art 28 BWGH
arrest (niet vatbaar boor beroep!: art 116 BWGH): Arrest van schorsing is 3 maanden geldig en geldt - Vaststelling van ongrondwettigheid
- Arrest van verwerping: art 9, §2 BWGH erga omnes ➔ Norm buiten toepassing laten
- Vernietigingsarrest: art 8 BWGH ➔ Geldt NIET erga omnes, dus nieuwe
➔ Uitwerking erga omnes + norm wordt geacht nooit termijn open voor beroep: art 4, lid 2
te hebben bestaan BWGH
art 9, §1 BWGH - Vaststelling van grondwettigheid
➔ Hof heeft mogelijkheid om zijn arrest vergezeld te ➔ Norm toepassen
laten gaan van de handhaving van bepaalde
gevolgen van de vernietigde bepaling
- Interpretatievoorbehoud verzoek wordt verworpen op
voorwaarde dat de bestreden norm op een bepaalde
wijze wordt uitgelegd