1) Je begint jouw eigen bedrijf als zelfstandig boomverzorger en registreert je bij KBO. Je
bedrijf is nu een rechtspersoon.
a. Waar
b. Niet waar
2) Je bedrijf gaat failliet, wie wordt er aangesteld om de bezittingen te verkopen?
Liquidatie gebeurt door een…….
3) Vennootschap (bv) in faling heeft een actiefzijde (50 000 euro) en een passiefzijde (70 000
euro). Jij hebt ooit 10 000 euro in de onderneming geïnvesteerd als aandeelhouder en
hebt zelf 30 000 euro privé vermogen. Welke impact heeft dit faillissement op je
vermogen als je altijd ter goede trouw hebt gehandeld?
a. Je recupereert de 10 000 euro via de curator
b. Je krijgt geen geld van de curator maar moet niks privé bijdragen (bij kwijtschelding)
c. Je krijgt geen geld van de curator en moet slechts een deel van de schuld betalen (bij
kwijtschelding)
d. Je krijgt geen geld van de curator en moet de restschulden van 20 000 euro privé
betalen (bij kwijtschelding)
e. Je krijgt geen geld van de curator en moet de totale schulden van 70 000 euro privé
betalen
4) Een onderneming die zich in een gerechtelijke akkoord bevindt, is in afwachting van het
faillissementsvonnis
a. Waar
b. Niet waar
5) Welke van onderstaande sectoren maakt het MINSTE kans op een faillissement?
a. Een bouwaannemer
b. Een transportbedrijf
c. Een restaurant
d. Een voedingsproducent
6) Een bedrijf wil dat er vlot managers aandelen kunnen aan- en verkopen en zo snel
mogelijk toegang kunnen krijgen tot het managamentvennootschap maar er ook wel snel
uit kunnen. Zij kiezen het best voor…
a. Een cv
b. Een bv
c. Een nv
d. Een vof
7) Een vennootschap dat minstens 61 500 euro aanvangsvermogen nodig heeft, kiest het
best voor een nv
a. Waar
b. Niet waar
1
, Extra vragen bedrijfsmanagement 2020 - 2021
8) Het toereikend aanvangsvermogen bestaat uit…
a. De interne financiering (inbreng via eigenaars)
b. De externe financiering (via leningen)
c. Zowel de interne als externe financiering
d. Geen van beide
9) Een sociaal verzekeringsfonds is een synoniem voor een ziekenfonds (bv. CM of OZ)
a. Waar
b. Niet waar
10) Wat vinden we terug in een oprichtingsakte?
In een oprichtingsakte vinden we de specifieke regels voor het bedrijf terug, ook wel de
………… genaamd
11) Welke tak van de RSZ is niet van toepassing voor de zelfstandige maar wel voor de
werknemer?
a. Kindergeld
b. Ziekte – uitkering
c. Vakantiegeld
d. Werkloosheid / overbruggingsuitkering
12) De sociale bijdragen worden vastgesteld bij de start van het ondernemen en wijzigen
wanneer het inkomen groeit
a. Waar
b. Niet waar
13) Een bediende heeft een brutoloon van € 2 400 euro. Er is 25% bedrijfsvoorheffing en
25% patronale bijdrage van toepassing. Hoeveel bedraagt het belastbaar loon?
14) Een bediende heeft een brutoloon van € 2 400 euro. Er is 25% bedrijfsvoorheffing en
25% patronale bijdrage van toepassing. Hoeveel bedraagt de totale loonkost?
15) Wat wordt er met de bedrijfsvoorheffing betaald?
a. Ziekte-uitkering
b. Wegenwerken
c. Pensioenen
d. Kindergeld
2